Onvoltooid verleden tijd van het Duitse werkwoord betreiben

De vormen van de vervoeging van betreiben (drijven, aansturen op) in de verleden tijd zijn: ich betrieb, du betriebst, er betrieb, wir betrieben, ihr betriebt, sie betrieben. Als onregelmatig, sterk werkwoord met ablaut ie wordt de preteritumstam trieb gebruikt. Aan deze stam worden de sterke verleden tijd-uitgangen -st, -en, -t, -en toegevoegd. De 1e en 3e persoon enkelvoud hebben geen uitgang.De vorming van deze vormen volgt de grammaticaregels voor de vervoeging van werkwoorden in de verleden tijd. Opmerkingen

Voorbeelden

Voorbeelden van Actief Onvoltooid verleden tijd van het werkwoord betreiben


  • Damals betrieb der Staat Simonie. 
  • Der Vater arbeitete in einer Kleiderfabrik und betrieb zu Hause mit seiner Frau in der Wohnung eine Schneiderei. 
  • Die Gemeinde Amt Neuhaus betrieb nach der Wende erfolgreich ihre Eingliederung in Niedersachsen. 
Voorbeelden 

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse betreiben


Duits betreiben
Engels operate, pursue, run, carry on, carry out, conduct, control, drive
Russisch заниматься, управлять, вести, приводить в действие, эксплуатировать, взыскание, приводить, применять усилия
Spaans operar, gestionar, activar, administrar, dedicarse, dedicarse a, ejercer, llevar
Frans exploiter, effectuer, exercer, faire, mener, opérer, pratiquer, régir
Turks işletmek, icra etmek, tahsil etmek, uğraşmak, yürütmek, çaba göstermek, çalışmak, meşgul olmak
Portugees acionar, gerir, praticar, apressar, dedicar-se a, explorar, intensificar, pôr em movimento
Italiaans gestire, condurre, eseguire, esercire, esercitare, praticare, promuovere, operare
Roemeens desfășura, exercita, opera, se angaja, se ocupa, urmări, încasat
Hongaars folytat, működtet, üzemeltet, behajtani
Pools prowadzić, zajmować się, poprowadzić, uprawiać, zajmować, zająć, angażować się, dążyć
Grieks ασκώ, διατηρώ, δουλεύω, καταγίνομαι με, κινώ, προωθώ, διαχειρίζομαι, δραστηριοποιούμαι
Nederlands drijven, aansturen op, bedienen, beoefenen, bespoedigen, besturen, doen, doen aan
Tsjechisch provozovat, usilovat, pohánět, popohánět, pěstovat, popoháněthnat, udržovat, vymáhat
Zweeds driva, bedriva, driva in från, driva på, ägna sig åt, driva in, sträva efter, verka för
Deens drive, beskæftige sig med, fremskynde, udøve, drifte, forfølge, inddrive, udføre
Japans 営む, 運営する, 取り立てる, 取り組む, 経営する, 請求する
Catalaans operar, practicar, cobrar, exigir, gestionar, mantenir, promoure
Fins ajaa, harjoittaa, jouduttaa, tehdä, toimia, edistää, hankkia, hoitaa
Noors drive, påskynde, drifte, engasjere seg, forfølge, inndrive
Baskisch kudeatu, bideratu, bultzatu, mantendu, ordainatu, sustatu
Servisch upravljati, voditi, naplatiti, započeti
Macedonisch ангажираност, водење, заслужување, принудно наплата, управување
Sloveens delovati, izterjati, prizadevati si, ukvarjati se, upravljati, voditi
Slowaaks angažovať sa, dosiahnuť, prevádzka, prevádzkovať, usilovať sa, vymáhať
Bosnisch angažovati se, naplatiti, truditi se, upravljati, voditi, započeti
Kroatisch baviti se, obavljati, požurivati, angažirati se, naplatiti, truditi se, upravljati, voditi
Oekraïens займатися, підтримувати, вимагати, керувати, прагнути
Bulgaars управлявам, занимавам се, осъществявам, осъществяване, поддържам, прилагане
Wit-Russisch атрымаць, забраць, займацца, намагацца, падтрымліваць, прымаць меры
Hebreeuwsלהפעיל، לנהל، לגבות، לעסוק
Arabischأدار، احترف، امتهن، زاول، زاول - مارس، شغل، مارس، إدارة
Perzischاداره کردن، اجرا کردن، تلاش کردن، سرپرستی کردن، مشغول بودن، پیگیری کردن، اقدام کردن، دریافت
Urduچلانا، اجباری وصولی، چلانا رکھنا، کوشش، کوشش کرنا، کوششیں

betreiben in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Werkwoordsvormen in Onvoltooid verleden tijd van betreiben

Het werkwoord betreiben is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Onvoltooid verleden tijd indicatief


Onvoltooid verleden tijd indicatiefVerleden tijd

  • ich betrieb (1e persoonEnkelvoud)
  • du betriebst (2e persoonEnkelvoud)
  • er betrieb (3e persoonEnkelvoud)
  • wir betrieben (1e persoonMeervoud)
  • ihr betriebt (2e persoonMeervoud)
  • sie betrieben (3e persoonMeervoud)

Opmerkingen



Inloggen

* De zinnen uit Wiktionary (de.wiktionary.org) zijn vrij beschikbaar onder de licentie CC BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.de). Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via de volgende links: 76315, 4150, 1101318, 86858, 86858