Vervoeging van het Duitse werkwoord überstrahlen
De vervoeging van het werkwoord überstrahlen (overstrahlen, bestralen) is regelmatig. De basisvormen zijn überstrahlt, überstrahlte en hat überstrahlt. Het hulpwerkwoord van überstrahlen is "haben". Het voorvoegsel über- van überstrahlen is onscheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord überstrahlen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor überstrahlen. Je kunt niet alleen überstrahlen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau C1. Opmerkingen ☆
C1 · regelmatig · haben · onlosmakelijk
überstrahlt · überstrahlte · hat überstrahlt
outshine, eclipse, flood, light up, overexpose, overframe, overshadow, radiate, shine over, surpass
auf der gesamten Fläche bestrahlen; heller strahlen und andere Dinge scheinbar verdunkeln; beleuchten, verdunkeln, überragen, bestrahlen
(acc.)
» Jeder Filmstar überstrahlt
sie schon. Every movie star outshines her already.
De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van überstrahlen
Tegenwoordige tijd
ich | überstrahl(e)⁵ |
du | überstrahlst |
er | überstrahlt |
wir | überstrahlen |
ihr | überstrahlt |
sie | überstrahlen |
Onvoltooid verleden tijd
ich | überstrahlte |
du | überstrahltest |
er | überstrahlte |
wir | überstrahlten |
ihr | überstrahltet |
sie | überstrahlten |
Konjunktief I
ich | überstrahle |
du | überstrahlest |
er | überstrahle |
wir | überstrahlen |
ihr | überstrahlet |
sie | überstrahlen |
Konjunktief II
ich | überstrahlte |
du | überstrahltest |
er | überstrahlte |
wir | überstrahlten |
ihr | überstrahltet |
sie | überstrahlten |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
indicatief
Het werkwoord überstrahlen vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd
Tegenwoordige tijd
ich | überstrahl(e)⁵ |
du | überstrahlst |
er | überstrahlt |
wir | überstrahlen |
ihr | überstrahlt |
sie | überstrahlen |
Onvoltooid verleden tijd
ich | überstrahlte |
du | überstrahltest |
er | überstrahlte |
wir | überstrahlten |
ihr | überstrahltet |
sie | überstrahlten |
Perfectum
ich | habe | überstrahlt |
du | hast | überstrahlt |
er | hat | überstrahlt |
wir | haben | überstrahlt |
ihr | habt | überstrahlt |
sie | haben | überstrahlt |
Volt. verl. tijd
ich | hatte | überstrahlt |
du | hattest | überstrahlt |
er | hatte | überstrahlt |
wir | hatten | überstrahlt |
ihr | hattet | überstrahlt |
sie | hatten | überstrahlt |
Toekomende tijd I
ich | werde | überstrahlen |
du | wirst | überstrahlen |
er | wird | überstrahlen |
wir | werden | überstrahlen |
ihr | werdet | überstrahlen |
sie | werden | überstrahlen |
voltooid tegenwoordige toekomende tijd
ich | werde | überstrahlt | haben |
du | wirst | überstrahlt | haben |
er | wird | überstrahlt | haben |
wir | werden | überstrahlt | haben |
ihr | werdet | überstrahlt | haben |
sie | werden | überstrahlt | haben |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Conjunctief
De vervoeging van het werkwoord überstrahlen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.
Konjunktief I
ich | überstrahle |
du | überstrahlest |
er | überstrahle |
wir | überstrahlen |
ihr | überstrahlet |
sie | überstrahlen |
Konjunktief II
ich | überstrahlte |
du | überstrahltest |
er | überstrahlte |
wir | überstrahlten |
ihr | überstrahltet |
sie | überstrahlten |
Voltooid Konj.
ich | habe | überstrahlt |
du | habest | überstrahlt |
er | habe | überstrahlt |
wir | haben | überstrahlt |
ihr | habet | überstrahlt |
sie | haben | überstrahlt |
Konj. volt. verl. t.
ich | hätte | überstrahlt |
du | hättest | überstrahlt |
er | hätte | überstrahlt |
wir | hätten | überstrahlt |
ihr | hättet | überstrahlt |
sie | hätten | überstrahlt |
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.
Imperatief
De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord überstrahlen
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Infinitief/Deelwoord
De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor überstrahlen
Voorbeelden
Voorbeeldzinnen voor überstrahlen
-
Jeder Filmstar
überstrahlt
sie schon.
Every movie star outshines her already.
-
Hier ist der Himmel vom Licht so
überstrahlt
, dass man nachts nicht einmal einen Stern sehen kann.
Here the sky is so illuminated by the light that at night you can't even see a star.
-
Die Herbstsonne
überstrahlte
das Tal.
The autumn sun illuminated the valley.
-
Meine Scheinwerfer
überstrahlten
den kleinen Kinderspielplatz in der Nähe des Haupthauses.
My headlights illuminated the small playground near the main house.
-
Doch das Licht des noch relativ vollen Mondes werde viele der Sternschnuppen
überstrahlen
.
But the light of the still relatively full moon will overshadow many of the shooting stars.
-
Carlo Ancelotti wird uns überraschen und Uli Hoeneß alle
überstrahlen
, meint unser Kolumnist.
Carlo Ancelotti will surprise us and overshadow Uli Hoeneß, says our columnist.
-
Es gilt bei den Oscars als Ehrensache, zum Ende der Saison alle anderen, kleineren Filmpreisverleihungen
zu
überstrahlen
.
At the Oscars, it is considered a matter of honor to overshadow all other, smaller film award ceremonies at the end of the season.
Voorbeelden
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse überstrahlen
-
überstrahlen
outshine, eclipse, flood, light up, overexpose, overframe, overshadow, radiate
затмевать, освещать, затмить, осветить, заливать светом, ослеплять, превосходить
eclipsar, resplandecer, iluminar, irradiar, opacar, sobresalir, superar
éclipser, irradiation, surpasser, éblouir, éclairer
aydınlatmak, gölgede bırakmak, aşmak, parlamak, üstün olmak, ışık saçmak, ışınlamak
ofuscar, superar, iluminar, brilhar sobre
illuminare, superare, eclissare, essere più bravo, irradiare, oscurare, irradiate, sorpassare
depăși, eclipsa, ilumina, radia, străluci, străluci mai puternic
felülmúl, elhomályosítani, megvilágít, túlsugározni
opromieniać, opromienić, przeświecać, oświetlać, przewyższać
φωτίζω, επισκιάζω, καλύπτω, υπερβαίνω, υπερλάμπω
overstrahlen, bestralen, overtreffen, verduisteren
ozařovat, ozářit, osvětlit, přehlušit, převládnout, převyšovat, zářit
överglänsa, överskugga, stråla över, överstraffa, överträffa
overstråle, bestråle, overstraale
上回る, 照らす, 照射する, 超える, 輝かせる, 輝く
il·luminar, destacar, enlluernar, il·luminar completament, superar
valaista, säteillä, ylittää, ylivaloittaa, ylivoimaisuus
overstråle, overgå, overskygge, stråle over
argi eman, distiratu, gain, ilundu, irabazi
osvetliti, nadmašiti, obasjati, prevazići, zasjati
осветлување, засенчување, надминување, претекување
osvetliti, obsevati, preseči, prevladati, zasenčiti
osvetliť, prežiariť, prekonávať, prevyšovať
osvijetliti, nadmašiti, obasjati, prevazići, zasjeniti
osvijetliti, nadmašiti, obasjati, prevladati, zasjati
перевершувати, освітлювати, затемнювати, переважати, перекривати
осветление, осветявам, ослепително, превъзхождам
асвятляць, засвятліць, пераўзыходзіць
להאיר، לזכות، להקרין
إشعاع، يتفوق على، يشرق، يضيء
تاباندن، درخشان کردن، فراگرفتن، نور افشانی
چمکنا، روشنی دینا
überstrahlen in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van überstrahlen- auf der gesamten Fläche bestrahlen, heller strahlen und andere Dinge scheinbar verdunkeln, beleuchten, verdunkeln, überragen, bestrahlen
- auf der gesamten Fläche bestrahlen, heller strahlen und andere Dinge scheinbar verdunkeln, beleuchten, verdunkeln, überragen, bestrahlen
- auf der gesamten Fläche bestrahlen, heller strahlen und andere Dinge scheinbar verdunkeln, beleuchten, verdunkeln, überragen, bestrahlen
Betekenissen Synoniemen
Verbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van überstrahlen
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van überstrahlen
- Vorming van Imperatief van überstrahlen
- Vorming van Konjunktiv I van überstrahlen
- Vorming van Konjunktiv II van überstrahlen
- Vorming van Infinitief van überstrahlen
- Vorming van Deelwoord van überstrahlen
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Afleidingen
Afgeleide vormen van überstrahlen
≡ verstrahlen
≡ zerstrahlen
≡ strahlen
≡ überbringen
≡ überbleiben
≡ abstrahlen
≡ überbraten
≡ aufstrahlen
≡ überbacken
≡ ausstrahlen
≡ anstrahlen
≡ erstrahlen
≡ überblicken
≡ bestrahlen
≡ überbrennen
≡ überblasen
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Duitse werkwoord überstrahlen vervoegen
Overzicht van alle tijden van het werkwoord überstrahlen
De vervoeging van het werkwoord überstrahlen wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord überstrahlen is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (überstrahlt - überstrahlte - hat überstrahlt) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary überstrahlen en op überstrahlen in de Duden.
überstrahlen vervoeging
Tegenwoordige tijd | Onvoltooid verleden tijd | Conjunctief I | Conjunctief II | Imperatief | |
---|---|---|---|---|---|
ich | überstrahl(e) | überstrahlte | überstrahle | überstrahlte | - |
du | überstrahlst | überstrahltest | überstrahlest | überstrahltest | überstrahl(e) |
er | überstrahlt | überstrahlte | überstrahle | überstrahlte | - |
wir | überstrahlen | überstrahlten | überstrahlen | überstrahlten | überstrahlen |
ihr | überstrahlt | überstrahltet | überstrahlet | überstrahltet | überstrahlt |
sie | überstrahlen | überstrahlten | überstrahlen | überstrahlten | überstrahlen |
indicatief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich überstrahl(e), du überstrahlst, er überstrahlt, wir überstrahlen, ihr überstrahlt, sie überstrahlen
- Onvoltooid verleden tijd: ich überstrahlte, du überstrahltest, er überstrahlte, wir überstrahlten, ihr überstrahltet, sie überstrahlten
- Perfectum: ich habe überstrahlt, du hast überstrahlt, er hat überstrahlt, wir haben überstrahlt, ihr habt überstrahlt, sie haben überstrahlt
- Voltooid verleden tijd: ich hatte überstrahlt, du hattest überstrahlt, er hatte überstrahlt, wir hatten überstrahlt, ihr hattet überstrahlt, sie hatten überstrahlt
- Toekomende tijd I: ich werde überstrahlen, du wirst überstrahlen, er wird überstrahlen, wir werden überstrahlen, ihr werdet überstrahlen, sie werden überstrahlen
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde überstrahlt haben, du wirst überstrahlt haben, er wird überstrahlt haben, wir werden überstrahlt haben, ihr werdet überstrahlt haben, sie werden überstrahlt haben
Conjunctief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich überstrahle, du überstrahlest, er überstrahle, wir überstrahlen, ihr überstrahlet, sie überstrahlen
- Onvoltooid verleden tijd: ich überstrahlte, du überstrahltest, er überstrahlte, wir überstrahlten, ihr überstrahltet, sie überstrahlten
- Perfectum: ich habe überstrahlt, du habest überstrahlt, er habe überstrahlt, wir haben überstrahlt, ihr habet überstrahlt, sie haben überstrahlt
- Voltooid verleden tijd: ich hätte überstrahlt, du hättest überstrahlt, er hätte überstrahlt, wir hätten überstrahlt, ihr hättet überstrahlt, sie hätten überstrahlt
- Toekomende tijd I: ich werde überstrahlen, du werdest überstrahlen, er werde überstrahlen, wir werden überstrahlen, ihr werdet überstrahlen, sie werden überstrahlen
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde überstrahlt haben, du werdest überstrahlt haben, er werde überstrahlt haben, wir werden überstrahlt haben, ihr werdet überstrahlt haben, sie werden überstrahlt haben
Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde überstrahlen, du würdest überstrahlen, er würde überstrahlen, wir würden überstrahlen, ihr würdet überstrahlen, sie würden überstrahlen
- Voltooid verleden tijd: ich würde überstrahlt haben, du würdest überstrahlt haben, er würde überstrahlt haben, wir würden überstrahlt haben, ihr würdet überstrahlt haben, sie würden überstrahlt haben
Imperatief Actief
- Tegenwoordige tijd: überstrahl(e) (du), überstrahlen wir, überstrahlt (ihr), überstrahlen Sie
Infinitief/Deelwoord Actief
- Infinitief I: überstrahlen, zu überstrahlen
- Infinitief II: überstrahlt haben, überstrahlt zu haben
- Tegenwoordig deelwoord: überstrahlend
- Participle II: überstrahlt