Vervoeging van het Duitse werkwoord vorüberlassen ⟨statief passief⟩ ⟨Bijzin⟩

De vervoeging van het werkwoord vorüberlassen (tijdelijk overlaten) is onregelmatig. De basisvormen zijn ... vorübergelassen ist, ... vorübergelassen war en ... vorübergelassen gewesen ist. De ablaut vindt plaats met de stamklinkers a - ie - a. Het hulpwerkwoord van vorüberlassen is "haben". De eerste lettergreep vorüber- van vorüberlassen is scheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het statief passief en wordt gebruikt als Bijzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord vorüberlassen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor vorüberlassen. Je kunt niet alleen vorüberlassen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen ☆

onregelmatig · haben · scheidbaar

vorüber·gelassen sein

... vorübergelassen ist · ... vorübergelassen war · ... vorübergelassen gewesen ist

s-Samentrekking en e-Uitbreiding Verandering van de stamklinker a - ie - a Umlauten in de tegenwoordige tijd Weglaten van dubbele medeklinkers ss - ß - ss

let past, temporarily hand over, temporarily leave

vorübergehend überlassen; vorbeilassen

acc.

Werbung ausblenden

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van vorüberlassen

Tegenwoordige tijd

...	ich	vorübergelassen	bin
...	du	vorübergelassen	bist
...	er	vorübergelassen	ist
...	wir	vorübergelassen	sind
...	ihr	vorübergelassen	seid
...	sie	vorübergelassen	sind

Onvoltooid verleden tijd

...	ich	vorübergelassen	war
...	du	vorübergelassen	warst
...	er	vorübergelassen	war
...	wir	vorübergelassen	waren
...	ihr	vorübergelassen	wart
...	sie	vorübergelassen	waren

Imperatief

-
sei	(du)	vorübergelassen
-
seien	wir	vorübergelassen
seid	(ihr)	vorübergelassen
seien	Sie	vorübergelassen

Konjunktief I

...	ich	vorübergelassen	sei
...	du	vorübergelassen	seiest
...	er	vorübergelassen	sei
...	wir	vorübergelassen	seien
...	ihr	vorübergelassen	seiet
...	sie	vorübergelassen	seien

Konjunktief II

...	ich	vorübergelassen	wäre
...	du	vorübergelassen	wärest
...	er	vorübergelassen	wäre
...	wir	vorübergelassen	wären
...	ihr	vorübergelassen	wäret
...	sie	vorübergelassen	wären

Infinitief

vorübergelassen sein

vorübergelassen zu sein

Deelwoord

vorübergelassen seiend

vorübergelassen gewesen

indicatief

Het werkwoord vorüberlassen vervoegd in de aantonende wijs statief passief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd

Tegenwoordige tijd

...	ich	vorübergelassen	bin
...	du	vorübergelassen	bist
...	er	vorübergelassen	ist
...	wir	vorübergelassen	sind
...	ihr	vorübergelassen	seid
...	sie	vorübergelassen	sind

Onvoltooid verleden tijd

...	ich	vorübergelassen	war
...	du	vorübergelassen	warst
...	er	vorübergelassen	war
...	wir	vorübergelassen	waren
...	ihr	vorübergelassen	wart
...	sie	vorübergelassen	waren

Perfectum

...	ich	vorübergelassen	gewesen	bin
...	du	vorübergelassen	gewesen	bist
...	er	vorübergelassen	gewesen	ist
...	wir	vorübergelassen	gewesen	sind
...	ihr	vorübergelassen	gewesen	seid
...	sie	vorübergelassen	gewesen	sind

Volt. verl. tijd

...	ich	vorübergelassen	gewesen	war
...	du	vorübergelassen	gewesen	warst
...	er	vorübergelassen	gewesen	war
...	wir	vorübergelassen	gewesen	waren
...	ihr	vorübergelassen	gewesen	wart
...	sie	vorübergelassen	gewesen	waren

Toekomende tijd I

...	ich	vorübergelassen	sein	werde
...	du	vorübergelassen	sein	wirst
...	er	vorübergelassen	sein	wird
...	wir	vorübergelassen	sein	werden
...	ihr	vorübergelassen	sein	werdet
...	sie	vorübergelassen	sein	werden

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

...	ich	vorübergelassen	gewesen	sein	werde
...	du	vorübergelassen	gewesen	sein	wirst
...	er	vorübergelassen	gewesen	sein	wird
...	wir	vorübergelassen	gewesen	sein	werden
...	ihr	vorübergelassen	gewesen	sein	werdet
...	sie	vorübergelassen	gewesen	sein	werden

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord vorüberlassen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.

Konjunktief I

...	ich	vorübergelassen	sei
...	du	vorübergelassen	seiest
...	er	vorübergelassen	sei
...	wir	vorübergelassen	seien
...	ihr	vorübergelassen	seiet
...	sie	vorübergelassen	seien

Konjunktief II

...	ich	vorübergelassen	wäre
...	du	vorübergelassen	wärest
...	er	vorübergelassen	wäre
...	wir	vorübergelassen	wären
...	ihr	vorübergelassen	wäret
...	sie	vorübergelassen	wären

Voltooid Konj.

...	ich	vorübergelassen	gewesen	sei
...	du	vorübergelassen	gewesen	seiest
...	er	vorübergelassen	gewesen	sei
...	wir	vorübergelassen	gewesen	seien
...	ihr	vorübergelassen	gewesen	seiet
...	sie	vorübergelassen	gewesen	seien

Konj. volt. verl. t.

...	ich	vorübergelassen	gewesen	wäre
...	du	vorübergelassen	gewesen	wärest
...	er	vorübergelassen	gewesen	wäre
...	wir	vorübergelassen	gewesen	wären
...	ihr	vorübergelassen	gewesen	wäret
...	sie	vorübergelassen	gewesen	wären

Toekomende aanvoegende wijs I

...	ich	vorübergelassen	sein	werde
...	du	vorübergelassen	sein	werdest
...	er	vorübergelassen	sein	werde
...	wir	vorübergelassen	sein	werden
...	ihr	vorübergelassen	sein	werdet
...	sie	vorübergelassen	sein	werden

Toek. volt. aanw.

...	ich	vorübergelassen	gewesen	sein	werde
...	du	vorübergelassen	gewesen	sein	werdest
...	er	vorübergelassen	gewesen	sein	werde
...	wir	vorübergelassen	gewesen	sein	werden
...	ihr	vorübergelassen	gewesen	sein	werdet
...	sie	vorübergelassen	gewesen	sein	werden

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.

Conjunctief II

...	ich	vorübergelassen	sein	würde
...	du	vorübergelassen	sein	würdest
...	er	vorübergelassen	sein	würde
...	wir	vorübergelassen	sein	würden
...	ihr	vorübergelassen	sein	würdet
...	sie	vorübergelassen	sein	würden

Verleden cond.

...	ich	vorübergelassen	gewesen	sein	würde
...	du	vorübergelassen	gewesen	sein	würdest
...	er	vorübergelassen	gewesen	sein	würde
...	wir	vorübergelassen	gewesen	sein	würden
...	ihr	vorübergelassen	gewesen	sein	würdet
...	sie	vorübergelassen	gewesen	sein	würden

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs statief passief tegenwoordige tijd voor het werkwoord vorüberlassen

Tegenwoordige tijd

sei	(du)	vorübergelassen
seien	wir	vorübergelassen
seid	(ihr)	vorübergelassen
seien	Sie	vorübergelassen

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in statief passief voor vorüberlassen

Infinitief I

vorübergelassen sein

vorübergelassen zu sein

Infinitief II

vorübergelassen gewesen sein

vorübergelassen gewesen zu sein

Tegenwoordig deelwoord

vorübergelassen seiend

Participle II

vorübergelassen gewesen

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse vorüberlassen

vorüberlassen

let past, temporarily hand over, temporarily leave

временно оставить

dejar temporalmente

confier, laisser

geçici olarak bırakmak

deixar temporariamente

temporaneamente lasciare

împrumut

átengedni

przekazać tymczasowo

παραχωρώ προσωρινά

tijdelijk overlaten

dočasně přenechat

överlåta

midlertidigt overdrage

一時的に譲る

deixar temporalment

väliaikaisesti luovuttaa

midlertidig overlate

uzte

privremeno ostaviti

привремено оставено

začasno prepustiti

dočasne zveriť

privremeno ostaviti

privremeno prepustiti

тимчасово залишити

временно оставяне

аддаць, пакінуць

meminjamkan sementara

cho mượn tạm thời

vaqtinchalik topshirish

अस्थायी सौंपना

暂时交付

มอบชั่วคราว

일시적으로 넘겨주다

müvəqqəti təhvil vermək

დროებით გადასცემა

অস্থায়ীভাবে হস্তান্তর

huazoj përkohësisht

तात्पुरते सौंपणे

अस्थायी रूपमा सौंप्नु

తాత్కాలికంగా ఇవ్వడం

pagaidām atdot

தற்காலிகமாக ஒப்படைக்கவும்

ajutiselt üle andma

ժամանակավոր հանձնել

demê re berdan

להשאיר זמנית

تسليم مؤقت

موقتاً واگذار کردن

عارضی چھوڑ دینا

vorüberlassen in dict.cc

Vertalingen

Doe mee

Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.

Inloggen

Alle helden

Definities

Betekenissen en synoniemen van vorüberlassen

vorübergehend überlassen
vorbeilassen

vorüberlassen in openthesaurus.de

Betekenissen Synoniemen

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Eerst Duits

Eerste vertaling

Duits - Engels

Duits - Russisch

Duits - Spaans

Duits - Frans

Duits - Turks

Duits - Pools

Duits - Grieks

Duits - Nederlands

Duits - Tsjechisch

Duits - Zweeds

Duits - Deens

Duits - Japans

Duits - Fins

Duits - Noors

Duits - Urdu

Duits - Hindi

Duits - Thais

Duits - Azerbeidzjaans

Duits - Telugu

Duits - Lets

Duits - Tamil

Duits - Ests

Duits - Armeens

Duits - Koerdisch

Duitse werkwoord vorüberlassen vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord vorüberlassen

De vervoeging van het werkwoord vorüber·gelassen sein wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord vorüber·gelassen sein is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (... vorübergelassen ist - ... vorübergelassen war - ... vorübergelassen gewesen ist) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary vorüberlassen en op vorüberlassen in de Duden.

vorüberlassen vervoeging

	Tegenwoordige tijd	Onvoltooid verleden tijd	Conjunctief I	Conjunctief II	Imperatief
ich	... vorübergelassen bin	... vorübergelassen war	... vorübergelassen sei	... vorübergelassen wäre	-
du	... vorübergelassen bist	... vorübergelassen warst	... vorübergelassen seiest	... vorübergelassen wärest	sei vorübergelassen
er	... vorübergelassen ist	... vorübergelassen war	... vorübergelassen sei	... vorübergelassen wäre	-
wir	... vorübergelassen sind	... vorübergelassen waren	... vorübergelassen seien	... vorübergelassen wären	seien vorübergelassen
ihr	... vorübergelassen seid	... vorübergelassen wart	... vorübergelassen seiet	... vorübergelassen wäret	seid vorübergelassen
sie	... vorübergelassen sind	... vorübergelassen waren	... vorübergelassen seien	... vorübergelassen wären	seien vorübergelassen

indicatief statief passief

Tegenwoordige tijd: ... ich vorübergelassen bin, ... du vorübergelassen bist, ... er vorübergelassen ist, ... wir vorübergelassen sind, ... ihr vorübergelassen seid, ... sie vorübergelassen sind
Onvoltooid verleden tijd: ... ich vorübergelassen war, ... du vorübergelassen warst, ... er vorübergelassen war, ... wir vorübergelassen waren, ... ihr vorübergelassen wart, ... sie vorübergelassen waren
Perfectum: ... ich vorübergelassen gewesen bin, ... du vorübergelassen gewesen bist, ... er vorübergelassen gewesen ist, ... wir vorübergelassen gewesen sind, ... ihr vorübergelassen gewesen seid, ... sie vorübergelassen gewesen sind
Voltooid verleden tijd: ... ich vorübergelassen gewesen war, ... du vorübergelassen gewesen warst, ... er vorübergelassen gewesen war, ... wir vorübergelassen gewesen waren, ... ihr vorübergelassen gewesen wart, ... sie vorübergelassen gewesen waren
Toekomende tijd I: ... ich vorübergelassen sein werde, ... du vorübergelassen sein wirst, ... er vorübergelassen sein wird, ... wir vorübergelassen sein werden, ... ihr vorübergelassen sein werdet, ... sie vorübergelassen sein werden
voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ... ich vorübergelassen gewesen sein werde, ... du vorübergelassen gewesen sein wirst, ... er vorübergelassen gewesen sein wird, ... wir vorübergelassen gewesen sein werden, ... ihr vorübergelassen gewesen sein werdet, ... sie vorübergelassen gewesen sein werden

Conjunctief statief passief

Tegenwoordige tijd: ... ich vorübergelassen sei, ... du vorübergelassen seiest, ... er vorübergelassen sei, ... wir vorübergelassen seien, ... ihr vorübergelassen seiet, ... sie vorübergelassen seien
Onvoltooid verleden tijd: ... ich vorübergelassen wäre, ... du vorübergelassen wärest, ... er vorübergelassen wäre, ... wir vorübergelassen wären, ... ihr vorübergelassen wäret, ... sie vorübergelassen wären
Perfectum: ... ich vorübergelassen gewesen sei, ... du vorübergelassen gewesen seiest, ... er vorübergelassen gewesen sei, ... wir vorübergelassen gewesen seien, ... ihr vorübergelassen gewesen seiet, ... sie vorübergelassen gewesen seien
Voltooid verleden tijd: ... ich vorübergelassen gewesen wäre, ... du vorübergelassen gewesen wärest, ... er vorübergelassen gewesen wäre, ... wir vorübergelassen gewesen wären, ... ihr vorübergelassen gewesen wäret, ... sie vorübergelassen gewesen wären
Toekomende tijd I: ... ich vorübergelassen sein werde, ... du vorübergelassen sein werdest, ... er vorübergelassen sein werde, ... wir vorübergelassen sein werden, ... ihr vorübergelassen sein werdet, ... sie vorübergelassen sein werden
voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ... ich vorübergelassen gewesen sein werde, ... du vorübergelassen gewesen sein werdest, ... er vorübergelassen gewesen sein werde, ... wir vorübergelassen gewesen sein werden, ... ihr vorübergelassen gewesen sein werdet, ... sie vorübergelassen gewesen sein werden

Voorwaardelijke wijs II (würde) statief passief

Onvoltooid verleden tijd: ... ich vorübergelassen sein würde, ... du vorübergelassen sein würdest, ... er vorübergelassen sein würde, ... wir vorübergelassen sein würden, ... ihr vorübergelassen sein würdet, ... sie vorübergelassen sein würden
Voltooid verleden tijd: ... ich vorübergelassen gewesen sein würde, ... du vorübergelassen gewesen sein würdest, ... er vorübergelassen gewesen sein würde, ... wir vorübergelassen gewesen sein würden, ... ihr vorübergelassen gewesen sein würdet, ... sie vorübergelassen gewesen sein würden

Imperatief statief passief

Tegenwoordige tijd: sei (du) vorübergelassen, seien wir vorübergelassen, seid (ihr) vorübergelassen, seien Sie vorübergelassen

Infinitief/Deelwoord statief passief

Infinitief I: vorübergelassen sein, vorübergelassen zu sein
Infinitief II: vorübergelassen gewesen sein, vorübergelassen gewesen zu sein
Tegenwoordig deelwoord: vorübergelassen seiend
Participle II: vorübergelassen gewesen