Vervoeging van het Duitse werkwoord feinhacken

De vervoeging van het werkwoord feinhacken (fijnhakken) is regelmatig. De basisvormen zijn hackt fein, hackte fein en hat feingehackt. Het hulpwerkwoord van feinhacken is "haben". De eerste lettergreep fein- van feinhacken is scheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord feinhacken beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor feinhacken. Je kunt niet alleen feinhacken vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen

regelmatig · haben · scheidbaar

fein·hacken

hackt fein · hackte fein · hat feingehackt

Engels finely chop, mince

in kleine Stücke hacken

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van feinhacken

Tegenwoordige tijd

ich hack(e)⁵ fein
du hackst fein
er hackt fein
wir hacken fein
ihr hackt fein
sie hacken fein

Onvoltooid verleden tijd

ich hackte fein
du hacktest fein
er hackte fein
wir hackten fein
ihr hacktet fein
sie hackten fein

Imperatief

-
hack(e)⁵ (du) fein
-
hacken wir fein
hackt (ihr) fein
hacken Sie fein

Konjunktief I

ich hacke fein
du hackest fein
er hacke fein
wir hacken fein
ihr hacket fein
sie hacken fein

Konjunktief II

ich hackte fein
du hacktest fein
er hackte fein
wir hackten fein
ihr hacktet fein
sie hackten fein

Infinitief

feinhacken
feinzuhacken

Deelwoord

feinhackend
feingehackt

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord feinhacken vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich hack(e)⁵ fein
du hackst fein
er hackt fein
wir hacken fein
ihr hackt fein
sie hacken fein

Onvoltooid verleden tijd

ich hackte fein
du hacktest fein
er hackte fein
wir hackten fein
ihr hacktet fein
sie hackten fein

Perfectum

ich habe feingehackt
du hast feingehackt
er hat feingehackt
wir haben feingehackt
ihr habt feingehackt
sie haben feingehackt

Volt. verl. tijd

ich hatte feingehackt
du hattest feingehackt
er hatte feingehackt
wir hatten feingehackt
ihr hattet feingehackt
sie hatten feingehackt

Toekomende tijd I

ich werde feinhacken
du wirst feinhacken
er wird feinhacken
wir werden feinhacken
ihr werdet feinhacken
sie werden feinhacken

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde feingehackt haben
du wirst feingehackt haben
er wird feingehackt haben
wir werden feingehackt haben
ihr werdet feingehackt haben
sie werden feingehackt haben

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord feinhacken in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich hacke fein
du hackest fein
er hacke fein
wir hacken fein
ihr hacket fein
sie hacken fein

Konjunktief II

ich hackte fein
du hacktest fein
er hackte fein
wir hackten fein
ihr hacktet fein
sie hackten fein

Voltooid Konj.

ich habe feingehackt
du habest feingehackt
er habe feingehackt
wir haben feingehackt
ihr habet feingehackt
sie haben feingehackt

Konj. volt. verl. t.

ich hätte feingehackt
du hättest feingehackt
er hätte feingehackt
wir hätten feingehackt
ihr hättet feingehackt
sie hätten feingehackt

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde feinhacken
du werdest feinhacken
er werde feinhacken
wir werden feinhacken
ihr werdet feinhacken
sie werden feinhacken

Toek. volt. aanw.

ich werde feingehackt haben
du werdest feingehackt haben
er werde feingehackt haben
wir werden feingehackt haben
ihr werdet feingehackt haben
sie werden feingehackt haben

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde feinhacken
du würdest feinhacken
er würde feinhacken
wir würden feinhacken
ihr würdet feinhacken
sie würden feinhacken

Verleden cond.

ich würde feingehackt haben
du würdest feingehackt haben
er würde feingehackt haben
wir würden feingehackt haben
ihr würdet feingehackt haben
sie würden feingehackt haben

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord feinhacken


Tegenwoordige tijd

hack(e)⁵ (du) fein
hacken wir fein
hackt (ihr) fein
hacken Sie fein

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor feinhacken


Infinitief I


feinhacken
feinzuhacken

Infinitief II


feingehackt haben
feingehackt zu haben

Tegenwoordig deelwoord


feinhackend

Participle II


feingehackt

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse feinhacken


Duits feinhacken
Engels finely chop, mince
Russisch мелко нарезать
Spaans picar, trocear
Frans hacher finement
Turks küçük parçalara doğramak
Portugees cortar em pedaços, picotar
Italiaans tagliare, tritare
Roemeens tăia mărunt
Hongaars aprítani, kockázni
Pools posiekać
Grieks ψιλοκόβω
Nederlands fijnhakken
Tsjechisch jemně hackovat, nasekat
Zweeds hacka fint
Deens hakke fint
Japans 細かく切る
Catalaans tallar, trossejar
Fins paloitella, silppua
Noors finhakke
Baskisch txikitu
Servisch seckati, sitniti
Macedonisch сечкање
Sloveens narezati
Slowaaks nasekať
Bosnisch sitno sjeckati
Kroatisch sitno sjeckati
Oekraïens дрібнити
Bulgaars нарязвам на малки парчета
Wit-Russisch дробніць
Hebreeuwsקצוץ
Arabischفرم
Perzischخرد کردن
Urduچھوٹے ٹکڑے کرنا

feinhacken in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van feinhacken

  • in kleine Stücke hacken

feinhacken in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord feinhacken vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord feinhacken


De vervoeging van het werkwoord fein·hacken wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord fein·hacken is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (hackt fein - hackte fein - hat feingehackt) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary feinhacken en op feinhacken in de Duden.

feinhacken vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich hack(e) feinhackte feinhacke feinhackte fein-
du hackst feinhacktest feinhackest feinhacktest feinhack(e) fein
er hackt feinhackte feinhacke feinhackte fein-
wir hacken feinhackten feinhacken feinhackten feinhacken fein
ihr hackt feinhacktet feinhacket feinhacktet feinhackt fein
sie hacken feinhackten feinhacken feinhackten feinhacken fein

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich hack(e) fein, du hackst fein, er hackt fein, wir hacken fein, ihr hackt fein, sie hacken fein
  • Onvoltooid verleden tijd: ich hackte fein, du hacktest fein, er hackte fein, wir hackten fein, ihr hacktet fein, sie hackten fein
  • Perfectum: ich habe feingehackt, du hast feingehackt, er hat feingehackt, wir haben feingehackt, ihr habt feingehackt, sie haben feingehackt
  • Voltooid verleden tijd: ich hatte feingehackt, du hattest feingehackt, er hatte feingehackt, wir hatten feingehackt, ihr hattet feingehackt, sie hatten feingehackt
  • Toekomende tijd I: ich werde feinhacken, du wirst feinhacken, er wird feinhacken, wir werden feinhacken, ihr werdet feinhacken, sie werden feinhacken
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde feingehackt haben, du wirst feingehackt haben, er wird feingehackt haben, wir werden feingehackt haben, ihr werdet feingehackt haben, sie werden feingehackt haben

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich hacke fein, du hackest fein, er hacke fein, wir hacken fein, ihr hacket fein, sie hacken fein
  • Onvoltooid verleden tijd: ich hackte fein, du hacktest fein, er hackte fein, wir hackten fein, ihr hacktet fein, sie hackten fein
  • Perfectum: ich habe feingehackt, du habest feingehackt, er habe feingehackt, wir haben feingehackt, ihr habet feingehackt, sie haben feingehackt
  • Voltooid verleden tijd: ich hätte feingehackt, du hättest feingehackt, er hätte feingehackt, wir hätten feingehackt, ihr hättet feingehackt, sie hätten feingehackt
  • Toekomende tijd I: ich werde feinhacken, du werdest feinhacken, er werde feinhacken, wir werden feinhacken, ihr werdet feinhacken, sie werden feinhacken
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde feingehackt haben, du werdest feingehackt haben, er werde feingehackt haben, wir werden feingehackt haben, ihr werdet feingehackt haben, sie werden feingehackt haben

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde feinhacken, du würdest feinhacken, er würde feinhacken, wir würden feinhacken, ihr würdet feinhacken, sie würden feinhacken
  • Voltooid verleden tijd: ich würde feingehackt haben, du würdest feingehackt haben, er würde feingehackt haben, wir würden feingehackt haben, ihr würdet feingehackt haben, sie würden feingehackt haben

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: hack(e) (du) fein, hacken wir fein, hackt (ihr) fein, hacken Sie fein

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: feinhacken, feinzuhacken
  • Infinitief II: feingehackt haben, feingehackt zu haben
  • Tegenwoordig deelwoord: feinhackend
  • Participle II: feingehackt

Opmerkingen



Inloggen