Vervoeging van het Duitse werkwoord abheilen ⟨Procespassief⟩

De vervoeging van het werkwoord abheilen (genezen, herstellen) is regelmatig. De basisvormen zijn wird abgeheilt, wurde abgeheilt en ist abgeheilt worden. Het hulpwerkwoord van abheilen is "sein". De eerste lettergreep ab- van abheilen is scheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Procespassief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord abheilen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor abheilen. Je kunt niet alleen abheilen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen

Video 

regelmatig · sein · scheidbaar

ab·geheilt werden

wird abgeheilt · wurde abgeheilt · ist abgeheilt worden

Engels heal, heal completely, heal up, fully recover, recover

vollständig heilen; den Heilungsprozess abschließen, völlig heil werden; verheilen

» Wird seine Krankheit abheilen ? Engels Will his illness heal?

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van abheilen

Tegenwoordige tijd

ich werde abgeheilt
du wirst abgeheilt
er wird abgeheilt
wir werden abgeheilt
ihr werdet abgeheilt
sie werden abgeheilt

Onvoltooid verleden tijd

ich wurde abgeheilt
du wurdest abgeheilt
er wurde abgeheilt
wir wurden abgeheilt
ihr wurdet abgeheilt
sie wurden abgeheilt

Imperatief

-
-
-
-
-
-

Konjunktief I

ich werde abgeheilt
du werdest abgeheilt
er werde abgeheilt
wir werden abgeheilt
ihr werdet abgeheilt
sie werden abgeheilt

Konjunktief II

ich würde abgeheilt
du würdest abgeheilt
er würde abgeheilt
wir würden abgeheilt
ihr würdet abgeheilt
sie würden abgeheilt

Infinitief

abgeheilt werden
abgeheilt zu werden

Deelwoord

abgeheilt werdend
abgeheilt worden

indicatief

Het werkwoord abheilen vervoegd in de aantonende wijs Procespassief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich werde abgeheilt
du wirst abgeheilt
er wird abgeheilt
wir werden abgeheilt
ihr werdet abgeheilt
sie werden abgeheilt

Onvoltooid verleden tijd

ich wurde abgeheilt
du wurdest abgeheilt
er wurde abgeheilt
wir wurden abgeheilt
ihr wurdet abgeheilt
sie wurden abgeheilt

Perfectum

ich bin abgeheilt worden
du bist abgeheilt worden
er ist abgeheilt worden
wir sind abgeheilt worden
ihr seid abgeheilt worden
sie sind abgeheilt worden

Volt. verl. tijd

ich war abgeheilt worden
du warst abgeheilt worden
er war abgeheilt worden
wir waren abgeheilt worden
ihr wart abgeheilt worden
sie waren abgeheilt worden

Toekomende tijd I

ich werde abgeheilt werden
du wirst abgeheilt werden
er wird abgeheilt werden
wir werden abgeheilt werden
ihr werdet abgeheilt werden
sie werden abgeheilt werden

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde abgeheilt worden sein
du wirst abgeheilt worden sein
er wird abgeheilt worden sein
wir werden abgeheilt worden sein
ihr werdet abgeheilt worden sein
sie werden abgeheilt worden sein

  • Frostschäden, Brandwunden und hartnäckige Ekzeme heilen mit T-Salbe überraschend schnell ab . 
  • Die Indianer Nordamerikas zerstampften die Wurzel des Sonnenhutes zu Pulver und streuten dieses auf Wunden, die dann besser abheilten und sich nicht entzündeten. 

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord abheilen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich werde abgeheilt
du werdest abgeheilt
er werde abgeheilt
wir werden abgeheilt
ihr werdet abgeheilt
sie werden abgeheilt

Konjunktief II

ich würde abgeheilt
du würdest abgeheilt
er würde abgeheilt
wir würden abgeheilt
ihr würdet abgeheilt
sie würden abgeheilt

Voltooid Konj.

ich sei abgeheilt worden
du seiest abgeheilt worden
er sei abgeheilt worden
wir seien abgeheilt worden
ihr seiet abgeheilt worden
sie seien abgeheilt worden

Konj. volt. verl. t.

ich wäre abgeheilt worden
du wärest abgeheilt worden
er wäre abgeheilt worden
wir wären abgeheilt worden
ihr wäret abgeheilt worden
sie wären abgeheilt worden

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde abgeheilt werden
du werdest abgeheilt werden
er werde abgeheilt werden
wir werden abgeheilt werden
ihr werdet abgeheilt werden
sie werden abgeheilt werden

Toek. volt. aanw.

ich werde abgeheilt worden sein
du werdest abgeheilt worden sein
er werde abgeheilt worden sein
wir werden abgeheilt worden sein
ihr werdet abgeheilt worden sein
sie werden abgeheilt worden sein

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde abgeheilt werden
du würdest abgeheilt werden
er würde abgeheilt werden
wir würden abgeheilt werden
ihr würdet abgeheilt werden
sie würden abgeheilt werden

Verleden cond.

ich würde abgeheilt worden sein
du würdest abgeheilt worden sein
er würde abgeheilt worden sein
wir würden abgeheilt worden sein
ihr würdet abgeheilt worden sein
sie würden abgeheilt worden sein

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Procespassief tegenwoordige tijd voor het werkwoord abheilen


Tegenwoordige tijd

-
-
-
-

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Procespassief voor abheilen


Infinitief I


abgeheilt werden
abgeheilt zu werden

Infinitief II


abgeheilt worden sein
abgeheilt worden zu sein

Tegenwoordig deelwoord


abgeheilt werdend

Participle II


abgeheilt worden

  • Wird seine Krankheit abheilen ? 
  • Die verbrannte Haut ist völlig abgeheilt . 

Voorbeelden

Voorbeeldzinnen voor abheilen


  • Wird seine Krankheit abheilen ? 
    Engels Will his illness heal?
  • Die verbrannte Haut ist völlig abgeheilt . 
    Engels The burned skin is completely healed.
  • Frostschäden, Brandwunden und hartnäckige Ekzeme heilen mit T-Salbe überraschend schnell ab . 
    Engels Frost damage, burn wounds, and stubborn eczema heal surprisingly quickly with T-salve.
  • Die Indianer Nordamerikas zerstampften die Wurzel des Sonnenhutes zu Pulver und streuten dieses auf Wunden, die dann besser abheilten und sich nicht entzündeten. 
    Engels The Native Americans of North America crushed the root of the sunflower hat into powder and sprinkled it on wounds, which then healed better and did not become inflamed.

Voorbeelden 

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse abheilen


Duits abheilen
Engels heal, heal completely, heal up, fully recover, recover
Russisch заживать, зажить, пройти, выздороветь, выздоровление, полностью исцелиться
Spaans curarse, cerrarse, curar, sanar, sanar completamente
Frans guérir, guérir complètement, se rétablir
Turks tamamen iyileşmek, iyileşmek
Portugees cicatrizar, sarar, curar, curar completamente
Italiaans guarire, cicatrizzarsi, rimarginarsi, risanarsi, completare la guarigione, guarire completamente
Roemeens vindeca, să se vindece, vindeca complet
Hongaars gyógyulás befejezése, meggyógyulás, teljesen meggyógyul
Pools goić się, zagoić, zagoić się, uzdrowić, wyleczyć całkowicie, wyleczyć się
Grieks αποκατάσταση, θεραπεία
Nederlands genezen, herstellen, volledig genezen
Tsjechisch hojit se, zahojit se, uzdravit se, vyléčit se
Zweeds läkas, bota, läka, läka helt
Deens læges, hele
Japans 回復する, 完全に治す, 治癒する
Catalaans curar-se, cicatritzar, curar, guarir, guarir-se, curar completament, sanar
Fins parantua, toipua, täydellisesti parantua
Noors hele
Baskisch sendatzea, sendatzeko prozesua amaitzea
Servisch izlečiti, ozdraviti, završiti isceljenje
Macedonisch завршување на лекувањето, целосно лекување, целосно оздравување
Sloveens ozdraviti, zdraviti se
Slowaaks uzdravenie, uzdraviť, uzdraviť sa
Bosnisch izliječiti, ozdraviti, zacijeliti
Kroatisch zacijeliti, zacjeljivati, zarastati, zarasti, ozdraviti, potpuno ozdraviti, završiti ozdravljenje
Oekraïens завершити лікування, одужати, повністю вилікувати
Bulgaars възстановявам се, излекувам, излекувам напълно
Wit-Russisch завяршыць працэс гаення, загойвацца, поўнасцю вылечыць
Hebreeuwsלהחלים
Arabischالشفاء، شفاء كامل
Perzischبهبود یافتن، بهبودی کامل، شفا یافتن
Urduشفا پانا، علاج مکمل کرنا، مکمل صحت یابی

abheilen in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van abheilen

  • vollständig heilen, den Heilungsprozess abschließen, völlig heil werden, verheilen

abheilen in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord abheilen vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord abheilen


De vervoeging van het werkwoord ab·geheilt werden wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord ab·geheilt werden is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (wird abgeheilt - wurde abgeheilt - ist abgeheilt worden) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary abheilen en op abheilen in de Duden.

abheilen vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich werde abgeheiltwurde abgeheiltwerde abgeheiltwürde abgeheilt-
du wirst abgeheiltwurdest abgeheiltwerdest abgeheiltwürdest abgeheilt-
er wird abgeheiltwurde abgeheiltwerde abgeheiltwürde abgeheilt-
wir werden abgeheiltwurden abgeheiltwerden abgeheiltwürden abgeheilt-
ihr werdet abgeheiltwurdet abgeheiltwerdet abgeheiltwürdet abgeheilt-
sie werden abgeheiltwurden abgeheiltwerden abgeheiltwürden abgeheilt-

indicatief Procespassief

  • Tegenwoordige tijd: ich werde abgeheilt, du wirst abgeheilt, er wird abgeheilt, wir werden abgeheilt, ihr werdet abgeheilt, sie werden abgeheilt
  • Onvoltooid verleden tijd: ich wurde abgeheilt, du wurdest abgeheilt, er wurde abgeheilt, wir wurden abgeheilt, ihr wurdet abgeheilt, sie wurden abgeheilt
  • Perfectum: ich bin abgeheilt worden, du bist abgeheilt worden, er ist abgeheilt worden, wir sind abgeheilt worden, ihr seid abgeheilt worden, sie sind abgeheilt worden
  • Voltooid verleden tijd: ich war abgeheilt worden, du warst abgeheilt worden, er war abgeheilt worden, wir waren abgeheilt worden, ihr wart abgeheilt worden, sie waren abgeheilt worden
  • Toekomende tijd I: ich werde abgeheilt werden, du wirst abgeheilt werden, er wird abgeheilt werden, wir werden abgeheilt werden, ihr werdet abgeheilt werden, sie werden abgeheilt werden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde abgeheilt worden sein, du wirst abgeheilt worden sein, er wird abgeheilt worden sein, wir werden abgeheilt worden sein, ihr werdet abgeheilt worden sein, sie werden abgeheilt worden sein

Conjunctief Procespassief

  • Tegenwoordige tijd: ich werde abgeheilt, du werdest abgeheilt, er werde abgeheilt, wir werden abgeheilt, ihr werdet abgeheilt, sie werden abgeheilt
  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde abgeheilt, du würdest abgeheilt, er würde abgeheilt, wir würden abgeheilt, ihr würdet abgeheilt, sie würden abgeheilt
  • Perfectum: ich sei abgeheilt worden, du seiest abgeheilt worden, er sei abgeheilt worden, wir seien abgeheilt worden, ihr seiet abgeheilt worden, sie seien abgeheilt worden
  • Voltooid verleden tijd: ich wäre abgeheilt worden, du wärest abgeheilt worden, er wäre abgeheilt worden, wir wären abgeheilt worden, ihr wäret abgeheilt worden, sie wären abgeheilt worden
  • Toekomende tijd I: ich werde abgeheilt werden, du werdest abgeheilt werden, er werde abgeheilt werden, wir werden abgeheilt werden, ihr werdet abgeheilt werden, sie werden abgeheilt werden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde abgeheilt worden sein, du werdest abgeheilt worden sein, er werde abgeheilt worden sein, wir werden abgeheilt worden sein, ihr werdet abgeheilt worden sein, sie werden abgeheilt worden sein

Voorwaardelijke wijs II (würde) Procespassief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde abgeheilt werden, du würdest abgeheilt werden, er würde abgeheilt werden, wir würden abgeheilt werden, ihr würdet abgeheilt werden, sie würden abgeheilt werden
  • Voltooid verleden tijd: ich würde abgeheilt worden sein, du würdest abgeheilt worden sein, er würde abgeheilt worden sein, wir würden abgeheilt worden sein, ihr würdet abgeheilt worden sein, sie würden abgeheilt worden sein

Imperatief Procespassief

  • Tegenwoordige tijd: -, -, -, -

Infinitief/Deelwoord Procespassief

  • Infinitief I: abgeheilt werden, abgeheilt zu werden
  • Infinitief II: abgeheilt worden sein, abgeheilt worden zu sein
  • Tegenwoordig deelwoord: abgeheilt werdend
  • Participle II: abgeheilt worden

Opmerkingen



Inloggen

* De zinnen uit Wiktionary (de.wiktionary.org) zijn vrij beschikbaar onder de licentie CC BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.de). Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via de volgende links: 1069444

* De zinnen van Tatoeba (tatoeba.org) zijn gratis beschikbaar onder de CC BY 2.0 FR (creativecommons.org/licenses/by/2.0/fr/) licentie. Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via: 4392714, 10146479

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 1069444

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: abheilen