Vervoeging van het Duitse werkwoord betreiben
De vervoeging van het werkwoord betreiben (drijven, aansturen op) is onregelmatig. De basisvormen zijn betreibt, betrieb en hat betrieben. De ablaut vindt plaats met de stamklinkers ei - ie - ie. Het hulpwerkwoord van betreiben is "haben". Het voorvoegsel be- van betreiben is onscheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord betreiben beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor betreiben. Je kunt niet alleen betreiben vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau B1. Opmerkingen ☆
B1 · onregelmatig · haben · onlosmakelijk
betreibt · betrieb · hat betrieben
Verandering van de stamklinker ei - ie - ie
operate, pursue, run, carry on, carry out, conduct, control, drive, practice, prosecute, actuate, collect, enforce, engage, manage, practise, work
[Technik] etwas am laufen halten; sich um etwas bemühen, sich für etwas einsetzen, etwas erreichen wollen; nachgehen, forcieren, bewirtschaften, praktizieren
(acc.)
» Tom betreibt
Cosplay. Tom is a cosplayer.
De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van betreiben
Tegenwoordige tijd
ich | betreib(e)⁵ |
du | betreibst |
er | betreibt |
wir | betreiben |
ihr | betreibt |
sie | betreiben |
Onvoltooid verleden tijd
ich | betrieb |
du | betriebst |
er | betrieb |
wir | betrieben |
ihr | betriebt |
sie | betrieben |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
indicatief
Het werkwoord betreiben vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd
Tegenwoordige tijd
ich | betreib(e)⁵ |
du | betreibst |
er | betreibt |
wir | betreiben |
ihr | betreibt |
sie | betreiben |
Onvoltooid verleden tijd
ich | betrieb |
du | betriebst |
er | betrieb |
wir | betrieben |
ihr | betriebt |
sie | betrieben |
Perfectum
ich | habe | betrieben |
du | hast | betrieben |
er | hat | betrieben |
wir | haben | betrieben |
ihr | habt | betrieben |
sie | haben | betrieben |
Volt. verl. tijd
ich | hatte | betrieben |
du | hattest | betrieben |
er | hatte | betrieben |
wir | hatten | betrieben |
ihr | hattet | betrieben |
sie | hatten | betrieben |
Toekomende tijd I
ich | werde | betreiben |
du | wirst | betreiben |
er | wird | betreiben |
wir | werden | betreiben |
ihr | werdet | betreiben |
sie | werden | betreiben |
voltooid tegenwoordige toekomende tijd
ich | werde | betrieben | haben |
du | wirst | betrieben | haben |
er | wird | betrieben | haben |
wir | werden | betrieben | haben |
ihr | werdet | betrieben | haben |
sie | werden | betrieben | haben |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Conjunctief
De vervoeging van het werkwoord betreiben in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.
Voltooid Konj.
ich | habe | betrieben |
du | habest | betrieben |
er | habe | betrieben |
wir | haben | betrieben |
ihr | habet | betrieben |
sie | haben | betrieben |
Konj. volt. verl. t.
ich | hätte | betrieben |
du | hättest | betrieben |
er | hätte | betrieben |
wir | hätten | betrieben |
ihr | hättet | betrieben |
sie | hätten | betrieben |
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.
Imperatief
De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord betreiben
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Infinitief/Deelwoord
De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor betreiben
Voorbeelden
Voorbeeldzinnen voor betreiben
-
Tom
betreibt
Cosplay.
Tom is a cosplayer.
-
Betreibst
du irgendwelche Sportarten?
Do you play any sports?
-
Mein Vater
betreibt
ein Restaurant.
My father runs a restaurant.
-
Das Café wird von Studenten
betrieben
.
The cafe is run by students.
-
Er
betreibt
in der Stadt einen Supermarkt.
He runs a supermarket in the town.
-
Geocaching eignet sich gut dazu, es auch zusammen mit kleinen Kindern ernsthaft
zu
betreiben
.
Geocaching is well suited to be taken seriously even with small children.
-
Du musst Aufklärung
betreiben
.
You must raise awareness.
Voorbeelden
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse betreiben
-
betreiben
operate, pursue, run, carry on, carry out, conduct, control, drive
заниматься, управлять, вести, приводить в действие, эксплуатировать, взыскание, приводить, применять усилия
operar, gestionar, activar, administrar, dedicarse, dedicarse a, ejercer, llevar
exploiter, effectuer, exercer, faire, mener, opérer, pratiquer, régir
işletmek, icra etmek, tahsil etmek, uğraşmak, yürütmek, çaba göstermek, çalışmak, meşgul olmak
acionar, gerir, praticar, apressar, dedicar-se a, explorar, intensificar, pôr em movimento
gestire, condurre, eseguire, esercire, esercitare, praticare, promuovere, operare
desfășura, exercita, opera, se angaja, se ocupa, urmări, încasat
folytat, működtet, üzemeltet, behajtani
prowadzić, zajmować się, poprowadzić, uprawiać, zajmować, zająć, angażować się, dążyć
ασκώ, διατηρώ, δουλεύω, καταγίνομαι με, κινώ, προωθώ, διαχειρίζομαι, δραστηριοποιούμαι
drijven, aansturen op, bedienen, beoefenen, bespoedigen, besturen, doen, doen aan
provozovat, usilovat, pohánět, popohánět, pěstovat, popoháněthnat, udržovat, vymáhat
driva, bedriva, driva in från, driva på, ägna sig åt, driva in, sträva efter, verka för
drive, beskæftige sig med, fremskynde, udøve, drifte, forfølge, inddrive, udføre
営む, 運営する, 取り立てる, 取り組む, 経営する, 請求する
operar, practicar, cobrar, exigir, gestionar, mantenir, promoure
ajaa, harjoittaa, jouduttaa, tehdä, toimia, edistää, hankkia, hoitaa
drive, påskynde, drifte, engasjere seg, forfølge, inndrive
kudeatu, bideratu, bultzatu, mantendu, ordainatu, sustatu
upravljati, voditi, naplatiti, započeti
ангажираност, водење, заслужување, принудно наплата, управување
delovati, izterjati, prizadevati si, ukvarjati se, upravljati, voditi
angažovať sa, dosiahnuť, prevádzka, prevádzkovať, usilovať sa, vymáhať
angažovati se, naplatiti, truditi se, upravljati, voditi, započeti
baviti se, obavljati, požurivati, angažirati se, naplatiti, truditi se, upravljati, voditi
займатися, підтримувати, вимагати, керувати, прагнути
управлявам, занимавам се, осъществявам, осъществяване, поддържам, прилагане
атрымаць, забраць, займацца, намагацца, падтрымліваць, прымаць меры
להפעיל، לנהל، לגבות، לעסוק
أدار، احترف، امتهن، زاول، زاول - مارس، شغل، مارس، إدارة
اداره کردن، اجرا کردن، تلاش کردن، سرپرستی کردن، مشغول بودن، پیگیری کردن، اقدام کردن، دریافت
چلانا، اجباری وصولی، چلانا رکھنا، کوشش، کوشش کرنا، کوششیں
betreiben in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van betreiben- [Technik] etwas am laufen halten, sich um etwas bemühen, sich für etwas einsetzen, etwas erreichen wollen, nachgehen, forcieren, bewirtschaften, praktizieren
- [Technik] etwas am laufen halten, sich um etwas bemühen, sich für etwas einsetzen, etwas erreichen wollen, nachgehen, forcieren, bewirtschaften, praktizieren
- [Technik] etwas am laufen halten, sich um etwas bemühen, sich für etwas einsetzen, etwas erreichen wollen, nachgehen, forcieren, bewirtschaften, praktizieren
- [Technik] etwas am laufen halten, sich um etwas bemühen, sich für etwas einsetzen, etwas erreichen wollen, nachgehen, forcieren, bewirtschaften, praktizieren
Betekenissen Synoniemen
Verbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van betreiben
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van betreiben
- Vorming van Imperatief van betreiben
- Vorming van Konjunktiv I van betreiben
- Vorming van Konjunktiv II van betreiben
- Vorming van Infinitief van betreiben
- Vorming van Deelwoord van betreiben
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Afleidingen
Afgeleide vormen van betreiben
≡ bebändern
≡ beachten
≡ abtreiben
≡ beitreiben
≡ emportreiben
≡ bebildern
≡ hochtreiben
≡ bearbeiten
≡ hintreiben
≡ hinabtreiben
≡ eintreiben
≡ beatmen
≡ beargwöhnen
≡ bebauen
≡ hertreiben
≡ beantworten
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Duitse werkwoord betreiben vervoegen
Overzicht van alle tijden van het werkwoord betreiben
De vervoeging van het werkwoord betreiben wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord betreiben is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (betreibt - betrieb - hat betrieben) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary betreiben en op betreiben in de Duden.
betreiben vervoeging
Tegenwoordige tijd | Onvoltooid verleden tijd | Conjunctief I | Conjunctief II | Imperatief | |
---|---|---|---|---|---|
ich | betreib(e) | betrieb | betreibe | betriebe | - |
du | betreibst | betriebst | betreibest | betriebest | betreib(e) |
er | betreibt | betrieb | betreibe | betriebe | - |
wir | betreiben | betrieben | betreiben | betrieben | betreiben |
ihr | betreibt | betriebt | betreibet | betriebet | betreibt |
sie | betreiben | betrieben | betreiben | betrieben | betreiben |
indicatief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich betreib(e), du betreibst, er betreibt, wir betreiben, ihr betreibt, sie betreiben
- Onvoltooid verleden tijd: ich betrieb, du betriebst, er betrieb, wir betrieben, ihr betriebt, sie betrieben
- Perfectum: ich habe betrieben, du hast betrieben, er hat betrieben, wir haben betrieben, ihr habt betrieben, sie haben betrieben
- Voltooid verleden tijd: ich hatte betrieben, du hattest betrieben, er hatte betrieben, wir hatten betrieben, ihr hattet betrieben, sie hatten betrieben
- Toekomende tijd I: ich werde betreiben, du wirst betreiben, er wird betreiben, wir werden betreiben, ihr werdet betreiben, sie werden betreiben
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde betrieben haben, du wirst betrieben haben, er wird betrieben haben, wir werden betrieben haben, ihr werdet betrieben haben, sie werden betrieben haben
Conjunctief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich betreibe, du betreibest, er betreibe, wir betreiben, ihr betreibet, sie betreiben
- Onvoltooid verleden tijd: ich betriebe, du betriebest, er betriebe, wir betrieben, ihr betriebet, sie betrieben
- Perfectum: ich habe betrieben, du habest betrieben, er habe betrieben, wir haben betrieben, ihr habet betrieben, sie haben betrieben
- Voltooid verleden tijd: ich hätte betrieben, du hättest betrieben, er hätte betrieben, wir hätten betrieben, ihr hättet betrieben, sie hätten betrieben
- Toekomende tijd I: ich werde betreiben, du werdest betreiben, er werde betreiben, wir werden betreiben, ihr werdet betreiben, sie werden betreiben
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde betrieben haben, du werdest betrieben haben, er werde betrieben haben, wir werden betrieben haben, ihr werdet betrieben haben, sie werden betrieben haben
Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde betreiben, du würdest betreiben, er würde betreiben, wir würden betreiben, ihr würdet betreiben, sie würden betreiben
- Voltooid verleden tijd: ich würde betrieben haben, du würdest betrieben haben, er würde betrieben haben, wir würden betrieben haben, ihr würdet betrieben haben, sie würden betrieben haben
Imperatief Actief
- Tegenwoordige tijd: betreib(e) (du), betreiben wir, betreibt (ihr), betreiben Sie
Infinitief/Deelwoord Actief
- Infinitief I: betreiben, zu betreiben
- Infinitief II: betrieben haben, betrieben zu haben
- Tegenwoordig deelwoord: betreibend
- Participle II: betrieben