Voorbeeldzinnen met het werkwoord zusammenstoßen ⟨statief passief⟩ ⟨Vragende zin⟩

Voorbeelden van het gebruik van de vervoeging van het werkwoord zusammenstoßen. Dit zijn echte zinnen en zinnen uit het project Tatoeba. Voor elke vervoegde vorm wordt zo'n voorbeeldzin getoond. De werkwoordsvorm wordt gemarkeerd. Als er meer dan één zin is, wordt er willekeurig een voorbeeld met het Duitse werkwoord zusammenstoßen gekozen. Om de vervoeging niet alleen aan de hand van voorbeelden te begrijpen, maar ook te oefenen, zijn er werkbladen voor het werkwoord zusammenstoßen beschikbaar.

Tegenwoordige tijd

Onvoltooid verleden tijd

Die Autos stießen frontal zusammen .
The cars collided head on.
Die beiden Autos stießen krachend zusammen .
The two cars crashed together with a bang.
Das Auto stieß mit dem LKW zusammen .
The car crashed into the truck.

Konjunktief I

Konjunktief II

Imperatief

Infinitief

Ich habe Angst davor, mit so einem Lastwagen zusammenzustoßen .
I am afraid of colliding with such a truck.

Deelwoord

Zwei Autos sind zusammengestoßen .
Two cars have collided.
Sie sind sehr heftig zusammengestoßen .
They collided very violently.
Ich bin fast mit Thomas zusammengestoßen .
I almost collided with Thomas.
Unser Bus ist mit einem Lastwagen zusammengestoßen .
Our bus collided with a truck.
Tom weiß, wer mit Marias Auto zusammengestoßen ist.
Tom knows who crashed into Mary's car.
Mein Cousin war kein einfaches Kind, der ist damals mit jedem zusammengestoßen .
My cousin was not an easy child; he clashed with everyone back then.
Das rote Auto ist mit dem blauen Kleintransporter zusammengestoßen .
The red car collided with the blue van.
Ihr Mann, sagten die Männer, als sie der Frau auf dem Treppenabsatz gegenüberstanden, sei bei der Ausfahrt von der Autobahn mit einem anderen Wagen zusammengestoßen .
Her husband, the men said, as they stood opposite the woman on the landing, had collided with another car at the exit from the highway.

Werkwoordschema Regels

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord

Definities

Werbung ausblenden

indicatief

Voorbeeldzinnen in de aantonende wijs statief passief voor het werkwoord zusammenstoßen

Die Autos stießen frontal zusammen .
The cars collided head on.
Die beiden Autos stießen krachend zusammen .
The two cars crashed together with a bang.
Das Auto stieß mit dem LKW zusammen .
The car crashed into the truck.

Werkwoordschema

Conjunctief

Gebruik van de conjunctief statief passief voor het werkwoord zusammenstoßen

Werkwoordschema

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen met "würde"

Werkwoordschema

Imperatief

Zinnen in de gebiedende wijs statief passief voor het werkwoord zusammenstoßen

Werkwoordschema

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse zusammenstoßen

zusammenstoßen

collide, brush (against), bump, clash, run into, adjoin, bang together, bump against each other

столкнуться, сталкиваться, врезаться, встретиться, поссориться, удариться

chocar, colisionar, abordar, colisión, discutir, encontrarse, enfrentarse con, entrechocar con

collisionner, se heurter, aborder, assembler, caramboler, entrer en collision, entrer en conflit, heurter

çarpışmak, bitişmek, tartışmak, çarpmak, çatışmak

colidir, chocar, chocar-se, chocar-se contra, colidir com, conflitar, embater, impactar

collidere, scontrarsi, scontrarsi con, collisione, confinare, cozzare, cozzarsi, entrare in collisione

ciocni, impacta, se certa

összeütközik, beleszalad, összeveszik, ütközik

kolizja, kłócić się, zderzać, zderzać z, zderzenie, zderzyć, zderzyć się, zetrzeć się

συγκρούομαι, προσκρούω, συναντιέμαι, τέμνομαι

botsen, aan elkaar grenzen, aanrijden, collideren, ruzie krijgen, ruzie maken

srazit se, střetnout se, hraničit, narazit, sousedit, srazit, srážet se, utkávat se

krocka, bråka, drabba samman, gränsa till varandra, kollidera, konfliktera, smälla, stöta

støde sammen, kollidere, kollision, konflikt

ぶつかる, 衝突する, 争う

xocar, colpejar, col·lidir, discutir

kolaroida, paukata, riidellä, törmätä yhteen

kollidere, konflikt, krangle, støte, støte sammen

talka egin, tira-bira

sudariti, sukobiti se, udarcati

судир, конфликт, удар

naleteti, spopasti se, trčiti

hádať sa, naraziť, súperiť, zraziť

sudariti, sukobiti se, udarcati

зіткнення, сваритися, удар

сблъсквам се, конфликт, удар

спрэчка, ўдар

bertengkar, menabrak

cãi nhau, tranh luận, va chạm, đâm vào

janjallashmoq, to'qnashmoq, tortishmoq

टकराना

争吵, 争执, 撞上, 相撞

ชนกัน, ทะเลาะ, โต้แย้ง

다투다, 부딪치다, 충돌하다

mübahisə etmək, çarpışmaq

კამათობა, შეჯახება

ঝগড়া করা, ধাক্কা লাগা

debatoj, përplasen

झगडणे, टकरणे

झगडा गर्नु, टकरिनु

టకరించటం, వివాదించు

saskristies, strīdēties

மோதுவது, விவாதிக்க

kokkupõrkuda, vaidlema

բախվել, վեճ անել, վիճել

tartışmak, têk bûn

התנגשות، להתעמת، פגיעה

تصادم، اصطدام، خلاف

برخورد کردن، تصادف کردن، درگیر شدن

تکرار، جھگڑا، ٹکر، ٹکرانا

zusammenstoßen in dict.cc

Vertalingen

Doe mee

Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.

Inloggen

Alle helden

Definities

Betekenissen en synoniemen van zusammenstoßen

im Gehen oder Laufen oder Fahren mit Wucht gegen etwas prallen, stoßen, aufeinanderprallen, kollidieren
mit jemandem in Streit geraten, anecken
kollidieren, aneinandergrenzen, aneinander geraten, aufeinander stoßen, prellen, kollidieren

zusammenstoßen in openthesaurus.de

Betekenissen Synoniemen

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

bin	ich	zusammengestoßen?
bist	du	zusammengestoßen?
ist	er	zusammengestoßen?
sind	wir	zusammengestoßen?
seid	ihr	zusammengestoßen?
sind	sie	zusammengestoßen?

war	ich	zusammengestoßen?
warst	du	zusammengestoßen?
war	er	zusammengestoßen?
waren	wir	zusammengestoßen?
wart	ihr	zusammengestoßen?
waren	sie	zusammengestoßen?