Heldendaden van Anikó 788

Hier eren wij onze held Anikó, die regelmatig en onvermoeibaar nieuwe items heeft aangemaakt en bestaande heeft beoordeeld. Hierdoor is deze website informatiever, nuttiger en beter geworden. Alle andere gebruikers van deze Duitse website en onze Duitse app profiteren hiervan. Dank je wel, Anikó!

Vertalingen van Anikó

Onze held Anikó heeft de volgende nieuwe items toegevoegd


wüten; toben
Duits rasen = Hongaars tombol

wüten; toben
Duits rasen = Hongaars dühöng

einen Ort verlassen
Duits wegkommen = Hongaars eltávozik

einen Ort verlassen können
Duits wegkommen = Hongaars elmegy

verlorengehen, nicht mehr auffindbar sein
Duits wegkommen = Hongaars elvész

auf jemanden, etwas warten, dem Eintreffen von etwas entgegensehen; denken, dass etwas kommen oder passieren wird; etwas annehmen; von etwas ausgehen
Duits erwarten = Hongaars számítani vmire

seinen Wohnsitz an einen anderen Ort verlegen; fortziehen; wegziehen; umziehen
Duits verziehen = Hongaars elköltözik

durch fehlende Strenge Fehler bei der Kindererziehung machen
Duits verziehen = Hongaars elnevel

durch fehlende Strenge Fehler bei der Kindererziehung machen
Duits verziehen = Hongaars elkényeztet

durch fehlende Strenge Fehler bei der Kindererziehung machen
Duits verziehen = Hongaars rosszul nevel

Pflanzen vereinzeln
Duits verziehen = Hongaars elválaszt

Pflanzen vereinzeln
Duits verziehen = Hongaars kiegyel

aus der Form geraten; verzerren
Duits verziehen = Hongaars eltorzít

bewirken, dass etwas aus der Form kommt
Duits verziehen = Hongaars eltorzul

zwei Menschen trauen, aus ihnen ein Ehepaar machen; trauen; verehelichen; vermählen
Duits verheiraten = Hongaars megházasít

zwei Menschen trauen, aus ihnen ein Ehepaar machen; trauen; verehelichen; vermählen
Duits verheiraten = Hongaars összeházasit

die Ehe eingehen; heiraten
Duits verheiraten = Hongaars megházasodik

jemandem zum Ehepartner geben
Duits verheiraten = Hongaars megházasít

eine sehr enge, abhängige Bindung eingehen
Duits verheiraten = Hongaars megházasodik

etwas mit den Sinnen wahrnehmen; beachten; zur Kenntnis nehmen; beobachten; anmerken (gegenüber); registrieren
Duits merken = Hongaars észrevesz

eine bestimmte Form entwickeln, annehmen; entwickeln; hervorbringen
Duits ausbilden = Hongaars kifejleszt

eine bestimmte Form entwickeln, annehmen; entwickeln; hervorbringen
Duits ausbilden = Hongaars fejleszt

jemandem bestimmte Fertigkeiten oder Kenntnisse/Verhaltensweisen beibringen; lehren; unterrichten; unterweisen
Duits ausbilden = Hongaars kiképez vkit

zukünftige Handlungen ausarbeiten; sich durchgeführt werden kann; disponieren; entwerfen; konzipieren; entwickeln
Duits planen = Hongaars tervez

zukünftige Handlungen ausarbeiten; sich durchgeführt werden kann; disponieren; entwerfen; konzipieren; entwickeln
Duits planen = Hongaars megtervez

etwas vorhaben; beabsichtigen; gedenken; intendieren; vorhaben; die Absicht haben/hegen
Duits planen = Hongaars szándékozik

etwas vorhaben; beabsichtigen; gedenken; intendieren; vorhaben; die Absicht haben/hegen
Duits planen = Hongaars tervez

etwas vorhaben; beabsichtigen; gedenken; intendieren; vorhaben; die Absicht haben/hegen
Duits planen = Hongaars tervel

etwas zeitlich verschieben; hinausschieben; hinauszögern; hinziehen; prokrastinieren; verschieben
Duits aufschieben = Hongaars elhalaszt

etwas zeitlich verschieben; hinausschieben; hinauszögern; hinziehen; prokrastinieren; verschieben
Duits aufschieben = Hongaars halogat

etwas zeitlich verschieben; hinausschieben; hinauszögern; hinziehen; prokrastinieren; verschieben
Duits aufschieben = Hongaars felfüggeszt

sich plötzlich an etwas erinnern oder etwas Neues ausdenken; nicht wollen; besinnen erinnern; verweigern; (nicht) kommen auf; kommen auf
Duits einfallen = Hongaars eszébe jut

in großer Zahl eindringen oder mitmachen; unerwünscht eindringen; eindringen; mitmachen; invadieren; überrumpeln
Duits einfallen = Hongaars behatol

in großer Zahl eindringen oder mitmachen; unerwünscht eindringen; eindringen; mitmachen; invadieren; überrumpeln
Duits einfallen = Hongaars betör

in großer Zahl eindringen oder mitmachen; unerwünscht eindringen; eindringen; mitmachen; invadieren; überrumpeln
Duits einfallen = Hongaars beront

sich senken; einstürzen; sinken; zusammenstürzen; stürzen; einbrechen
Duits einfallen = Hongaars beesik

sich senken; einstürzen; sinken; zusammenstürzen; stürzen; einbrechen
Duits einfallen = Hongaars összedől

sich senken; einstürzen; sinken; zusammenstürzen; stürzen; einbrechen
Duits einfallen = Hongaars beomlik

ein Ganzes in Bestandteile zerlegen; splitten; spalten
Duits teilen = Hongaars oszt

ein Ganzes in Bestandteile zerlegen; splitten; spalten
Duits teilen = Hongaars feloszt

ein Ganzes in Bestandteile zerlegen; splitten; spalten
Duits teilen = Hongaars részekre oszt

ein Ganzes in Bestandteile zerlegen; splitten; spalten
Duits teilen = Hongaars feldarabol

anderen einen Teil von etwas geben; делить
Duits teilen = Hongaars megoszt vkivel vmit

anderen einen Teil von etwas geben; делить
Duits teilen = Hongaars eloszt

etwas mit jemandem gemeinsam haben
Duits teilen = Hongaars osztozik

jemanden durch die Ankündigung von Gewalt oder Sanktionen einschüchtern oder zwingen, etwas zu tun; androhen; bedrängen; drohen; nötigen; zwingen
Duits bedrohen = Hongaars fenyeget

jemanden hereinlassen; Einlass gewähren; hereinbitten; hereinlassen; eintreten lassen
Duits einlassen = Hongaars beenged

jemanden hereinlassen; Einlass gewähren; hereinbitten; hereinlassen; eintreten lassen
Duits einlassen = Hongaars beereszt

jemanden hereinlassen; Einlass gewähren; hereinbitten; hereinlassen; eintreten lassen
Duits einlassen = Hongaars bebocsát

etwas in eine Konstruktion, Mauer oder Boden einfügen; einbauen; einfügen; einpassen; einsetzen; dauerhaft verbinden
Duits einlassen = Hongaars beereszt

einen Status quo bewahren; belassen; wahren; beibehalten; bewahren; konservieren
Duits halten = Hongaars megtart

eine Richtlinie befolgen
Duits halten = Hongaars tart

die Richtung, Lage, Position ändern; das Manöver zum Richtungswechsel des Schiffs beim Segeln ausführen
Duits wenden = Hongaars kiforgat

die Richtung, Lage, Position ändern; das Manöver zum Richtungswechsel des Schiffs beim Segeln ausführen
Duits wenden = Hongaars megforgat

in einen Raum gehen; eintreten
Duits betreten = Hongaars belép

in einen Raum gehen; eintreten
Duits betreten = Hongaars bemegy

jemanden, etwas aus einer bedrohlichen Lage befreien, erlösen, in Sicherheit bringen; befreien; bergen; erlösen; helfen
Duits retten = Hongaars megment

jemanden, etwas aus einer bedrohlichen Lage befreien, erlösen, in Sicherheit bringen; befreien; bergen; erlösen; helfen
Duits retten = Hongaars kiszabadít

mit einer Binde abdecken, mit einem Verband versorgen; bandagieren; versorgen
Duits verbinden = Hongaars beköt

mit einer Binde abdecken, mit einem Verband versorgen; bandagieren; versorgen
Duits verbinden = Hongaars bekötöz

einen Anrufer am Telefon zu einem Gesprächspartner weiterleiten
Duits verbinden = Hongaars összekapcsol

sich vereinen (für Dinge oder Personen); eine Beziehung eingehen
Duits verbinden = Hongaars szövetkezik

sich längere Zeit an demselben Ort aufhalten
Duits sitzen = Hongaars ül

Atemluft aufnehmen; Atem holen; Luft holen; Luft schnappen
Duits einatmen = Hongaars belélegez

etwas mit der Atemluft aufnehmen; inhalieren
Duits einatmen = Hongaars inhalál

sich um eine Achse bewegen; rotieren; wenden
Duits drehen = Hongaars fordul

Filmaufnahmen durchführen; aufnehmen; filmen
Duits drehen = Hongaars forgat

regelmäßig für Nahrung sorgen; speisen; verpflegen
Duits ernähren = Hongaars táplál

für den Lebensunterhalt sorgen, verpflegen; unterhalten; versorgen
Duits ernähren = Hongaars eltart

jemanden über etwas informieren; informieren; mitteilen; rapportieren; referieren
Duits berichten = Hongaars jelent

jemanden über etwas informieren; informieren; mitteilen; rapportieren; referieren
Duits berichten = Hongaars tájékoztat

jemanden über etwas informieren; informieren; mitteilen; rapportieren; referieren
Duits berichten = Hongaars értesít

jemanden über etwas informieren; informieren; mitteilen; rapportieren; referieren
Duits berichten = Hongaars tudósít

eine Nachricht ausrichten, überbringen; ausrichten; überbringen
Duits bestellen = Hongaars elintéz

eine Nachricht ausrichten, überbringen; ausrichten; überbringen
Duits bestellen = Hongaars átad

eine Nachricht ausrichten, überbringen; ausrichten; überbringen
Duits bestellen = Hongaars kézbesít

etwas gutheißen; dafür sein
Duits unterstützen = Hongaars jóváhagy

etwas gutheißen; dafür sein
Duits unterstützen = Hongaars alátámaszt

gemeinsam einen Sachverhalt diskutieren; diskutieren; verhandeln
Duits besprechen = Hongaars megbeszél

gemeinsam einen Sachverhalt diskutieren; diskutieren; verhandeln
Duits besprechen = Hongaars megtárgyal

auf Tonband aufnehmen
Duits besprechen = Hongaars belebeszél

auf Tonband aufnehmen
Duits besprechen = Hongaars rábeszél

Kritik über ein Buch oder einen Film schreiben; rezensieren
Duits besprechen = Hongaars ismertet

Kritik über ein Buch oder einen Film schreiben; rezensieren
Duits besprechen = Hongaars bírál

mit ungewissem Erfolg etwas beginnen, anstreben; dauerhaft, nachdrücklich etwas ausprobieren; probieren
Duits versuchen = Hongaars megkísérel

mit ungewissem Erfolg etwas beginnen, anstreben; dauerhaft, nachdrücklich etwas ausprobieren; probieren
Duits versuchen = Hongaars megpróbál

abschmecken, deren Geschmack prüfen bzw. kosten; probieren; kosten
Duits versuchen = Hongaars megpróbál

abschmecken, deren Geschmack prüfen bzw. kosten; probieren; kosten
Duits versuchen = Hongaars megkóstol

etwas aufrichten; aufrichten; hinstellen
Duits aufstellen = Hongaars felállít

etwas an einen Platz stellen; platzieren
Duits aufstellen = Hongaars elhelyez

formieren; bilden; zusammenstellen
Duits aufstellen = Hongaars összeállít

jemand an einen Platz beordern; postieren
Duits aufstellen = Hongaars kiállít

sich hin und her oder kreisend bewegen; schaukeln
Duits schwingen = Hongaars leng

etwas hin und her oder kreisend bewegen; schwenken; kreisen
Duits schwingen = Hongaars lenget

etwas hin und her oder kreisend bewegen; schwenken; kreisen
Duits schwingen = Hongaars lendít

etwas hin und her oder kreisend bewegen; schwenken; kreisen
Duits schwingen = Hongaars lóbál

ringen, mit den besonderen Regeln des Schwingens
Duits schwingen = Hongaars birkózik

sich rhythmisch wellenförmig bewegen
Duits schwingen = Hongaars rezeg

sich rhythmisch wellenförmig bewegen
Duits schwingen = Hongaars vibrál

sich schnell zu Fuß fortbewegen, schnell laufen; laufen; breschen; eilen; fegen; flitzen
Duits rennen = Hongaars száguld

sich schnell zu Fuß fortbewegen, schnell laufen; laufen; breschen; eilen; fegen; flitzen
Duits rennen = Hongaars rohan

etwas fahren; einen Ort überschreiten; überschreiten; überqueren; durchschreiten; durchqueren
Duits passieren = Hongaars áthalad

etwas fahren; einen Ort überschreiten; überschreiten; überqueren; durchschreiten; durchqueren
Duits passieren = Hongaars átmegy

durchseihen (über Flüssigkeiten), durchstreichen (über weiche Nahrungsmittel, z. B. um Schalenreste oder Kerne zu entfernen); durchpassieren; filtrieren; klären; seihen; zerkleinern
Duits passieren = Hongaars átprésel

durchseihen (über Flüssigkeiten), durchstreichen (über weiche Nahrungsmittel, z. B. um Schalenreste oder Kerne zu entfernen); durchpassieren; filtrieren; klären; seihen; zerkleinern
Duits passieren = Hongaars átpasszíroz

etwas in Gang setzen, etwas starten, etwas anfangen; anfangen; angehen; anpacken; starten
Duits beginnen = Hongaars elkezd

etwas in Gang setzen, etwas starten, etwas anfangen; anfangen; angehen; anpacken; starten
Duits beginnen = Hongaars nekilát

etwas in Gang setzen, etwas starten, etwas anfangen; anfangen; angehen; anpacken; starten
Duits beginnen = Hongaars hozzáfog

sich in Bewegung setzen, starten, anfangen; anfangen; starten
Duits beginnen = Hongaars beindul

sich in Bewegung setzen, starten, anfangen; anfangen; starten
Duits beginnen = Hongaars elkezdődik

die Hoffnung verlieren, keinen Ausweg wissen; hoffnungslos sein; verzagen; schwarzsehen; den Mut verlieren; (sich) verlorengeben
Duits verzweifeln = Hongaars kétségbeesik

beschließen, gemeinsam einer Aktivität nachzugehen
Duits verabreden = Hongaars megbeszél vkivel vmit

jemanden durch Drohungen oder Gewalt zu etwas zwingen; nötigen; zwingen; abpressen; abnötigen
Duits erpressen = Hongaars kizsarol

jemanden durch Drohungen oder Gewalt zu etwas zwingen; nötigen; zwingen; abpressen; abnötigen
Duits erpressen = Hongaars megzsarol

die Absicht haben, etwas zu tun; beabsichtigen
Duits vorhaben = Hongaars szándékozik

die Absicht haben, etwas zu tun; beabsichtigen
Duits vorhaben = Hongaars kérdőre von

die Absicht haben, etwas zu tun; beabsichtigen
Duits vorhaben = Hongaars tervez

die Absicht haben, etwas zu tun; beabsichtigen
Duits vorhaben = Hongaars elővesz

geistig tätig sein; wollen; reflektieren; sich vorstellen; erinnern; erkennen
Duits denken = Hongaars gondolkodik

der Meinung sein; annehmen; befürchten; dafürhalten; erachten; glauben
Duits denken = Hongaars vél

der Meinung sein; annehmen; befürchten; dafürhalten; erachten; glauben
Duits denken = Hongaars gondol

etwas, jemanden kräftig aber liebevoll an sich drücken und kuscheln; drücken; kuscheln; umarmen
Duits knuddeln = Hongaars átölel

etwas, jemanden kräftig aber liebevoll an sich drücken und kuscheln; drücken; kuscheln; umarmen
Duits knuddeln = Hongaars megszeretget

zur Begrüßung, zum Abschied oder um Aufmerksamkeit zu erregen mit der Hand in der Luft wedeln; grüßen; signalisieren; wedeln
Duits winken = Hongaars int

in Aussicht stehen, erwarten; anstehen; bevorstehen; drohen
Duits winken = Hongaars kecsegtet

ein Kraftfahrzeug in einer Parklücke abstellen
Duits einparken = Hongaars leparkol

einen Ankommenden begrüßen oder aufnehmen
Duits empfangen = Hongaars befogad

einen Ankommenden begrüßen oder aufnehmen
Duits empfangen = Hongaars fogad

einen Ankommenden begrüßen oder aufnehmen
Duits empfangen = Hongaars üdvözöl

eine Öffnung oder den Verschluss einer solchen zumachen; zumachen
Duits schließen = Hongaars zárni

zugehen, zumachbar sein, geschlossen werden; zugehen
Duits schließen = Hongaars zárul

eine militärische Auseinandersetzung austragen
Duits streiten = Hongaars vitatkozik

eine militärische Auseinandersetzung austragen
Duits streiten = Hongaars veszekedik

eine militärische Auseinandersetzung austragen
Duits streiten = Hongaars vitázik

eine militärische Auseinandersetzung austragen
Duits streiten = Hongaars viaskodik

eine militärische Auseinandersetzung austragen
Duits streiten = Hongaars harcol

eine militärische Auseinandersetzung austragen
Duits streiten = Hongaars küzd

einen aggressiven Kampf führen, um etwas zu erlangen
Duits streiten = Hongaars küzd

wütend eine Auseinandersetzung haben; zanken
Duits streiten = Hongaars vitatkozik

wütend eine Auseinandersetzung haben; zanken
Duits streiten = Hongaars veszekedik

wütend eine Auseinandersetzung haben; zanken
Duits streiten = Hongaars vitázik

als Folge eines Blitzes ein lautes Geräusch verursachen; grummeln
Duits donnern = Hongaars dörög

laut reden; poltern; schreien
Duits donnern = Hongaars harsog

laut reden; poltern; schreien
Duits donnern = Hongaars ordít

laut reden; poltern; schreien
Duits donnern = Hongaars dörög

etwas körperlich, mit dem Tastsinn wahrnehmen; fühlen; wahrnehmen
Duits spüren = Hongaars érez

etwas körperlich, mit dem Tastsinn wahrnehmen; fühlen; wahrnehmen
Duits spüren = Hongaars érzékel

etwas nicht gegenständliches erkennen; empfinden; erkennen
Duits spüren = Hongaars érez

zuversichtlich erwarten, in die Zukunft vertrauen; glauben; sich ausmalen; sich ausrechnen; sich der Hoffnung hingeben; der Hoffnung sein
Duits hoffen = Hongaars remél

zuversichtlich erwarten, in die Zukunft vertrauen; glauben; sich ausmalen; sich ausrechnen; sich der Hoffnung hingeben; der Hoffnung sein
Duits hoffen = Hongaars reménykedik

Informationen beschaffen, Nachforschungen betreiben; nachforschen; ermitteln; untersuchen
Duits recherchieren = Hongaars feltár

Informationen beschaffen, Nachforschungen betreiben; nachforschen; ermitteln; untersuchen
Duits recherchieren = Hongaars felderít

Informationen beschaffen, Nachforschungen betreiben; nachforschen; ermitteln; untersuchen
Duits recherchieren = Hongaars nyomon követ

Gliedstaat in der Schweiz, ähnlich den Staaten der USA oder Bundesländern in Deutschland; Bundesland
Duits Kanton = Hongaars szövetségi tartomány

Person oder Institution, die eine Information durch ein Medium zu einem Empfänger sendet
Duits Absender = Hongaars feladó

Name und Anschrift des Versenders einer Sendung
Duits Absender = Hongaars feladó

Stempel der Post
Duits Poststempel = Hongaars postabélyegző

Friseur
Duits Coiffeur = Hongaars fodrász

ein in der Regel gesetzlicher Feiertag anlässlich eines für eine Nation bedeutenden Ereignisses
Duits Nationalfeiertag = Hongaars Nemzeti ünnepnap

Gerät, das zum Aufnehmen von Fotos dient; Fotokamera; Kamera; Foto
Duits Fotoapparat = Hongaars fényképezőgép

das Einwirken auf etwas oder jemanden; Einwirkung
Duits Einfluss = Hongaars hatás

die Möglichkeit, einwirken zu können; Autorität
Duits Einfluss = Hongaars befolyás

weibliche Person, die in einer festen Beziehung ist; Ehepartnerin; Gattin; Lebensgefährtin; Lebenspartnerin; Lebensabschnittspartnerin
Duits Partnerin = Hongaars partner

Zustand der Zufriedenheit; Wohl; Zufriedenheit
Duits Glück = Hongaars boldogság

eine in der Regel von einem Schreibgerät gezogene meist kurze unregelmäßige Linie
Duits Strich = Hongaars vonás

Person, die für etwas zur Auswahl steht; Anwärter; Bewerber; Teilnehmer
Duits Kandidat = Hongaars jelölt

Person, die für etwas zur Auswahl steht; Anwärter; Bewerber; Teilnehmer
Duits Kandidat = Hongaars pályázó

wöchentlich stattfindender Markt, auf dem von regionalen Anbietern vor allem frische Lebensmittel angeboten werden
Duits Wochenmarkt = Hongaars heti piac

Fläche, auf die beim Sport- und Übungsschießen gezielt wird
Duits Scheibe = Hongaars céltábla

abgeschnittenes Stück
Duits Scheibe = Hongaars szelet

Einrichtungsgegenstände eines Raumes; Inneneinrichtung
Duits Ausstattung = Hongaars berendezés

Gegenstände, mit denen jemand oder etwas ausgerüstet ist; Ausrüstung; Equipment
Duits Ausstattung = Hongaars felszereltség

Duits Ausstattung = Hongaars hozomány

Zustandsänderung, die bewirkt, dass etwas auf einen besseren Stand gebracht wird; Änderung; Erneuerung; Förderung; Fortentwicklung; Umgestaltung
Duits Verbesserung = Hongaars javítás

Korrektur oder auch Berichtigung von Textmaterial; Berichtigung; Korrektur; Richtigstellung; Überarbeitung; Umgestaltung
Duits Verbesserung = Hongaars javítás

Fähigkeit, etwas Bestimmtes zu können; Befähigung; Kompetenz; Können; Fähigkeit; Vermögen
Duits Fertigkeit = Hongaars készség

Fähigkeit, etwas Bestimmtes zu können; Befähigung; Kompetenz; Können; Fähigkeit; Vermögen
Duits Fertigkeit = Hongaars jártasság

auffallend, des Merkens würdig, bedeutsam; bemerkenswert; denkwürdig
Duits merkwürdig = Hongaars érdekes

auffallend, des Merkens würdig, bedeutsam; bemerkenswert; denkwürdig
Duits merkwürdig = Hongaars különös

auffallend, des Merkens würdig, bedeutsam; bemerkenswert; denkwürdig
Duits merkwürdig = Hongaars furcsa