Vervoeging van het Duitse werkwoord überbacken
De vervoeging van het werkwoord überbacken (overbakken) is onregelmatig. De basisvormen zijn überbäckt/überbackt, überbuk en hat überbacken. De ablaut vindt plaats met de stamklinkers a - u - a. Het hulpwerkwoord van überbacken is "haben". Het voorvoegsel über- van überbacken is onscheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord überbacken beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor überbacken. Je kunt niet alleen überbacken vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau C2. Opmerkingen ☆
C2 · onregelmatig · haben · onlosmakelijk
überbäckt/überbackt · überbuk · hat überbacken
Verandering van de stamklinker a - u - a Umlauten in de tegenwoordige tijd Weglaten van dubbele medeklinkers bij medeklinkerverandering ck - k - ck
escallop, scallop, escalop, scollop, gratin
[Kochen] etwas kurz, oberflächlich backen, meist mit einer bestimmten Zutat (z. B. Käse) bedeckt; gratinieren
(acc.)
» Eine beliebte Beilage in der klassischen Küche ist ein Gratin mit dünnen Kartoffelscheiben in einer Milch-Sahne-Mischung, die in einer flachen Auflaufform mit Käse überbacken
werden. A popular side dish in classic cuisine is a gratin with thin potato slices in a milk-cream mixture, baked with cheese in a shallow baking dish.
De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van überbacken
Tegenwoordige tijd
ich | überback(e)⁵ |
du | überbäckst/überbackst |
er | überbäckt/überbackt |
wir | überbacken |
ihr | überbackt |
sie | überbacken |
Onvoltooid verleden tijd
ich | überbuk |
du | überbukst |
er | überbuk |
wir | überbuken |
ihr | überbukt |
sie | überbuken |
Konjunktief I
ich | überbacke |
du | überbackest |
er | überbacke |
wir | überbacken |
ihr | überbacket |
sie | überbacken |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
indicatief
Het werkwoord überbacken vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd
Tegenwoordige tijd
ich | überback(e)⁵ |
du | überbäckst/überbackst |
er | überbäckt/überbackt |
wir | überbacken |
ihr | überbackt |
sie | überbacken |
Onvoltooid verleden tijd
ich | überbuk |
du | überbukst |
er | überbuk |
wir | überbuken |
ihr | überbukt |
sie | überbuken |
Perfectum
ich | habe | überbacken |
du | hast | überbacken |
er | hat | überbacken |
wir | haben | überbacken |
ihr | habt | überbacken |
sie | haben | überbacken |
Volt. verl. tijd
ich | hatte | überbacken |
du | hattest | überbacken |
er | hatte | überbacken |
wir | hatten | überbacken |
ihr | hattet | überbacken |
sie | hatten | überbacken |
Toekomende tijd I
ich | werde | überbacken |
du | wirst | überbacken |
er | wird | überbacken |
wir | werden | überbacken |
ihr | werdet | überbacken |
sie | werden | überbacken |
voltooid tegenwoordige toekomende tijd
ich | werde | überbacken | haben |
du | wirst | überbacken | haben |
er | wird | überbacken | haben |
wir | werden | überbacken | haben |
ihr | werdet | überbacken | haben |
sie | werden | überbacken | haben |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Conjunctief
De vervoeging van het werkwoord überbacken in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.
Konjunktief I
ich | überbacke |
du | überbackest |
er | überbacke |
wir | überbacken |
ihr | überbacket |
sie | überbacken |
Voltooid Konj.
ich | habe | überbacken |
du | habest | überbacken |
er | habe | überbacken |
wir | haben | überbacken |
ihr | habet | überbacken |
sie | haben | überbacken |
Konj. volt. verl. t.
ich | hätte | überbacken |
du | hättest | überbacken |
er | hätte | überbacken |
wir | hätten | überbacken |
ihr | hättet | überbacken |
sie | hätten | überbacken |
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.
Imperatief
De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord überbacken
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Infinitief/Deelwoord
De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor überbacken
Voorbeelden
Voorbeeldzinnen voor überbacken
-
Eine beliebte Beilage in der klassischen Küche ist ein Gratin mit dünnen Kartoffelscheiben in einer Milch-Sahne-Mischung, die in einer flachen Auflaufform mit Käse
überbacken
werden.
A popular side dish in classic cuisine is a gratin with thin potato slices in a milk-cream mixture, baked with cheese in a shallow baking dish.
Voorbeelden
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse überbacken
-
überbacken
escallop, scallop, escalop, scollop, gratin
запекать
gratinar, cubierto, gratinado
gratiner, gratiné
peynirle kaplamak, üstü kızartmak
gratinar, assar com cobertura, gratinado
gratinare, passare al forno, passare in forno
gratina
gratinálni, sütni
zapiec, zapiekać
ψήνω στο φούρνο, επικαλύπτω
overbakken
opéct, opékat, zapékat, zapékatpéct, zapečené
gratinera
gratiner, overbake
上に焼く, 焼き目をつける
gratinar, gratinat
gratinointi, päällystäminen
gratinerer
gratinatu
zapeći
запечено
zapeči
zapečené
zapeći
zapeći
запікати
запечен, запичам
запечыць
להשחים
تحمير
پختن با رویه
اوپر سے پکانا، پکانا
überbacken in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van überbacken- [Kochen] etwas kurz, oberflächlich backen, meist mit einer bestimmten Zutat (z. B. Käse) bedeckt, gratinieren
Betekenissen Synoniemen
Verbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van überbacken
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van überbacken
- Vorming van Imperatief van überbacken
- Vorming van Konjunktiv I van überbacken
- Vorming van Konjunktiv II van überbacken
- Vorming van Infinitief van überbacken
- Vorming van Deelwoord van überbacken
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Afleidingen
Afgeleide vormen van überbacken
≡ überblicken
≡ überblenden
≡ überborden
≡ überbieten
≡ überbringen
≡ überbrücken
≡ ausbacken
≡ backen
≡ überbinden
≡ überbrennen
≡ anbacken
≡ überbremsen
≡ überarbeiten
≡ durchbacken
≡ überblasen
≡ abbacken
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Duitse werkwoord überbacken vervoegen
Overzicht van alle tijden van het werkwoord überbacken
De vervoeging van het werkwoord überbacken wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord überbacken is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (überbäckt/überbackt - überbuk - hat überbacken) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary überbacken en op überbacken in de Duden.
überbacken vervoeging
Tegenwoordige tijd | Onvoltooid verleden tijd | Conjunctief I | Conjunctief II | Imperatief | |
---|---|---|---|---|---|
ich | überback(e) | überbuk | überbacke | überbüke | - |
du | überbäckst/überbackst | überbukst | überbackest | überbükest | überback(e) |
er | überbäckt/überbackt | überbuk | überbacke | überbüke | - |
wir | überbacken | überbuken | überbacken | überbüken | überbacken |
ihr | überbackt | überbukt | überbacket | überbüket | überbackt |
sie | überbacken | überbuken | überbacken | überbüken | überbacken |
indicatief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich überback(e), du überbäckst/überbackst, er überbäckt/überbackt, wir überbacken, ihr überbackt, sie überbacken
- Onvoltooid verleden tijd: ich überbuk, du überbukst, er überbuk, wir überbuken, ihr überbukt, sie überbuken
- Perfectum: ich habe überbacken, du hast überbacken, er hat überbacken, wir haben überbacken, ihr habt überbacken, sie haben überbacken
- Voltooid verleden tijd: ich hatte überbacken, du hattest überbacken, er hatte überbacken, wir hatten überbacken, ihr hattet überbacken, sie hatten überbacken
- Toekomende tijd I: ich werde überbacken, du wirst überbacken, er wird überbacken, wir werden überbacken, ihr werdet überbacken, sie werden überbacken
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde überbacken haben, du wirst überbacken haben, er wird überbacken haben, wir werden überbacken haben, ihr werdet überbacken haben, sie werden überbacken haben
Conjunctief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich überbacke, du überbackest, er überbacke, wir überbacken, ihr überbacket, sie überbacken
- Onvoltooid verleden tijd: ich überbüke, du überbükest, er überbüke, wir überbüken, ihr überbüket, sie überbüken
- Perfectum: ich habe überbacken, du habest überbacken, er habe überbacken, wir haben überbacken, ihr habet überbacken, sie haben überbacken
- Voltooid verleden tijd: ich hätte überbacken, du hättest überbacken, er hätte überbacken, wir hätten überbacken, ihr hättet überbacken, sie hätten überbacken
- Toekomende tijd I: ich werde überbacken, du werdest überbacken, er werde überbacken, wir werden überbacken, ihr werdet überbacken, sie werden überbacken
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde überbacken haben, du werdest überbacken haben, er werde überbacken haben, wir werden überbacken haben, ihr werdet überbacken haben, sie werden überbacken haben
Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde überbacken, du würdest überbacken, er würde überbacken, wir würden überbacken, ihr würdet überbacken, sie würden überbacken
- Voltooid verleden tijd: ich würde überbacken haben, du würdest überbacken haben, er würde überbacken haben, wir würden überbacken haben, ihr würdet überbacken haben, sie würden überbacken haben
Imperatief Actief
- Tegenwoordige tijd: überback(e) (du), überbacken wir, überbackt (ihr), überbacken Sie
Infinitief/Deelwoord Actief
- Infinitief I: überbacken, zu überbacken
- Infinitief II: überbacken haben, überbacken zu haben
- Tegenwoordig deelwoord: überbackend
- Participle II: überbacken