Vervoeging van het Duitse werkwoord pfeifen

De vervoeging van het werkwoord pfeifen (fluiten, een fluitsignaal geven) is onregelmatig. De basisvormen zijn pfeift, pfiff en hat gepfiffen. De ablaut vindt plaats met de stamklinkers ei - i - i. Het hulpwerkwoord van pfeifen is "haben". De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord pfeifen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor pfeifen. Je kunt niet alleen pfeifen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau C2. Opmerkingen

C2 · onregelmatig · haben

pfeifen

pfeift · pfiff · hat gepfiffen

 Verandering van de stamklinker  ei - i - i   Verdubbeling van medeklinkers  ff - ff - ff 

Engels whistle, referee, arbitrate, barrack, blast on the whistle, blow a whistle, blow the whistle, flout, funnel (down), give a damn, hoot, howl, inform, peach, pipe, ref, skirl, sough, toot, umpire, wheeze, whistle to, zing, zip, ignore, betray, snitch

[Sport] ein auffälliges Geräusch durch schnellen Luftzug durch eine kleine Öffnung natürlich (bei Menschen durch die angespitzten, geformten Lippen) oder künstlich erzeugen; sich für etwas nicht interessieren; schiedsrichtern, quieken, rennen, schiedsen

(sich+A, acc., dat., durch+A, auf+A)

» Der Kessel pfeift . Engels The kettle whistles.

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van pfeifen

Tegenwoordige tijd

ich pfeif(e)⁵
du pfeifst
er pfeift
wir pfeifen
ihr pfeift
sie pfeifen

Onvoltooid verleden tijd

ich pfiff
du pfiffst
er pfiff
wir pfiffen
ihr pfifft
sie pfiffen

Imperatief

-
pfeif(e)⁵ (du)
-
pfeifen wir
pfeift (ihr)
pfeifen Sie

Konjunktief I

ich pfeife
du pfeifest
er pfeife
wir pfeifen
ihr pfeifet
sie pfeifen

Konjunktief II

ich pfiffe
du pfiffest
er pfiffe
wir pfiffen
ihr pfiffet
sie pfiffen

Infinitief

pfeifen
zu pfeifen

Deelwoord

pfeifend
gepfiffen

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord pfeifen vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich pfeif(e)⁵
du pfeifst
er pfeift
wir pfeifen
ihr pfeift
sie pfeifen

Onvoltooid verleden tijd

ich pfiff
du pfiffst
er pfiff
wir pfiffen
ihr pfifft
sie pfiffen

Perfectum

ich habe gepfiffen
du hast gepfiffen
er hat gepfiffen
wir haben gepfiffen
ihr habt gepfiffen
sie haben gepfiffen

Volt. verl. tijd

ich hatte gepfiffen
du hattest gepfiffen
er hatte gepfiffen
wir hatten gepfiffen
ihr hattet gepfiffen
sie hatten gepfiffen

Toekomende tijd I

ich werde pfeifen
du wirst pfeifen
er wird pfeifen
wir werden pfeifen
ihr werdet pfeifen
sie werden pfeifen

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde gepfiffen haben
du wirst gepfiffen haben
er wird gepfiffen haben
wir werden gepfiffen haben
ihr werdet gepfiffen haben
sie werden gepfiffen haben

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


  • Der Kessel pfeift . 
  • Der Kessel pfiff . 
  • Die Männer applaudierten und pfiffen . 

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord pfeifen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich pfeife
du pfeifest
er pfeife
wir pfeifen
ihr pfeifet
sie pfeifen

Konjunktief II

ich pfiffe
du pfiffest
er pfiffe
wir pfiffen
ihr pfiffet
sie pfiffen

Voltooid Konj.

ich habe gepfiffen
du habest gepfiffen
er habe gepfiffen
wir haben gepfiffen
ihr habet gepfiffen
sie haben gepfiffen

Konj. volt. verl. t.

ich hätte gepfiffen
du hättest gepfiffen
er hätte gepfiffen
wir hätten gepfiffen
ihr hättet gepfiffen
sie hätten gepfiffen

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde pfeifen
du werdest pfeifen
er werde pfeifen
wir werden pfeifen
ihr werdet pfeifen
sie werden pfeifen

Toek. volt. aanw.

ich werde gepfiffen haben
du werdest gepfiffen haben
er werde gepfiffen haben
wir werden gepfiffen haben
ihr werdet gepfiffen haben
sie werden gepfiffen haben

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde pfeifen
du würdest pfeifen
er würde pfeifen
wir würden pfeifen
ihr würdet pfeifen
sie würden pfeifen

Verleden cond.

ich würde gepfiffen haben
du würdest gepfiffen haben
er würde gepfiffen haben
wir würden gepfiffen haben
ihr würdet gepfiffen haben
sie würden gepfiffen haben

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord pfeifen


Tegenwoordige tijd

pfeif(e)⁵ (du)
pfeifen wir
pfeift (ihr)
pfeifen Sie

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor pfeifen


Infinitief I


pfeifen
zu pfeifen

Infinitief II


gepfiffen haben
gepfiffen zu haben

Tegenwoordig deelwoord


pfeifend

Participle II


gepfiffen

  • Er kann nicht pfeifen . 
  • Der Schiedsrichter hat zur Halbzeit gepfiffen . 
  • Um die anderen zu warnen, pfiff er zweimal. 

Voorbeelden

Voorbeeldzinnen voor pfeifen


  • Der Kessel pfeift . 
    Engels The kettle whistles.
  • Der Kessel pfiff . 
    Engels The kettle whistled.
  • Er kann nicht pfeifen . 
    Engels He can't whistle.
  • Die Männer applaudierten und pfiffen . 
    Engels The men applauded and whistled.
  • Der Schiedsrichter hat zur Halbzeit gepfiffen . 
    Engels The referee blew the whistle at halftime.
  • Abseits ist, wenn der Schiedsrichter pfeift . 
    Engels Offside is when the referee blows the whistle.
  • Die Orgel pfeift , was man ihr einbläst. 
    Engels The organ whistles what is blown into it.

Voorbeelden 

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse pfeifen


Duits pfeifen
Engels whistle, referee, arbitrate, barrack, blast on the whistle, blow a whistle, blow the whistle, flout
Russisch свистеть, насвистывать, свистнуть, насвистать, свистать, игнорировать, настучать, не заботиться
Spaans pitar, silbar, arbitrar, chiflar, delatar, desinteresarse, ignorar, no importar
Frans siffler, arbitrer, glapir, se ficher, se moquer de, arbitre, dénoncer, ignorer
Turks düdük öttürmek, ıslık çalmak, umursamamak, açığa çıkarmak, göz ardı etmek, hakemlik yapmak, ihbar etmek, ıslık
Portugees apitar, assobiar, arbitrar, sibilar, delatar, denunciar, desinteressar-se, ignorar
Italiaans fischiare, arbitrare, fischiettare, sbattersene di, sibilare, umpire, zirlare, zufolare
Roemeens nu-i păsa, arbitru, denunța, divulga, fluier, ignora, trăda
Hongaars fütyül, elárulni, feljelenteni, figyelmen kívül hagy, nem törődik, nem érdekelni, sípolni
Pools gwizdać, śpiewać, gwizdnąć, pogwizdywać, sypać, zagwizdać, zaświstać, świstać
Grieks σφυρίζω, δε δίνω δεκάρα, αδιαφορώ, αγνοώ, καταδίδω, προδίδω, σφύριγμα
Nederlands fluiten, een fluitsignaal geven, huilen, maling hebben aan, piepen, negeren, verklikken, verraden
Tsjechisch pískat, hvízdat, písknout, hvízdatdnout, kašlat, ignorovat, nebrat v úvahu, nezajímat se
Zweeds blåsa, pipa, strunta i, vissla, bry sig, vina, förråda, ignorera
Deens pibe, fløjte, blæse, pifte, afsløre, forråde, ignorerer
Japans 口笛を吹く, ホイッスルを吹く, 口笛, 告げ口する, 密告する, 気にしない, 無視する, 無関心
Catalaans xiular, arbitrar, riure's, delatar, desinteressar-se, ignorar, no preocupar-se, xiulet
Fins viheltää, ilmiantaa, ohittaa, olla välinpitämätön, puhaltaa, puhua ulos, väheksyä, välittää
Noors blåse i fløyta, pipe, plystre, fløyte, forråde, ikke bry seg, pfeife, pfeife på noe
Baskisch txistua, axola ez izan, ignoratzea, interesatu ez, salatu, txikitu
Servisch звиждати, ne obazirati se, ne zanimati se, odati, prijaviti, suditi, zanemariti, zviždati
Macedonisch звижди, игнорирање, издадам, не се грижи, не се интересира, пријавам, свирање, свирење
Sloveens žvižgati, izdati, ne marati, piskanje, povedati, soditi, zanimati se ne, zavrniti
Slowaaks nezaujímať sa, pískať, fúkať, ignorovať, udávať, zradiť
Bosnisch ignorisati, izdati, ne brinuti, ne zanimati se, odati, svirati, zviždati
Kroatisch izdati, ne brinuti, odati, svirati, zanemariti, zanimati se, zviždati
Oekraïens свистіти, викрити, зрадити, не звертати уваги, не цікавитися чимось, ігнорувати
Bulgaars свиря, не се интересува, игнорирам, издавам, предавам, свирка
Wit-Russisch свістаць, выдаць, здаць, не клапаціцца, не цікавіцца, свіст, свісток, ігнараваць
Hebreeuwsלא אכפת، לשרוק، לְבַשֵּׁר، לְהַסְגִּיר، להתעלם
Arabischصفر، صفر محتجا، صفَّر، لا مبالاة، تجاهل، صافرة، صوت صفير، يخبر
Perzischسوت زدن، بی‌توجهی، بی‌توجهی کردن، خبرچینی، خیانت، نادیده گرفتن
Urduبتانا، بے پرواہ ہونا، سٹیورڈ، سیٹی، فاش کرنا، نظرانداز کرنا، پرواہ نہ کرنا

pfeifen in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van pfeifen

  • [Sport] ein auffälliges Geräusch durch schnellen Luftzug durch eine kleine Öffnung natürlich (bei Menschen durch die angespitzten, geformten Lippen) oder künstlich erzeugen, sich für etwas nicht interessieren, schiedsrichtern, quieken, rennen, schiedsen
  • [Sport] ein auffälliges Geräusch durch schnellen Luftzug durch eine kleine Öffnung natürlich (bei Menschen durch die angespitzten, geformten Lippen) oder künstlich erzeugen, sich für etwas nicht interessieren, schiedsrichtern, quieken, rennen, schiedsen
  • [Sport] ein auffälliges Geräusch durch schnellen Luftzug durch eine kleine Öffnung natürlich (bei Menschen durch die angespitzten, geformten Lippen) oder künstlich erzeugen, sich für etwas nicht interessieren, schiedsrichtern, quieken, rennen, schiedsen
  • [Sport] ein auffälliges Geräusch durch schnellen Luftzug durch eine kleine Öffnung natürlich (bei Menschen durch die angespitzten, geformten Lippen) oder künstlich erzeugen, sich für etwas nicht interessieren, schiedsrichtern, quieken, rennen, schiedsen
  • [Sport] ein auffälliges Geräusch durch schnellen Luftzug durch eine kleine Öffnung natürlich (bei Menschen durch die angespitzten, geformten Lippen) oder künstlich erzeugen, sich für etwas nicht interessieren, schiedsrichtern, quieken, rennen, schiedsen
  • ...

pfeifen in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Voorzetsels

Voorzetsels voor pfeifen


  • jemand/etwas pfeift auf etwas
  • jemand/etwas pfeift auf jemanden
  • jemand/etwas pfeift auf jemanden/etwas
  • jemand/etwas pfeift durch etwas

Toepassingen  Voorzetsels 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord pfeifen vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord pfeifen


De vervoeging van het werkwoord pfeifen wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord pfeifen is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (pfeift - pfiff - hat gepfiffen) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary pfeifen en op pfeifen in de Duden.

pfeifen vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich pfeif(e)pfiffpfeifepfiffe-
du pfeifstpfiffstpfeifestpfiffestpfeif(e)
er pfeiftpfiffpfeifepfiffe-
wir pfeifenpfiffenpfeifenpfiffenpfeifen
ihr pfeiftpfifftpfeifetpfiffetpfeift
sie pfeifenpfiffenpfeifenpfiffenpfeifen

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich pfeif(e), du pfeifst, er pfeift, wir pfeifen, ihr pfeift, sie pfeifen
  • Onvoltooid verleden tijd: ich pfiff, du pfiffst, er pfiff, wir pfiffen, ihr pfifft, sie pfiffen
  • Perfectum: ich habe gepfiffen, du hast gepfiffen, er hat gepfiffen, wir haben gepfiffen, ihr habt gepfiffen, sie haben gepfiffen
  • Voltooid verleden tijd: ich hatte gepfiffen, du hattest gepfiffen, er hatte gepfiffen, wir hatten gepfiffen, ihr hattet gepfiffen, sie hatten gepfiffen
  • Toekomende tijd I: ich werde pfeifen, du wirst pfeifen, er wird pfeifen, wir werden pfeifen, ihr werdet pfeifen, sie werden pfeifen
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gepfiffen haben, du wirst gepfiffen haben, er wird gepfiffen haben, wir werden gepfiffen haben, ihr werdet gepfiffen haben, sie werden gepfiffen haben

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich pfeife, du pfeifest, er pfeife, wir pfeifen, ihr pfeifet, sie pfeifen
  • Onvoltooid verleden tijd: ich pfiffe, du pfiffest, er pfiffe, wir pfiffen, ihr pfiffet, sie pfiffen
  • Perfectum: ich habe gepfiffen, du habest gepfiffen, er habe gepfiffen, wir haben gepfiffen, ihr habet gepfiffen, sie haben gepfiffen
  • Voltooid verleden tijd: ich hätte gepfiffen, du hättest gepfiffen, er hätte gepfiffen, wir hätten gepfiffen, ihr hättet gepfiffen, sie hätten gepfiffen
  • Toekomende tijd I: ich werde pfeifen, du werdest pfeifen, er werde pfeifen, wir werden pfeifen, ihr werdet pfeifen, sie werden pfeifen
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gepfiffen haben, du werdest gepfiffen haben, er werde gepfiffen haben, wir werden gepfiffen haben, ihr werdet gepfiffen haben, sie werden gepfiffen haben

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde pfeifen, du würdest pfeifen, er würde pfeifen, wir würden pfeifen, ihr würdet pfeifen, sie würden pfeifen
  • Voltooid verleden tijd: ich würde gepfiffen haben, du würdest gepfiffen haben, er würde gepfiffen haben, wir würden gepfiffen haben, ihr würdet gepfiffen haben, sie würden gepfiffen haben

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: pfeif(e) (du), pfeifen wir, pfeift (ihr), pfeifen Sie

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: pfeifen, zu pfeifen
  • Infinitief II: gepfiffen haben, gepfiffen zu haben
  • Tegenwoordig deelwoord: pfeifend
  • Participle II: gepfiffen

Opmerkingen



Inloggen

* De zinnen van Tatoeba (tatoeba.org) zijn gratis beschikbaar onder de CC BY 2.0 FR (creativecommons.org/licenses/by/2.0/fr/) licentie. Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via: 7789006, 2184707, 2246074

* De zinnen uit Wiktionary (de.wiktionary.org) zijn vrij beschikbaar onder de licentie CC BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.de). Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via de volgende links: 85494, 91289, 131887

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 85494, 85494, 85494, 85494, 85494

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: pfeifen