Vervoeging van het Duitse werkwoord umkippen (hat)

De vervoeging van het werkwoord umkippen (omgooien, omkeren) is regelmatig. De basisvormen zijn kippt um, kippte um en hat umgekippt. Het hulpwerkwoord van umkippen is "haben". Er zijn echter ook tijden met het hulpwerkwoord "sein". De eerste lettergreep um- van umkippen is scheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord umkippen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor umkippen. Je kunt niet alleen umkippen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau C2. Opmerkingen

sein
um·kippen
haben
um·kippen

C2 · regelmatig · haben · scheidbaar

um·kippen

kippt um · kippte um · hat umgekippt

Engels overturn, tip over, cant over, capsize, fall over, overbalance, tip over into, turn, upset

etwas zu Fall bringen; bewirken, dass etwas umfällt; umstürzen, umwerfen, umschmeißen

(acc., in+A)

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van umkippen (hat)

Tegenwoordige tijd

ich kipp(e)⁵ um
du kippst um
er kippt um
wir kippen um
ihr kippt um
sie kippen um

Onvoltooid verleden tijd

ich kippte um
du kipptest um
er kippte um
wir kippten um
ihr kipptet um
sie kippten um

Imperatief

-
kipp(e)⁵ (du) um
-
kippen wir um
kippt (ihr) um
kippen Sie um

Konjunktief I

ich kippe um
du kippest um
er kippe um
wir kippen um
ihr kippet um
sie kippen um

Konjunktief II

ich kippte um
du kipptest um
er kippte um
wir kippten um
ihr kipptet um
sie kippten um

Infinitief

umkippen
umzukippen

Deelwoord

umkippend
umgekippt

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord umkippen (hat) vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich kipp(e)⁵ um
du kippst um
er kippt um
wir kippen um
ihr kippt um
sie kippen um

Onvoltooid verleden tijd

ich kippte um
du kipptest um
er kippte um
wir kippten um
ihr kipptet um
sie kippten um

Perfectum

ich habe umgekippt
du hast umgekippt
er hat umgekippt
wir haben umgekippt
ihr habt umgekippt
sie haben umgekippt

Volt. verl. tijd

ich hatte umgekippt
du hattest umgekippt
er hatte umgekippt
wir hatten umgekippt
ihr hattet umgekippt
sie hatten umgekippt

Toekomende tijd I

ich werde umkippen
du wirst umkippen
er wird umkippen
wir werden umkippen
ihr werdet umkippen
sie werden umkippen

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde umgekippt haben
du wirst umgekippt haben
er wird umgekippt haben
wir werden umgekippt haben
ihr werdet umgekippt haben
sie werden umgekippt haben

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord umkippen (hat) in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich kippe um
du kippest um
er kippe um
wir kippen um
ihr kippet um
sie kippen um

Konjunktief II

ich kippte um
du kipptest um
er kippte um
wir kippten um
ihr kipptet um
sie kippten um

Voltooid Konj.

ich habe umgekippt
du habest umgekippt
er habe umgekippt
wir haben umgekippt
ihr habet umgekippt
sie haben umgekippt

Konj. volt. verl. t.

ich hätte umgekippt
du hättest umgekippt
er hätte umgekippt
wir hätten umgekippt
ihr hättet umgekippt
sie hätten umgekippt

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde umkippen
du werdest umkippen
er werde umkippen
wir werden umkippen
ihr werdet umkippen
sie werden umkippen

Toek. volt. aanw.

ich werde umgekippt haben
du werdest umgekippt haben
er werde umgekippt haben
wir werden umgekippt haben
ihr werdet umgekippt haben
sie werden umgekippt haben

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde umkippen
du würdest umkippen
er würde umkippen
wir würden umkippen
ihr würdet umkippen
sie würden umkippen

Verleden cond.

ich würde umgekippt haben
du würdest umgekippt haben
er würde umgekippt haben
wir würden umgekippt haben
ihr würdet umgekippt haben
sie würden umgekippt haben

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord umkippen (hat)


Tegenwoordige tijd

kipp(e)⁵ (du) um
kippen wir um
kippt (ihr) um
kippen Sie um

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor umkippen (hat)


Infinitief I


umkippen
umzukippen

Infinitief II


umgekippt haben
umgekippt zu haben

Tegenwoordig deelwoord


umkippend

Participle II


umgekippt

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse umkippen (hat)


Duits umkippen (hat)
Engels overturn, tip over, cant over, capsize, fall over, overbalance, tip over into, turn
Russisch опрокидывать, опрокидываться, опрокинуть, опрокинуться, перевернуться, перевёртываться, падение
Spaans tumbar, volcar, derribar, verter, caer
Frans renverser, faire basculer, faire tomber
Turks devirmek, düşürmek
Portugees virar, deitar ao chão, entornar, derrubar, tombar
Italiaans capovolgere, rovesciare, ribaltare
Roemeens răsturna, înclina
Hongaars felfordít, eldőlni, felbillenteni, felborítani
Pools przewrócić, przewracać, wywrócić, wywracać, upaść
Grieks αναποδογυρίζω, αναποδογύρισμα, ανατροπή
Nederlands omgooien, omkeren, omkiepen, omvallen
Tsjechisch převrhávat, převrhávathnout, převrhnout, převrátit, sklopit
Zweeds backa, bli sur, dö, stjälpa, svimma, välta, ändra sig, kasta omkull
Deens vælte, blive sur, foretage en kovending, tippe over, vippe om, kaste omkuld
Japans ひっくり返す, ひっくり返る, 倒れる
Catalaans volcar, caure
Fins kaatuminen, kaataa
Noors velte, kaste om, kaste omkull
Baskisch bota, erori, erortzea, erortzi
Servisch srušiti, prevrnuti
Macedonisch пад, падне, превртување, сруши
Sloveens podreti, prevrniti, prevrniti se
Slowaaks prevrhnúť, prevrátiť, spadnúť
Bosnisch srušiti, prevrnuti
Kroatisch srušiti, prevrnuti
Oekraïens перевернути, звалити, падати
Bulgaars свалям, превръщам
Wit-Russisch зваліцца, упасці
Hebreeuwsלהפיל
Arabischقلب، إسقاط، انقلاب، سقوط
Perzischافتادن، سرنگون کردن، سرنگونی
Urduپھینکنا، گرنا

umkippen (hat) in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van umkippen (hat)

  • etwas zu Fall bringen, bewirken, dass etwas umfällt, umstürzen, umwerfen, umschmeißen
  • etwas zu Fall bringen, bewirken, dass etwas umfällt, umstürzen, umwerfen, umschmeißen
  • etwas zu Fall bringen, bewirken, dass etwas umfällt, umstürzen, umwerfen, umschmeißen
  • etwas zu Fall bringen, bewirken, dass etwas umfällt, umstürzen, umwerfen, umschmeißen
  • etwas zu Fall bringen, bewirken, dass etwas umfällt, umstürzen, umwerfen, umschmeißen
  • ...

umkippen (hat) in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Voorzetsels

Voorzetsels voor umkippen (hat)


  • jemand/etwas kippt etwas in etwas um

Toepassingen  Voorzetsels 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord umkippen vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord umkippen (hat)


De vervoeging van het werkwoord um·kippen wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord um·kippen is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (kippt um - kippte um - hat umgekippt) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary umkippen en op umkippen in de Duden.

umkippen vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich kipp(e) umkippte umkippe umkippte um-
du kippst umkipptest umkippest umkipptest umkipp(e) um
er kippt umkippte umkippe umkippte um-
wir kippen umkippten umkippen umkippten umkippen um
ihr kippt umkipptet umkippet umkipptet umkippt um
sie kippen umkippten umkippen umkippten umkippen um

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich kipp(e) um, du kippst um, er kippt um, wir kippen um, ihr kippt um, sie kippen um
  • Onvoltooid verleden tijd: ich kippte um, du kipptest um, er kippte um, wir kippten um, ihr kipptet um, sie kippten um
  • Perfectum: ich habe umgekippt, du hast umgekippt, er hat umgekippt, wir haben umgekippt, ihr habt umgekippt, sie haben umgekippt
  • Voltooid verleden tijd: ich hatte umgekippt, du hattest umgekippt, er hatte umgekippt, wir hatten umgekippt, ihr hattet umgekippt, sie hatten umgekippt
  • Toekomende tijd I: ich werde umkippen, du wirst umkippen, er wird umkippen, wir werden umkippen, ihr werdet umkippen, sie werden umkippen
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde umgekippt haben, du wirst umgekippt haben, er wird umgekippt haben, wir werden umgekippt haben, ihr werdet umgekippt haben, sie werden umgekippt haben

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich kippe um, du kippest um, er kippe um, wir kippen um, ihr kippet um, sie kippen um
  • Onvoltooid verleden tijd: ich kippte um, du kipptest um, er kippte um, wir kippten um, ihr kipptet um, sie kippten um
  • Perfectum: ich habe umgekippt, du habest umgekippt, er habe umgekippt, wir haben umgekippt, ihr habet umgekippt, sie haben umgekippt
  • Voltooid verleden tijd: ich hätte umgekippt, du hättest umgekippt, er hätte umgekippt, wir hätten umgekippt, ihr hättet umgekippt, sie hätten umgekippt
  • Toekomende tijd I: ich werde umkippen, du werdest umkippen, er werde umkippen, wir werden umkippen, ihr werdet umkippen, sie werden umkippen
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde umgekippt haben, du werdest umgekippt haben, er werde umgekippt haben, wir werden umgekippt haben, ihr werdet umgekippt haben, sie werden umgekippt haben

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde umkippen, du würdest umkippen, er würde umkippen, wir würden umkippen, ihr würdet umkippen, sie würden umkippen
  • Voltooid verleden tijd: ich würde umgekippt haben, du würdest umgekippt haben, er würde umgekippt haben, wir würden umgekippt haben, ihr würdet umgekippt haben, sie würden umgekippt haben

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: kipp(e) (du) um, kippen wir um, kippt (ihr) um, kippen Sie um

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: umkippen, umzukippen
  • Infinitief II: umgekippt haben, umgekippt zu haben
  • Tegenwoordig deelwoord: umkippend
  • Participle II: umgekippt

Opmerkingen



Inloggen

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 144728, 144728, 144728, 144728, 144728, 144728

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: umkippen