Vervoeging van het Duitse werkwoord querschreiben ⟨Bijzin⟩

De vervoeging van het werkwoord querschreiben (ondertekenen) is onregelmatig. De basisvormen zijn ... querschreibt, ... querschrieb en ... quergeschrieben hat. De ablaut vindt plaats met de stamklinkers ei - ie - ie. Het hulpwerkwoord van querschreiben is "haben". De eerste lettergreep quer- van querschreiben is scheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Bijzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord querschreiben beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor querschreiben. Je kunt niet alleen querschreiben vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen ☆

onregelmatig · haben · scheidbaar

quer·schreiben

... querschreibt · ... querschrieb · ... quergeschrieben hat

 Verandering van de stamklinker  ei - ie - ie 

Engels endorse, sign

einen Wechsel akzeptieren, indem auf ihm mit dem eigenen Namen signiert wird

acc.

Werbung ausblenden

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van querschreiben

Tegenwoordige tijd

... ich querschreib(e)⁵
... du querschreibst
... er querschreibt
... wir querschreiben
... ihr querschreibt
... sie querschreiben

Onvoltooid verleden tijd

... ich querschrieb
... du querschriebst
... er querschrieb
... wir querschrieben
... ihr querschriebt
... sie querschrieben

Imperatief

-
schreib(e)⁵ (du) quer
-
schreiben wir quer
schreibt (ihr) quer
schreiben Sie quer

Konjunktief I

... ich querschreibe
... du querschreibest
... er querschreibe
... wir querschreiben
... ihr querschreibet
... sie querschreiben

Konjunktief II

... ich querschriebe
... du querschriebest
... er querschriebe
... wir querschrieben
... ihr querschriebet
... sie querschrieben

Infinitief

querschreiben
querzuschreiben

Deelwoord

querschreibend
quergeschrieben

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

indicatief

Het werkwoord querschreiben vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd

Tegenwoordige tijd

... ich querschreib(e)⁵
... du querschreibst
... er querschreibt
... wir querschreiben
... ihr querschreibt
... sie querschreiben

Onvoltooid verleden tijd

... ich querschrieb
... du querschriebst
... er querschrieb
... wir querschrieben
... ihr querschriebt
... sie querschrieben

Perfectum

... ich quergeschrieben habe
... du quergeschrieben hast
... er quergeschrieben hat
... wir quergeschrieben haben
... ihr quergeschrieben habt
... sie quergeschrieben haben

Volt. verl. tijd

... ich quergeschrieben hatte
... du quergeschrieben hattest
... er quergeschrieben hatte
... wir quergeschrieben hatten
... ihr quergeschrieben hattet
... sie quergeschrieben hatten

Toekomende tijd I

... ich querschreiben werde
... du querschreiben wirst
... er querschreiben wird
... wir querschreiben werden
... ihr querschreiben werdet
... sie querschreiben werden

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

... ich quergeschrieben haben werde
... du quergeschrieben haben wirst
... er quergeschrieben haben wird
... wir quergeschrieben haben werden
... ihr quergeschrieben haben werdet
... sie quergeschrieben haben werden

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord querschreiben in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.

Konjunktief I

... ich querschreibe
... du querschreibest
... er querschreibe
... wir querschreiben
... ihr querschreibet
... sie querschreiben

Konjunktief II

... ich querschriebe
... du querschriebest
... er querschriebe
... wir querschrieben
... ihr querschriebet
... sie querschrieben

Voltooid Konj.

... ich quergeschrieben habe
... du quergeschrieben habest
... er quergeschrieben habe
... wir quergeschrieben haben
... ihr quergeschrieben habet
... sie quergeschrieben haben

Konj. volt. verl. t.

... ich quergeschrieben hätte
... du quergeschrieben hättest
... er quergeschrieben hätte
... wir quergeschrieben hätten
... ihr quergeschrieben hättet
... sie quergeschrieben hätten

Toekomende aanvoegende wijs I

... ich querschreiben werde
... du querschreiben werdest
... er querschreiben werde
... wir querschreiben werden
... ihr querschreiben werdet
... sie querschreiben werden

Toek. volt. aanw.

... ich quergeschrieben haben werde
... du quergeschrieben haben werdest
... er quergeschrieben haben werde
... wir quergeschrieben haben werden
... ihr quergeschrieben haben werdet
... sie quergeschrieben haben werden

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.

Conjunctief II

... ich querschreiben würde
... du querschreiben würdest
... er querschreiben würde
... wir querschreiben würden
... ihr querschreiben würdet
... sie querschreiben würden

Verleden cond.

... ich quergeschrieben haben würde
... du quergeschrieben haben würdest
... er quergeschrieben haben würde
... wir quergeschrieben haben würden
... ihr quergeschrieben haben würdet
... sie quergeschrieben haben würden

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord querschreiben

Tegenwoordige tijd

schreib(e)⁵ (du) quer
schreiben wir quer
schreibt (ihr) quer
schreiben Sie quer

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor querschreiben

Infinitief I


querschreiben
querzuschreiben

Infinitief II


quergeschrieben haben
quergeschrieben zu haben

Tegenwoordig deelwoord


querschreibend

Participle II


quergeschrieben

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse querschreiben

Duits querschreiben
Engels endorse, sign
Russisch подписывать
Spaans firmar
Frans endosser
Turks imzalamak
Portugees assinar
Italiaans firmare
Roemeens semnare
Hongaars váltó aláírása
Pools akceptować, podpisywać
Grieks υπογραφή
Nederlands ondertekenen
Tsjechisch podepsat
Zweeds underteckna
Deens underskrive
Japans 署名する
Catalaans acceptar un canvi, signar
Fins allekirjoittaa
Noors akseptere veksel
Baskisch sinatu
Servisch potpisati
Macedonisch потпишување
Sloveens podpisati
Slowaaks podpísať zmenku
Bosnisch potpisati
Kroatisch potpisati
Oekraïens підписати
Bulgaars подписване
Wit-Russisch падпісваць
Hebreeuwsלחתום
Arabischتوقيع
Perzischامضا کردن
Urduدستخط کرنا

querschreiben in dict.cc

Vertalingen 

Doe mee

Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



 		Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van querschreiben
  • einen Wechsel akzeptieren, indem auf ihm mit dem eigenen Namen signiert wird
querschreiben in openthesaurus.de
Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord querschreiben vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord querschreiben

De vervoeging van het werkwoord quer·schreiben wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord quer·schreiben is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (... querschreibt - ... querschrieb - ... quergeschrieben hat) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary querschreiben en op querschreiben in de Duden.

querschreiben vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich ... querschreib(e)... querschrieb... querschreibe... querschriebe-
du ... querschreibst... querschriebst... querschreibest... querschriebestschreib(e) quer
er ... querschreibt... querschrieb... querschreibe... querschriebe-
wir ... querschreiben... querschrieben... querschreiben... querschriebenschreiben quer
ihr ... querschreibt... querschriebt... querschreibet... querschriebetschreibt quer
sie ... querschreiben... querschrieben... querschreiben... querschriebenschreiben quer

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ... ich querschreib(e), ... du querschreibst, ... er querschreibt, ... wir querschreiben, ... ihr querschreibt, ... sie querschreiben
  • Onvoltooid verleden tijd: ... ich querschrieb, ... du querschriebst, ... er querschrieb, ... wir querschrieben, ... ihr querschriebt, ... sie querschrieben
  • Perfectum: ... ich quergeschrieben habe, ... du quergeschrieben hast, ... er quergeschrieben hat, ... wir quergeschrieben haben, ... ihr quergeschrieben habt, ... sie quergeschrieben haben
  • Voltooid verleden tijd: ... ich quergeschrieben hatte, ... du quergeschrieben hattest, ... er quergeschrieben hatte, ... wir quergeschrieben hatten, ... ihr quergeschrieben hattet, ... sie quergeschrieben hatten
  • Toekomende tijd I: ... ich querschreiben werde, ... du querschreiben wirst, ... er querschreiben wird, ... wir querschreiben werden, ... ihr querschreiben werdet, ... sie querschreiben werden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ... ich quergeschrieben haben werde, ... du quergeschrieben haben wirst, ... er quergeschrieben haben wird, ... wir quergeschrieben haben werden, ... ihr quergeschrieben haben werdet, ... sie quergeschrieben haben werden

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ... ich querschreibe, ... du querschreibest, ... er querschreibe, ... wir querschreiben, ... ihr querschreibet, ... sie querschreiben
  • Onvoltooid verleden tijd: ... ich querschriebe, ... du querschriebest, ... er querschriebe, ... wir querschrieben, ... ihr querschriebet, ... sie querschrieben
  • Perfectum: ... ich quergeschrieben habe, ... du quergeschrieben habest, ... er quergeschrieben habe, ... wir quergeschrieben haben, ... ihr quergeschrieben habet, ... sie quergeschrieben haben
  • Voltooid verleden tijd: ... ich quergeschrieben hätte, ... du quergeschrieben hättest, ... er quergeschrieben hätte, ... wir quergeschrieben hätten, ... ihr quergeschrieben hättet, ... sie quergeschrieben hätten
  • Toekomende tijd I: ... ich querschreiben werde, ... du querschreiben werdest, ... er querschreiben werde, ... wir querschreiben werden, ... ihr querschreiben werdet, ... sie querschreiben werden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ... ich quergeschrieben haben werde, ... du quergeschrieben haben werdest, ... er quergeschrieben haben werde, ... wir quergeschrieben haben werden, ... ihr quergeschrieben haben werdet, ... sie quergeschrieben haben werden

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ... ich querschreiben würde, ... du querschreiben würdest, ... er querschreiben würde, ... wir querschreiben würden, ... ihr querschreiben würdet, ... sie querschreiben würden
  • Voltooid verleden tijd: ... ich quergeschrieben haben würde, ... du quergeschrieben haben würdest, ... er quergeschrieben haben würde, ... wir quergeschrieben haben würden, ... ihr quergeschrieben haben würdet, ... sie quergeschrieben haben würden

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: schreib(e) (du) quer, schreiben wir quer, schreibt (ihr) quer, schreiben Sie quer

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: querschreiben, querzuschreiben
  • Infinitief II: quergeschrieben haben, quergeschrieben zu haben
  • Tegenwoordig deelwoord: querschreibend
  • Participle II: quergeschrieben

Opmerkingen


Inloggen

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 1075989