Vervoeging van het Duitse werkwoord vorüberlassen
De vervoeging van het werkwoord vorüberlassen (tijdelijk overlaten) is onregelmatig. De basisvormen zijn lässt vorüber, ließ vorüber en hat vorübergelassen. De ablaut vindt plaats met de stamklinkers a - ie - a. Het hulpwerkwoord van vorüberlassen is "haben". De eerste lettergreep vorüber- van vorüberlassen is scheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord vorüberlassen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor vorüberlassen. Je kunt niet alleen vorüberlassen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen ☆
onregelmatig · haben · scheidbaar
lässt vorüber · ließ vorüber · hat vorübergelassen
s-Samentrekking en e-Uitbreiding Verandering van de stamklinker a - ie - a Umlauten in de tegenwoordige tijd Weglaten van dubbele medeklinkers ss - ß - ss
let past, temporarily hand over, temporarily leave
vorübergehend überlassen; vorbeilassen
acc.
De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van vorüberlassen
Tegenwoordige tijd
ich | lass(e)⁵ | vorüber |
du | lässt | vorüber |
er | lässt | vorüber |
wir | lassen | vorüber |
ihr | lasst | vorüber |
sie | lassen | vorüber |
Onvoltooid verleden tijd
ich | ließ | vorüber |
du | ließ(es)t | vorüber |
er | ließ | vorüber |
wir | ließen | vorüber |
ihr | ließ(e)t | vorüber |
sie | ließen | vorüber |
Konjunktief I
ich | lasse | vorüber |
du | lassest | vorüber |
er | lasse | vorüber |
wir | lassen | vorüber |
ihr | lasset | vorüber |
sie | lassen | vorüber |
Konjunktief II
ich | ließe | vorüber |
du | ließest | vorüber |
er | ließe | vorüber |
wir | ließen | vorüber |
ihr | ließet | vorüber |
sie | ließen | vorüber |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
indicatief
Het werkwoord vorüberlassen vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd
Tegenwoordige tijd
ich | lass(e)⁵ | vorüber |
du | lässt | vorüber |
er | lässt | vorüber |
wir | lassen | vorüber |
ihr | lasst | vorüber |
sie | lassen | vorüber |
Onvoltooid verleden tijd
ich | ließ | vorüber |
du | ließ(es)t | vorüber |
er | ließ | vorüber |
wir | ließen | vorüber |
ihr | ließ(e)t | vorüber |
sie | ließen | vorüber |
Perfectum
ich | habe | vorübergelassen |
du | hast | vorübergelassen |
er | hat | vorübergelassen |
wir | haben | vorübergelassen |
ihr | habt | vorübergelassen |
sie | haben | vorübergelassen |
Volt. verl. tijd
ich | hatte | vorübergelassen |
du | hattest | vorübergelassen |
er | hatte | vorübergelassen |
wir | hatten | vorübergelassen |
ihr | hattet | vorübergelassen |
sie | hatten | vorübergelassen |
Toekomende tijd I
ich | werde | vorüberlassen |
du | wirst | vorüberlassen |
er | wird | vorüberlassen |
wir | werden | vorüberlassen |
ihr | werdet | vorüberlassen |
sie | werden | vorüberlassen |
voltooid tegenwoordige toekomende tijd
ich | werde | vorübergelassen | haben |
du | wirst | vorübergelassen | haben |
er | wird | vorübergelassen | haben |
wir | werden | vorübergelassen | haben |
ihr | werdet | vorübergelassen | haben |
sie | werden | vorübergelassen | haben |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Conjunctief
De vervoeging van het werkwoord vorüberlassen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.
Konjunktief I
ich | lasse | vorüber |
du | lassest | vorüber |
er | lasse | vorüber |
wir | lassen | vorüber |
ihr | lasset | vorüber |
sie | lassen | vorüber |
Konjunktief II
ich | ließe | vorüber |
du | ließest | vorüber |
er | ließe | vorüber |
wir | ließen | vorüber |
ihr | ließet | vorüber |
sie | ließen | vorüber |
Voltooid Konj.
ich | habe | vorübergelassen |
du | habest | vorübergelassen |
er | habe | vorübergelassen |
wir | haben | vorübergelassen |
ihr | habet | vorübergelassen |
sie | haben | vorübergelassen |
Konj. volt. verl. t.
ich | hätte | vorübergelassen |
du | hättest | vorübergelassen |
er | hätte | vorübergelassen |
wir | hätten | vorübergelassen |
ihr | hättet | vorübergelassen |
sie | hätten | vorübergelassen |
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.
Imperatief
De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord vorüberlassen
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Infinitief/Deelwoord
De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor vorüberlassen
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse vorüberlassen
-
vorüberlassen
let past, temporarily hand over, temporarily leave
временно оставить
dejar temporalmente
confier, laisser
geçici olarak bırakmak
deixar temporariamente
temporaneamente lasciare
împrumut
átengedni
przekazać tymczasowo
παραχωρώ προσωρινά
tijdelijk overlaten
dočasně přenechat
överlåta
midlertidigt overdrage
一時的に譲る
deixar temporalment
väliaikaisesti luovuttaa
midlertidig overlate
uzte
privremeno ostaviti
привремено оставено
začasno prepustiti
dočasne zveriť
privremeno ostaviti
privremeno prepustiti
тимчасово залишити
временно оставяне
аддаць, пакінуць
להשאיר זמנית
تسليم مؤقت
موقتاً واگذار کردن
عارضی چھوڑ دینا
vorüberlassen in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van vorüberlassen- vorübergehend überlassen, vorbeilassen
- vorübergehend überlassen, vorbeilassen
Betekenissen Synoniemen
Verbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van vorüberlassen
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van vorüberlassen
- Vorming van Imperatief van vorüberlassen
- Vorming van Konjunktiv I van vorüberlassen
- Vorming van Konjunktiv II van vorüberlassen
- Vorming van Infinitief van vorüberlassen
- Vorming van Deelwoord van vorüberlassen
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Afleidingen
Afgeleide vormen van vorüberlassen
≡ erlassen
≡ auflassen
≡ vorüberreiten
≡ vorüberfliegen
≡ davonlassen
≡ heranlassen
≡ vorüberflitzen
≡ einlassen
≡ vorüberlaufen
≡ freilassen
≡ vorüberführen
≡ vorübergehen
≡ vorüberdefilieren
≡ vorüberhasten
≡ vorüberfahren
≡ ablassen
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Duitse werkwoord vorüberlassen vervoegen
Overzicht van alle tijden van het werkwoord vorüberlassen
De vervoeging van het werkwoord vorüber·lassen wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord vorüber·lassen is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (lässt vorüber - ließ vorüber - hat vorübergelassen) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary vorüberlassen en op vorüberlassen in de Duden.
vorüberlassen vervoeging
Tegenwoordige tijd | Onvoltooid verleden tijd | Conjunctief I | Conjunctief II | Imperatief | |
---|---|---|---|---|---|
ich | lass(e) vorüber | ließ vorüber | lasse vorüber | ließe vorüber | - |
du | lässt vorüber | ließ(es)t vorüber | lassest vorüber | ließest vorüber | lass(e) vorüber |
er | lässt vorüber | ließ vorüber | lasse vorüber | ließe vorüber | - |
wir | lassen vorüber | ließen vorüber | lassen vorüber | ließen vorüber | lassen vorüber |
ihr | lasst vorüber | ließ(e)t vorüber | lasset vorüber | ließet vorüber | lasst vorüber |
sie | lassen vorüber | ließen vorüber | lassen vorüber | ließen vorüber | lassen vorüber |
indicatief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich lass(e) vorüber, du lässt vorüber, er lässt vorüber, wir lassen vorüber, ihr lasst vorüber, sie lassen vorüber
- Onvoltooid verleden tijd: ich ließ vorüber, du ließ(es)t vorüber, er ließ vorüber, wir ließen vorüber, ihr ließ(e)t vorüber, sie ließen vorüber
- Perfectum: ich habe vorübergelassen, du hast vorübergelassen, er hat vorübergelassen, wir haben vorübergelassen, ihr habt vorübergelassen, sie haben vorübergelassen
- Voltooid verleden tijd: ich hatte vorübergelassen, du hattest vorübergelassen, er hatte vorübergelassen, wir hatten vorübergelassen, ihr hattet vorübergelassen, sie hatten vorübergelassen
- Toekomende tijd I: ich werde vorüberlassen, du wirst vorüberlassen, er wird vorüberlassen, wir werden vorüberlassen, ihr werdet vorüberlassen, sie werden vorüberlassen
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde vorübergelassen haben, du wirst vorübergelassen haben, er wird vorübergelassen haben, wir werden vorübergelassen haben, ihr werdet vorübergelassen haben, sie werden vorübergelassen haben
Conjunctief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich lasse vorüber, du lassest vorüber, er lasse vorüber, wir lassen vorüber, ihr lasset vorüber, sie lassen vorüber
- Onvoltooid verleden tijd: ich ließe vorüber, du ließest vorüber, er ließe vorüber, wir ließen vorüber, ihr ließet vorüber, sie ließen vorüber
- Perfectum: ich habe vorübergelassen, du habest vorübergelassen, er habe vorübergelassen, wir haben vorübergelassen, ihr habet vorübergelassen, sie haben vorübergelassen
- Voltooid verleden tijd: ich hätte vorübergelassen, du hättest vorübergelassen, er hätte vorübergelassen, wir hätten vorübergelassen, ihr hättet vorübergelassen, sie hätten vorübergelassen
- Toekomende tijd I: ich werde vorüberlassen, du werdest vorüberlassen, er werde vorüberlassen, wir werden vorüberlassen, ihr werdet vorüberlassen, sie werden vorüberlassen
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde vorübergelassen haben, du werdest vorübergelassen haben, er werde vorübergelassen haben, wir werden vorübergelassen haben, ihr werdet vorübergelassen haben, sie werden vorübergelassen haben
Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde vorüberlassen, du würdest vorüberlassen, er würde vorüberlassen, wir würden vorüberlassen, ihr würdet vorüberlassen, sie würden vorüberlassen
- Voltooid verleden tijd: ich würde vorübergelassen haben, du würdest vorübergelassen haben, er würde vorübergelassen haben, wir würden vorübergelassen haben, ihr würdet vorübergelassen haben, sie würden vorübergelassen haben
Imperatief Actief
- Tegenwoordige tijd: lass(e) (du) vorüber, lassen wir vorüber, lasst (ihr) vorüber, lassen Sie vorüber
Infinitief/Deelwoord Actief
- Infinitief I: vorüberlassen, vorüberzulassen
- Infinitief II: vorübergelassen haben, vorübergelassen zu haben
- Tegenwoordig deelwoord: vorüberlassend
- Participle II: vorübergelassen