Vervoeging van het Duitse werkwoord springen (hat) 〈Procespassief〉
De vervoeging van het werkwoord springen (springen, snel omhoog komen) is onregelmatig. De basisvormen zijn wird gesprungen, wurde gesprungen en ist gesprungen worden. De ablaut vindt plaats met de stamklinkers i - a - u. Het hulpwerkwoord van springen is "haben". Er zijn echter ook tijden met het hulpwerkwoord "sein". De verbuiging vindt plaats in het Procespassief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord springen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor springen. Je kunt niet alleen springen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau A2. Opmerkingen ☆
De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van springen (hat)
Tegenwoordige tijd
ich | werde | gesprungen |
du | wirst | gesprungen |
er | wird | gesprungen |
wir | werden | gesprungen |
ihr | werdet | gesprungen |
sie | werden | gesprungen |
Onvoltooid verleden tijd
ich | wurde | gesprungen |
du | wurdest | gesprungen |
er | wurde | gesprungen |
wir | wurden | gesprungen |
ihr | wurdet | gesprungen |
sie | wurden | gesprungen |
Konjunktief I
ich | werde | gesprungen |
du | werdest | gesprungen |
er | werde | gesprungen |
wir | werden | gesprungen |
ihr | werdet | gesprungen |
sie | werden | gesprungen |
Konjunktief II
ich | würde | gesprungen |
du | würdest | gesprungen |
er | würde | gesprungen |
wir | würden | gesprungen |
ihr | würdet | gesprungen |
sie | würden | gesprungen |
indicatief
Het werkwoord springen (hat) vervoegd in de aantonende wijs Procespassief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd
Tegenwoordige tijd
ich | werde | gesprungen |
du | wirst | gesprungen |
er | wird | gesprungen |
wir | werden | gesprungen |
ihr | werdet | gesprungen |
sie | werden | gesprungen |
Onvoltooid verleden tijd
ich | wurde | gesprungen |
du | wurdest | gesprungen |
er | wurde | gesprungen |
wir | wurden | gesprungen |
ihr | wurdet | gesprungen |
sie | wurden | gesprungen |
Perfectum
ich | bin | gesprungen | worden |
du | bist | gesprungen | worden |
er | ist | gesprungen | worden |
wir | sind | gesprungen | worden |
ihr | seid | gesprungen | worden |
sie | sind | gesprungen | worden |
Volt. verl. tijd
ich | war | gesprungen | worden |
du | warst | gesprungen | worden |
er | war | gesprungen | worden |
wir | waren | gesprungen | worden |
ihr | wart | gesprungen | worden |
sie | waren | gesprungen | worden |
Conjunctief
De vervoeging van het werkwoord springen (hat) in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.
Konjunktief I
ich | werde | gesprungen |
du | werdest | gesprungen |
er | werde | gesprungen |
wir | werden | gesprungen |
ihr | werdet | gesprungen |
sie | werden | gesprungen |
Konjunktief II
ich | würde | gesprungen |
du | würdest | gesprungen |
er | würde | gesprungen |
wir | würden | gesprungen |
ihr | würdet | gesprungen |
sie | würden | gesprungen |
Voltooid Konj.
ich | sei | gesprungen | worden |
du | seiest | gesprungen | worden |
er | sei | gesprungen | worden |
wir | seien | gesprungen | worden |
ihr | seiet | gesprungen | worden |
sie | seien | gesprungen | worden |
Konj. volt. verl. t.
ich | wäre | gesprungen | worden |
du | wärest | gesprungen | worden |
er | wäre | gesprungen | worden |
wir | wären | gesprungen | worden |
ihr | wäret | gesprungen | worden |
sie | wären | gesprungen | worden |
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.
Imperatief
De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Procespassief tegenwoordige tijd voor het werkwoord springen (hat)
Infinitief/Deelwoord
De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Procespassief voor springen (hat)
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse springen (hat)
-
springen (hat)
jump, leap, spring
прыгать, скакать, отскакивать, перепрыгивать, подпрыгивать, подскакивать
brincar, saltar
sauter, bondir
sıçramak, zıplamak
pular, saltar, salto
balzare, saltare
sări, zburda, țopăi
felugrani, ugrani, ugrik
skakać, skoczyć, wyskakiwać
πηδώ, αναπηδώ
springen, snel omhoog komen
skákat, skočit, vyskočit
hoppa, bykse, hoppe, skutta, studsa
hoppe, springe
ジャンプ, 跳ぶ
saltar, brincar
hypätä, hyppiä, pomppia
hoppe, springe
jauzi, salto
skočiti, uskočiti
скакање, скок
poskočiti, skočiti
skákať, vyskočiť
preskočiti, skočiti
poskočiti, skočiti
стрибати, пригати
подскачам, скок
падскокваць, скакаць
melompat, meloncat
nhảy
sakramoq
उछलना, कूदना
跳, 蹦
กระโดด, ดีดตัว
뛰어오르다, 점프하다
sıçramaq, tullanmaq
ახტომა, ხტუნვა
লাফানো
hidhem, kërcëj
उडी मारणे, झेप घेणे
उफ्रिनु, फड्किनु
దూకు
lekt, uzlēkt
குதிக்க, துள்ள
hüppama, kargama
ցատկել
bazdan
זינוק، קפיצה
قفز، انقضاض
جست زدن، جستن، جهش، جهیدن، پرش، پریدن
چھلانگ، کودنا
springen (hat) in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van springen (hat)- hochschnellen und sich ein kurzes Stück durch die Luft bewegen, hopsen, hüpfen
- sich plötzlich ins Blickfeld bewegen, hervorschießen
- sich mehr oder weniger elegant fallen lassen
- (Wasser) herausspritzen, emporschießen, hervorschießen, herausspritzen, emporschießen, entspringen, hervorquellen
- plötzlich Risse (Sprünge) bekommen, bersten, reißen, platzen ...
Betekenissen Synoniemen
Verbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van springen
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van springen
- Vorming van Imperatief van springen
- Vorming van Konjunktiv I van springen
- Vorming van Konjunktiv II van springen
- Vorming van Infinitief van springen
- Vorming van Deelwoord van springen
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Afleidingen
Afgeleide vormen van springen (hat)
≡ abspringen
≡ erspringen
≡ addizieren
≡ einspringen
≡ losspringen
≡ aufspringen
≡ hochspringen
≡ entspringen
≡ abonnieren
≡ achteln
≡ abdizieren
≡ addieren
≡ herumspringen
≡ anspringen
≡ adaptieren
≡ herspringen
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Duitse werkwoord springen vervoegen
Overzicht van alle tijden van het werkwoord springen (hat)
De vervoeging van het werkwoord gesprungen werden wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord gesprungen werden is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (wird gesprungen - wurde gesprungen - ist gesprungen worden) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary springen en op springen in de Duden.
springen vervoeging
Tegenwoordige tijd | Onvoltooid verleden tijd | Conjunctief I | Conjunctief II | Imperatief | |
---|---|---|---|---|---|
ich | werde gesprungen | wurde gesprungen | werde gesprungen | würde gesprungen | - |
du | wirst gesprungen | wurdest gesprungen | werdest gesprungen | würdest gesprungen | - |
er | wird gesprungen | wurde gesprungen | werde gesprungen | würde gesprungen | - |
wir | werden gesprungen | wurden gesprungen | werden gesprungen | würden gesprungen | - |
ihr | werdet gesprungen | wurdet gesprungen | werdet gesprungen | würdet gesprungen | - |
sie | werden gesprungen | wurden gesprungen | werden gesprungen | würden gesprungen | - |
indicatief Procespassief
- Tegenwoordige tijd: ich werde gesprungen, du wirst gesprungen, er wird gesprungen, wir werden gesprungen, ihr werdet gesprungen, sie werden gesprungen
- Onvoltooid verleden tijd: ich wurde gesprungen, du wurdest gesprungen, er wurde gesprungen, wir wurden gesprungen, ihr wurdet gesprungen, sie wurden gesprungen
- Perfectum: ich bin gesprungen worden, du bist gesprungen worden, er ist gesprungen worden, wir sind gesprungen worden, ihr seid gesprungen worden, sie sind gesprungen worden
- Voltooid verleden tijd: ich war gesprungen worden, du warst gesprungen worden, er war gesprungen worden, wir waren gesprungen worden, ihr wart gesprungen worden, sie waren gesprungen worden
- Toekomende tijd I: ich werde gesprungen werden, du wirst gesprungen werden, er wird gesprungen werden, wir werden gesprungen werden, ihr werdet gesprungen werden, sie werden gesprungen werden
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gesprungen worden sein, du wirst gesprungen worden sein, er wird gesprungen worden sein, wir werden gesprungen worden sein, ihr werdet gesprungen worden sein, sie werden gesprungen worden sein
Conjunctief Procespassief
- Tegenwoordige tijd: ich werde gesprungen, du werdest gesprungen, er werde gesprungen, wir werden gesprungen, ihr werdet gesprungen, sie werden gesprungen
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde gesprungen, du würdest gesprungen, er würde gesprungen, wir würden gesprungen, ihr würdet gesprungen, sie würden gesprungen
- Perfectum: ich sei gesprungen worden, du seiest gesprungen worden, er sei gesprungen worden, wir seien gesprungen worden, ihr seiet gesprungen worden, sie seien gesprungen worden
- Voltooid verleden tijd: ich wäre gesprungen worden, du wärest gesprungen worden, er wäre gesprungen worden, wir wären gesprungen worden, ihr wäret gesprungen worden, sie wären gesprungen worden
- Toekomende tijd I: ich werde gesprungen werden, du werdest gesprungen werden, er werde gesprungen werden, wir werden gesprungen werden, ihr werdet gesprungen werden, sie werden gesprungen werden
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gesprungen worden sein, du werdest gesprungen worden sein, er werde gesprungen worden sein, wir werden gesprungen worden sein, ihr werdet gesprungen worden sein, sie werden gesprungen worden sein
Voorwaardelijke wijs II (würde) Procespassief
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde gesprungen werden, du würdest gesprungen werden, er würde gesprungen werden, wir würden gesprungen werden, ihr würdet gesprungen werden, sie würden gesprungen werden
- Voltooid verleden tijd: ich würde gesprungen worden sein, du würdest gesprungen worden sein, er würde gesprungen worden sein, wir würden gesprungen worden sein, ihr würdet gesprungen worden sein, sie würden gesprungen worden sein
Imperatief Procespassief
- Tegenwoordige tijd: -, -, -, -
Infinitief/Deelwoord Procespassief
- Infinitief I: gesprungen werden, gesprungen zu werden
- Infinitief II: gesprungen worden sein, gesprungen worden zu sein
- Tegenwoordig deelwoord: gesprungen werdend
- Participle II: gesprungen worden