Vervoeging van het Duitse werkwoord davonbrausen

De vervoeging van het werkwoord davonbrausen (wegrijden, wegstormen) is regelmatig. De basisvormen zijn braust davon, brauste davon en ist davongebraust. Het hulpwerkwoord van davonbrausen is "sein". De eerste lettergreep davon- van davonbrausen is scheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord davonbrausen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor davonbrausen. Je kunt niet alleen davonbrausen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen

regelmatig · sein · scheidbaar

davon·brausen

braust davon · brauste davon · ist davongebraust

 s-Samentrekking en e-Uitbreiding 

Engels speed off, dash away, rush away, storm off

sich schnell und laut entfernen

» Der Wagen rollte langsam bergab, als der Fahrer plötzlich durchstartete und davonbrauste . Engels The car rolled slowly downhill when the driver suddenly accelerated and sped away.

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van davonbrausen

Tegenwoordige tijd

ich braus(e)⁵ davon
du braust davon
er braust davon
wir brausen davon
ihr braust davon
sie brausen davon

Onvoltooid verleden tijd

ich brauste davon
du braustest davon
er brauste davon
wir brausten davon
ihr braustet davon
sie brausten davon

Imperatief

-
braus(e)⁵ (du) davon
-
brausen wir davon
braust (ihr) davon
brausen Sie davon

Konjunktief I

ich brause davon
du brausest davon
er brause davon
wir brausen davon
ihr brauset davon
sie brausen davon

Konjunktief II

ich brauste davon
du braustest davon
er brauste davon
wir brausten davon
ihr braustet davon
sie brausten davon

Infinitief

davonbrausen
davonzubrausen

Deelwoord

davonbrausend
davongebraust

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord davonbrausen vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich braus(e)⁵ davon
du braust davon
er braust davon
wir brausen davon
ihr braust davon
sie brausen davon

Onvoltooid verleden tijd

ich brauste davon
du braustest davon
er brauste davon
wir brausten davon
ihr braustet davon
sie brausten davon

Perfectum

ich bin davongebraust
du bist davongebraust
er ist davongebraust
wir sind davongebraust
ihr seid davongebraust
sie sind davongebraust

Volt. verl. tijd

ich war davongebraust
du warst davongebraust
er war davongebraust
wir waren davongebraust
ihr wart davongebraust
sie waren davongebraust

Toekomende tijd I

ich werde davonbrausen
du wirst davonbrausen
er wird davonbrausen
wir werden davonbrausen
ihr werdet davonbrausen
sie werden davonbrausen

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde davongebraust sein
du wirst davongebraust sein
er wird davongebraust sein
wir werden davongebraust sein
ihr werdet davongebraust sein
sie werden davongebraust sein

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


  • Der Wagen rollte langsam bergab, als der Fahrer plötzlich durchstartete und davonbrauste . 

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord davonbrausen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich brause davon
du brausest davon
er brause davon
wir brausen davon
ihr brauset davon
sie brausen davon

Konjunktief II

ich brauste davon
du braustest davon
er brauste davon
wir brausten davon
ihr braustet davon
sie brausten davon

Voltooid Konj.

ich sei davongebraust
du seiest davongebraust
er sei davongebraust
wir seien davongebraust
ihr seiet davongebraust
sie seien davongebraust

Konj. volt. verl. t.

ich wäre davongebraust
du wärest davongebraust
er wäre davongebraust
wir wären davongebraust
ihr wäret davongebraust
sie wären davongebraust

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde davonbrausen
du werdest davonbrausen
er werde davonbrausen
wir werden davonbrausen
ihr werdet davonbrausen
sie werden davonbrausen

Toek. volt. aanw.

ich werde davongebraust sein
du werdest davongebraust sein
er werde davongebraust sein
wir werden davongebraust sein
ihr werdet davongebraust sein
sie werden davongebraust sein

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde davonbrausen
du würdest davonbrausen
er würde davonbrausen
wir würden davonbrausen
ihr würdet davonbrausen
sie würden davonbrausen

Verleden cond.

ich würde davongebraust sein
du würdest davongebraust sein
er würde davongebraust sein
wir würden davongebraust sein
ihr würdet davongebraust sein
sie würden davongebraust sein

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord davonbrausen


Tegenwoordige tijd

braus(e)⁵ (du) davon
brausen wir davon
braust (ihr) davon
brausen Sie davon

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor davonbrausen


Infinitief I


davonbrausen
davonzubrausen

Infinitief II


davongebraust sein
davongebraust zu sein

Tegenwoordig deelwoord


davonbrausend

Participle II


davongebraust

Voorbeelden

Voorbeeldzinnen voor davonbrausen


  • Der Wagen rollte langsam bergab, als der Fahrer plötzlich durchstartete und davonbrauste . 
    Engels The car rolled slowly downhill when the driver suddenly accelerated and sped away.

Voorbeelden 

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse davonbrausen


Duits davonbrausen
Engels speed off, dash away, rush away, storm off
Russisch умчаться, ускользнуть
Spaans escapar, huir
Frans s'en aller rapidement, s'éclipser
Turks gürültüyle ayrılmak, gürültüyle gitmek
Portugees partir rapidamente, sair apressadamente
Italiaans andarsene rombando, rombare via, fuggire, scappare
Roemeens se îndepărta rapid și zgomotos
Hongaars elrobban
Pools szybko odjeżdżać, uciec, zniknąć
Grieks φεύγω γρήγορα
Nederlands wegrijden, wegstormen
Tsjechisch rychle odejít, zmizet
Zweeds brusa bort
Deens brage
Japans 急いで去る, 騒々しく去る
Catalaans marxar ràpidament
Fins karkaaminen, pakoon juokseminen
Noors bruse bort, fjerne seg raskt
Baskisch ihes egin
Servisch odjuriti, pobeći
Macedonisch брзо заминување, гласно заминување
Sloveens odpraviti se, zbežati
Slowaaks odfrčať, rýchlo odísť
Bosnisch odjuriti, odlaziti
Kroatisch odjuriti, odlaziti
Oekraïens гучно зникати, швидко зникати
Bulgaars изчезвам, отдалечавам се
Wit-Russisch забраць, знікнуць
Hebreeuwsלברוח، להיעלם
Arabischالابتعاد بسرعة وصوت عالي
Perzischبا شتاب رفتن، سریع رفتن
Urduجلدی اور شور سے نکلنا

davonbrausen in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van davonbrausen

  • sich schnell und laut entfernen

davonbrausen in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord davonbrausen vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord davonbrausen


De vervoeging van het werkwoord davon·brausen wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord davon·brausen is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (braust davon - brauste davon - ist davongebraust) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary davonbrausen en op davonbrausen in de Duden.

davonbrausen vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich braus(e) davonbrauste davonbrause davonbrauste davon-
du braust davonbraustest davonbrausest davonbraustest davonbraus(e) davon
er braust davonbrauste davonbrause davonbrauste davon-
wir brausen davonbrausten davonbrausen davonbrausten davonbrausen davon
ihr braust davonbraustet davonbrauset davonbraustet davonbraust davon
sie brausen davonbrausten davonbrausen davonbrausten davonbrausen davon

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich braus(e) davon, du braust davon, er braust davon, wir brausen davon, ihr braust davon, sie brausen davon
  • Onvoltooid verleden tijd: ich brauste davon, du braustest davon, er brauste davon, wir brausten davon, ihr braustet davon, sie brausten davon
  • Perfectum: ich bin davongebraust, du bist davongebraust, er ist davongebraust, wir sind davongebraust, ihr seid davongebraust, sie sind davongebraust
  • Voltooid verleden tijd: ich war davongebraust, du warst davongebraust, er war davongebraust, wir waren davongebraust, ihr wart davongebraust, sie waren davongebraust
  • Toekomende tijd I: ich werde davonbrausen, du wirst davonbrausen, er wird davonbrausen, wir werden davonbrausen, ihr werdet davonbrausen, sie werden davonbrausen
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde davongebraust sein, du wirst davongebraust sein, er wird davongebraust sein, wir werden davongebraust sein, ihr werdet davongebraust sein, sie werden davongebraust sein

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich brause davon, du brausest davon, er brause davon, wir brausen davon, ihr brauset davon, sie brausen davon
  • Onvoltooid verleden tijd: ich brauste davon, du braustest davon, er brauste davon, wir brausten davon, ihr braustet davon, sie brausten davon
  • Perfectum: ich sei davongebraust, du seiest davongebraust, er sei davongebraust, wir seien davongebraust, ihr seiet davongebraust, sie seien davongebraust
  • Voltooid verleden tijd: ich wäre davongebraust, du wärest davongebraust, er wäre davongebraust, wir wären davongebraust, ihr wäret davongebraust, sie wären davongebraust
  • Toekomende tijd I: ich werde davonbrausen, du werdest davonbrausen, er werde davonbrausen, wir werden davonbrausen, ihr werdet davonbrausen, sie werden davonbrausen
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde davongebraust sein, du werdest davongebraust sein, er werde davongebraust sein, wir werden davongebraust sein, ihr werdet davongebraust sein, sie werden davongebraust sein

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde davonbrausen, du würdest davonbrausen, er würde davonbrausen, wir würden davonbrausen, ihr würdet davonbrausen, sie würden davonbrausen
  • Voltooid verleden tijd: ich würde davongebraust sein, du würdest davongebraust sein, er würde davongebraust sein, wir würden davongebraust sein, ihr würdet davongebraust sein, sie würden davongebraust sein

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: braus(e) (du) davon, brausen wir davon, braust (ihr) davon, brausen Sie davon

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: davonbrausen, davonzubrausen
  • Infinitief II: davongebraust sein, davongebraust zu sein
  • Tegenwoordig deelwoord: davonbrausend
  • Participle II: davongebraust

Opmerkingen



Inloggen

* De zinnen uit Wiktionary (de.wiktionary.org) zijn vrij beschikbaar onder de licentie CC BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.de). Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via de volgende links: 77354