Vervoeging van het Duitse werkwoord kreisen (ist) ⟨Procespassief⟩

De vervoeging van het werkwoord gekreist werden wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord gekreist werden is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (wird gekreist - wurde gekreist - ist gekreist worden) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary kreisen en op kreisen in de Duden.

kreisen vervoeging

indicatief Procespassief

• Tegenwoordige tijd: ich werde gekreist, du wirst gekreist, er wird gekreist, wir werden gekreist, ihr werdet gekreist, sie werden gekreist
• Onvoltooid verleden tijd: ich wurde gekreist, du wurdest gekreist, er wurde gekreist, wir wurden gekreist, ihr wurdet gekreist, sie wurden gekreist
• Perfectum: ich bin gekreist worden, du bist gekreist worden, er ist gekreist worden, wir sind gekreist worden, ihr seid gekreist worden, sie sind gekreist worden
• Voltooid verleden tijd: ich war gekreist worden, du warst gekreist worden, er war gekreist worden, wir waren gekreist worden, ihr wart gekreist worden, sie waren gekreist worden
• Toekomende tijd I: ich werde gekreist werden, du wirst gekreist werden, er wird gekreist werden, wir werden gekreist werden, ihr werdet gekreist werden, sie werden gekreist werden
• voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gekreist worden sein, du wirst gekreist worden sein, er wird gekreist worden sein, wir werden gekreist worden sein, ihr werdet gekreist worden sein, sie werden gekreist worden sein

Conjunctief Procespassief

• Tegenwoordige tijd: ich werde gekreist, du werdest gekreist, er werde gekreist, wir werden gekreist, ihr werdet gekreist, sie werden gekreist
• Onvoltooid verleden tijd: ich würde gekreist, du würdest gekreist, er würde gekreist, wir würden gekreist, ihr würdet gekreist, sie würden gekreist
• Perfectum: ich sei gekreist worden, du seiest gekreist worden, er sei gekreist worden, wir seien gekreist worden, ihr seiet gekreist worden, sie seien gekreist worden
• Voltooid verleden tijd: ich wäre gekreist worden, du wärest gekreist worden, er wäre gekreist worden, wir wären gekreist worden, ihr wäret gekreist worden, sie wären gekreist worden
• Toekomende tijd I: ich werde gekreist werden, du werdest gekreist werden, er werde gekreist werden, wir werden gekreist werden, ihr werdet gekreist werden, sie werden gekreist werden
• voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gekreist worden sein, du werdest gekreist worden sein, er werde gekreist worden sein, wir werden gekreist worden sein, ihr werdet gekreist worden sein, sie werden gekreist worden sein

Voorwaardelijke wijs II (würde) Procespassief

• Onvoltooid verleden tijd: ich würde gekreist werden, du würdest gekreist werden, er würde gekreist werden, wir würden gekreist werden, ihr würdet gekreist werden, sie würden gekreist werden
• Voltooid verleden tijd: ich würde gekreist worden sein, du würdest gekreist worden sein, er würde gekreist worden sein, wir würden gekreist worden sein, ihr würdet gekreist worden sein, sie würden gekreist worden sein

Imperatief Procespassief

• Tegenwoordige tijd: -, -, -, -

Infinitief/Deelwoord Procespassief

• Infinitief I: gekreist werden, gekreist zu werden
• Infinitief II: gekreist worden sein, gekreist worden zu sein
• Tegenwoordig deelwoord: gekreist werdend
• Participle II: gekreist worden