Vervoeging van het Duitse werkwoord hintreiben (ist) ⟨Bijzin⟩

De vervoeging van het werkwoord hintreiben (drijven, meedrijven) is onregelmatig. De basisvormen zijn ... hintreibt, ... hintrieb en ... hingetrieben ist. De ablaut vindt plaats met de stamklinkers ei - ie - ie. Het hulpwerkwoord van hintreiben is "sein". Er zijn echter ook tijden met het hulpwerkwoord "haben". De eerste lettergreep hin- van hintreiben is scheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Bijzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord hintreiben beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor hintreiben. Je kunt niet alleen hintreiben vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen

haben
hin·treiben
sein
hin·treiben

onregelmatig · sein · scheidbaar

hin·treiben

... hintreibt · ... hintrieb · ... hingetrieben ist

 Verandering van de stamklinker  ei - ie - ie 

Engels drive, push

zu einem bestimmten Ort treiben; jemanden irgendwohin bewegen

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van hintreiben (ist)

Tegenwoordige tijd

... ich hintreib(e)⁵
... du hintreibst
... er hintreibt
... wir hintreiben
... ihr hintreibt
... sie hintreiben

Onvoltooid verleden tijd

... ich hintrieb
... du hintriebst
... er hintrieb
... wir hintrieben
... ihr hintriebt
... sie hintrieben

Imperatief

-
treib(e)⁵ (du) hin
-
treiben wir hin
treibt (ihr) hin
treiben Sie hin

Konjunktief I

... ich hintreibe
... du hintreibest
... er hintreibe
... wir hintreiben
... ihr hintreibet
... sie hintreiben

Konjunktief II

... ich hintriebe
... du hintriebest
... er hintriebe
... wir hintrieben
... ihr hintriebet
... sie hintrieben

Infinitief

hintreiben
hinzutreiben

Deelwoord

hintreibend
hingetrieben

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord hintreiben (ist) vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

... ich hintreib(e)⁵
... du hintreibst
... er hintreibt
... wir hintreiben
... ihr hintreibt
... sie hintreiben

Onvoltooid verleden tijd

... ich hintrieb
... du hintriebst
... er hintrieb
... wir hintrieben
... ihr hintriebt
... sie hintrieben

Perfectum

... ich hingetrieben bin
... du hingetrieben bist
... er hingetrieben ist
... wir hingetrieben sind
... ihr hingetrieben seid
... sie hingetrieben sind

Volt. verl. tijd

... ich hingetrieben war
... du hingetrieben warst
... er hingetrieben war
... wir hingetrieben waren
... ihr hingetrieben wart
... sie hingetrieben waren

Toekomende tijd I

... ich hintreiben werde
... du hintreiben wirst
... er hintreiben wird
... wir hintreiben werden
... ihr hintreiben werdet
... sie hintreiben werden

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

... ich hingetrieben sein werde
... du hingetrieben sein wirst
... er hingetrieben sein wird
... wir hingetrieben sein werden
... ihr hingetrieben sein werdet
... sie hingetrieben sein werden

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord hintreiben (ist) in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

... ich hintreibe
... du hintreibest
... er hintreibe
... wir hintreiben
... ihr hintreibet
... sie hintreiben

Konjunktief II

... ich hintriebe
... du hintriebest
... er hintriebe
... wir hintrieben
... ihr hintriebet
... sie hintrieben

Voltooid Konj.

... ich hingetrieben sei
... du hingetrieben seiest
... er hingetrieben sei
... wir hingetrieben seien
... ihr hingetrieben seiet
... sie hingetrieben seien

Konj. volt. verl. t.

... ich hingetrieben wäre
... du hingetrieben wärest
... er hingetrieben wäre
... wir hingetrieben wären
... ihr hingetrieben wäret
... sie hingetrieben wären

Toekomende aanvoegende wijs I

... ich hintreiben werde
... du hintreiben werdest
... er hintreiben werde
... wir hintreiben werden
... ihr hintreiben werdet
... sie hintreiben werden

Toek. volt. aanw.

... ich hingetrieben sein werde
... du hingetrieben sein werdest
... er hingetrieben sein werde
... wir hingetrieben sein werden
... ihr hingetrieben sein werdet
... sie hingetrieben sein werden

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

... ich hintreiben würde
... du hintreiben würdest
... er hintreiben würde
... wir hintreiben würden
... ihr hintreiben würdet
... sie hintreiben würden

Verleden cond.

... ich hingetrieben sein würde
... du hingetrieben sein würdest
... er hingetrieben sein würde
... wir hingetrieben sein würden
... ihr hingetrieben sein würdet
... sie hingetrieben sein würden

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord hintreiben (ist)


Tegenwoordige tijd

treib(e)⁵ (du) hin
treiben wir hin
treibt (ihr) hin
treiben Sie hin

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor hintreiben (ist)


Infinitief I


hintreiben
hinzutreiben

Infinitief II


hingetrieben sein
hingetrieben zu sein

Tegenwoordig deelwoord


hintreibend

Participle II


hingetrieben

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse hintreiben (ist)


Duits hintreiben (ist)
Engels drive, push
Russisch двигать, загонять, приводить, толкать
Spaans arrastrar, impulsar, llevar, mover
Frans pousser, conduire, mouvoir
Turks itmek, sürüklemek
Portugees impelir, forçar, mover
Italiaans spingere, muovere, portare
Roemeens împinge, muta, îndemna
Hongaars elmozdítani, elterel, kényszerít
Pools przemieszczać, pędzić, zaganianie
Grieks μετακινώ, οδηγώ, σπρώχνω
Nederlands drijven, meedrijven, stuwen
Tsjechisch pohánět, hnat
Zweeds driva, föra
Deens drive, skubbe
Japans 促す, 動かす, 押しやる, 追いやる
Catalaans empènyer, moure algú, portar
Fins ajaa, liikuttaa, työntää
Noors drive, føre
Baskisch bultzatu, bultzada, mugitu
Servisch naterati, gurnuti, pokrenuti
Macedonisch поттикнување
Sloveens gnati, pognati, premakniti
Slowaaks poháňať, hnúť
Bosnisch naterati, gurnuti, pokrenuti
Kroatisch nagnati, pokrenuti, potaknuti, poticati
Oekraïens змушувати, зганяти, підштовхувати
Bulgaars движа някого, завеждам, отвеждам
Wit-Russisch загнаць, загнаць у пэўнае месца, падштурхваць
Indonesisch menggiring, menghalau
Vietnamees lùa, dồn, xua đuổi
Oezbeeks haydash
Hindi धकेलना, हांकना
Chinees 赶入, 赶到, 驱赶
Thais ขับไล่, ต้อน, ต้อนเข้า, ไล่ต้อน
Koreaans 몰아가다, 몰아넣다
Azerbeidzjaans qovmaq, sürmək
Georgisch წაყვანა, განდევნა, მიყვანა
Bengaals তাড়ানো, হাঁকানো
Albanees shtyj, ngas, përzë
Marathi हाकणे, हुसकावणे
Nepalees धकेल्नु, हाक्नु
Telugu తరలించు, తరిమికొట్టు, తరిమివేయడం, తోసుకుపోవడం
Lets dzīt, iedzīt
Tamil துரத்துதல், ஓட்டுதல், மேய்த்தல்
Ests ajama
Armeens քշել
Koerdisch revandin
Hebreeuwsלגרום להגיע، להניע
Arabischإجبار، تحريك، دفع
Perzischحرکت دادن، رانده شدن به یک مکان مشخص
Urduلے جانا، پہنچانا، کسی کو کہیں لے جانا

hintreiben (ist) in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van hintreiben (ist)

  • zu einem bestimmten Ort treiben
  • jemanden irgendwohin bewegen

hintreiben (ist) in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord hintreiben vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord hintreiben (ist)


De vervoeging van het werkwoord hin·treiben wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord hin·treiben is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (... hintreibt - ... hintrieb - ... hingetrieben ist) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary hintreiben en op hintreiben in de Duden.

hintreiben vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich ... hintreib(e)... hintrieb... hintreibe... hintriebe-
du ... hintreibst... hintriebst... hintreibest... hintriebesttreib(e) hin
er ... hintreibt... hintrieb... hintreibe... hintriebe-
wir ... hintreiben... hintrieben... hintreiben... hintriebentreiben hin
ihr ... hintreibt... hintriebt... hintreibet... hintriebettreibt hin
sie ... hintreiben... hintrieben... hintreiben... hintriebentreiben hin

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ... ich hintreib(e), ... du hintreibst, ... er hintreibt, ... wir hintreiben, ... ihr hintreibt, ... sie hintreiben
  • Onvoltooid verleden tijd: ... ich hintrieb, ... du hintriebst, ... er hintrieb, ... wir hintrieben, ... ihr hintriebt, ... sie hintrieben
  • Perfectum: ... ich hingetrieben bin, ... du hingetrieben bist, ... er hingetrieben ist, ... wir hingetrieben sind, ... ihr hingetrieben seid, ... sie hingetrieben sind
  • Voltooid verleden tijd: ... ich hingetrieben war, ... du hingetrieben warst, ... er hingetrieben war, ... wir hingetrieben waren, ... ihr hingetrieben wart, ... sie hingetrieben waren
  • Toekomende tijd I: ... ich hintreiben werde, ... du hintreiben wirst, ... er hintreiben wird, ... wir hintreiben werden, ... ihr hintreiben werdet, ... sie hintreiben werden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ... ich hingetrieben sein werde, ... du hingetrieben sein wirst, ... er hingetrieben sein wird, ... wir hingetrieben sein werden, ... ihr hingetrieben sein werdet, ... sie hingetrieben sein werden

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ... ich hintreibe, ... du hintreibest, ... er hintreibe, ... wir hintreiben, ... ihr hintreibet, ... sie hintreiben
  • Onvoltooid verleden tijd: ... ich hintriebe, ... du hintriebest, ... er hintriebe, ... wir hintrieben, ... ihr hintriebet, ... sie hintrieben
  • Perfectum: ... ich hingetrieben sei, ... du hingetrieben seiest, ... er hingetrieben sei, ... wir hingetrieben seien, ... ihr hingetrieben seiet, ... sie hingetrieben seien
  • Voltooid verleden tijd: ... ich hingetrieben wäre, ... du hingetrieben wärest, ... er hingetrieben wäre, ... wir hingetrieben wären, ... ihr hingetrieben wäret, ... sie hingetrieben wären
  • Toekomende tijd I: ... ich hintreiben werde, ... du hintreiben werdest, ... er hintreiben werde, ... wir hintreiben werden, ... ihr hintreiben werdet, ... sie hintreiben werden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ... ich hingetrieben sein werde, ... du hingetrieben sein werdest, ... er hingetrieben sein werde, ... wir hingetrieben sein werden, ... ihr hingetrieben sein werdet, ... sie hingetrieben sein werden

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ... ich hintreiben würde, ... du hintreiben würdest, ... er hintreiben würde, ... wir hintreiben würden, ... ihr hintreiben würdet, ... sie hintreiben würden
  • Voltooid verleden tijd: ... ich hingetrieben sein würde, ... du hingetrieben sein würdest, ... er hingetrieben sein würde, ... wir hingetrieben sein würden, ... ihr hingetrieben sein würdet, ... sie hingetrieben sein würden

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: treib(e) (du) hin, treiben wir hin, treibt (ihr) hin, treiben Sie hin

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: hintreiben, hinzutreiben
  • Infinitief II: hingetrieben sein, hingetrieben zu sein
  • Tegenwoordig deelwoord: hintreibend
  • Participle II: hingetrieben

Opmerkingen



Inloggen