Vervoeging van het Duitse werkwoord traversieren

De vervoeging van het werkwoord traversieren (diagonaal rijden, doorlopen) is regelmatig. De basisvormen zijn traversiert, traversierte en hat traversiert. Het hulpwerkwoord van traversieren is "haben". Er zijn echter ook tijden met het hulpwerkwoord "sein". De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord traversieren beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor traversieren. Je kunt niet alleen traversieren vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau C2. Opmerkingen

haben
traversieren
sein
traversieren

C2 · regelmatig · haben

traversieren

traversiert · traversierte · hat traversiert

Engels traverse, cross horizontally, cross sideways, list, ride diagonally

/tʁavɛɐ̯ˈziːʁən/ · /tʁavɛɐ̯ˈziːɐ̯t/ · /tʁavɛɐ̯ˈziːɐ̯tə/ · /tʁavɛɐ̯ˈziːɐ̯t/

[Sport, Wissenschaft, …] eine Felswand oder Eiswand waagerecht überqueren; seitwärts ausfallen; queren, verhindern, durchkreuzen

(acc.)

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van traversieren

Tegenwoordige tijd

ich traversier(e)⁵
du traversierst
er traversiert
wir traversieren
ihr traversiert
sie traversieren

Onvoltooid verleden tijd

ich traversierte
du traversiertest
er traversierte
wir traversierten
ihr traversiertet
sie traversierten

Imperatief

-
traversier(e)⁵ (du)
-
traversieren wir
traversiert (ihr)
traversieren Sie

Konjunktief I

ich traversiere
du traversierest
er traversiere
wir traversieren
ihr traversieret
sie traversieren

Konjunktief II

ich traversierte
du traversiertest
er traversierte
wir traversierten
ihr traversiertet
sie traversierten

Infinitief

traversieren
zu traversieren

Deelwoord

traversierend
traversiert

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord traversieren vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich traversier(e)⁵
du traversierst
er traversiert
wir traversieren
ihr traversiert
sie traversieren

Onvoltooid verleden tijd

ich traversierte
du traversiertest
er traversierte
wir traversierten
ihr traversiertet
sie traversierten

Perfectum

ich habe traversiert
du hast traversiert
er hat traversiert
wir haben traversiert
ihr habt traversiert
sie haben traversiert

Volt. verl. tijd

ich hatte traversiert
du hattest traversiert
er hatte traversiert
wir hatten traversiert
ihr hattet traversiert
sie hatten traversiert

Toekomende tijd I

ich werde traversieren
du wirst traversieren
er wird traversieren
wir werden traversieren
ihr werdet traversieren
sie werden traversieren

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde traversiert haben
du wirst traversiert haben
er wird traversiert haben
wir werden traversiert haben
ihr werdet traversiert haben
sie werden traversiert haben

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord traversieren in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich traversiere
du traversierest
er traversiere
wir traversieren
ihr traversieret
sie traversieren

Konjunktief II

ich traversierte
du traversiertest
er traversierte
wir traversierten
ihr traversiertet
sie traversierten

Voltooid Konj.

ich habe traversiert
du habest traversiert
er habe traversiert
wir haben traversiert
ihr habet traversiert
sie haben traversiert

Konj. volt. verl. t.

ich hätte traversiert
du hättest traversiert
er hätte traversiert
wir hätten traversiert
ihr hättet traversiert
sie hätten traversiert

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde traversieren
du werdest traversieren
er werde traversieren
wir werden traversieren
ihr werdet traversieren
sie werden traversieren

Toek. volt. aanw.

ich werde traversiert haben
du werdest traversiert haben
er werde traversiert haben
wir werden traversiert haben
ihr werdet traversiert haben
sie werden traversiert haben

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde traversieren
du würdest traversieren
er würde traversieren
wir würden traversieren
ihr würdet traversieren
sie würden traversieren

Verleden cond.

ich würde traversiert haben
du würdest traversiert haben
er würde traversiert haben
wir würden traversiert haben
ihr würdet traversiert haben
sie würden traversiert haben

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord traversieren


Tegenwoordige tijd

traversier(e)⁵ (du)
traversieren wir
traversiert (ihr)
traversieren Sie

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor traversieren


Infinitief I


traversieren
zu traversieren

Infinitief II


traversiert haben
traversiert zu haben

Tegenwoordig deelwoord


traversierend

Participle II


traversiert

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse traversieren


Duits traversieren
Engels traverse, cross horizontally, cross sideways, list, ride diagonally
Russisch пересекать, выклоняться, обойти, отклоняться, перечислять узлы, пройти
Spaans travesía, desviar, diagonal, enumerar, listar, traversar
Frans traverser, croiser, diagonal, énumérer
Turks diyagonal geçmek, dolaşmak, düğümleri saymak, geçmek, kenara çıkmak, yanlamak, yatay geçiş, çapraz geçmek
Portugees traversar, cavalgar diagonalmente, desviar, enumerar, listar, transitar, transpor
Italiaans attraversare, deviare, diagonale, elencare nodi, percorrere, traversare
Roemeens traversa, parcurge, trece pe lângă
Hongaars bejárni, fák csomópontjainak felsorolása, keresztez, oldalra dől, oldalra esik, traversálni, átlovagolni, átmegy
Pools przechodzić, przebiegać, przejeżdżać, przełazić
Grieks διασχίζω, διαγώνια διέλευση, διασύνδεση, παρακάμπτω
Nederlands diagonaal rijden, doorlopen, opnoemen, oversteken, zijwaarts vallen
Tsjechisch procházet, křížit, odbočit, překonat, vybočit
Zweeds diagonalt rida, genomgå, korsa, räkna, sidledes, traversera, uppräkna
Deens diagonalt, gennemløbe, kryds, opregne, skride
Japans 横断する, グラフのすべてのノードを通過する, ノードを列挙する, 斜めに進む, 横に出る, 渡る
Catalaans travessar, desviació, desviar-se, enumerar, listar, recórrer, traversar
Fins kulkea, kulkea vinottain, luetteloida, läpäistä, poikittain, ylittää
Noors traversere, gjennomgå, krysse, opplistning av noder, sideskifte
Baskisch zeharkatu, gurutzatu, alde batera joan, datu-arbolaren nodoak zerrendatu, diagonal igarotzea, grafoko nodo guztiak igarotzea
Servisch proći, prelaziti, preći, križati, proći kroz, traversirati
Macedonisch дијагонално возење, преминува, преминување, пресекување, прескокнување
Sloveens prečkati, prečkanje, prehoditi
Slowaaks prejsť, diagonálne prechádzať, odbočiť, prechádzať, prekonávať, traversovať
Bosnisch preći, izlaziti bočno, prelaziti, preći dijagonalno, proći, proći kroz
Kroatisch izlaziti bočno, križati, pretraživati, preći, proći, proći dijagonalno, proći kroz, traversirati
Oekraïens пересікати, перетинати, бічний вихід, обійти, перебирати, перебрати
Bulgaars пресичам, изброяване на възли, излизам странично, обхождам, преминавам, пресичане
Wit-Russisch абходзіць, бокавы, пераадолець, пералічыць вузлы, перасякаць, праходзіць
Indonesisch menelusuri, melakukan half-pass, menyeberangi tebing, tergelincir ke samping, terjatuh ke samping
Vietnamees duyệt, lệch sang một bên, ngã sang bên, vượt qua vách đá
Oezbeeks aylanib chiqmoq, half-pass qilish, ko‘rib chiqmoq, qoya yuzasini kesib o'tish, traverslash, yon tomonga o'girilmoq, yon tomonga yiqilmoq
Hindi ट्रैवर्स करना, परिभ्रमण करना, चट्टान पार करना, पार्श्व की ओर गिरना, बगल की ओर गिरना, हाफ-पास करना
Chinees 遍历, 做横步, 向侧面倒下, 向旁边偏移, 横越峭壁
Thais วนผ่าน, เดินผ่าน, ข้ามหน้าผา, ทำฮาล์ฟพาส, ลื่นไปด้านข้าง, ล้มไปด้านข้าง
Koreaans 순회하다, 옆으로 넘어지다, 옆으로 벗어나다, 절벽 가로질러 횡단하다, 탐색하다, 트래버스하다, 하프패스를 하다
Azerbeidzjaans keçmək, dolanmaq, half-pass etmək, qaya üzərindən keçmək, travers etmək, yan tərəfə sürüşmək, yan tərəfə yıxılmaq
Georgisch ტრავერსირება, გავლა, გვერდზე გადახრა, გვერდზე ჩავარდნა, კლდის გადაკვეთა, მოვლა, ჰალფ-პასის შესრულება
Bengaals ট্রাভার্স করা, পরিভ্রমণ করা, চূড়া পার হওয়া, পাশে পড়া, পাশে সরে যাওয়া, হাফ-পাস করা
Albanees përshkoj, bien anash, bëj half-pass, kaloj shkëmbin, lëviz anash
Marathi ट्रॅव्हर्स करणे, परिभ्रमण करणे, चट्टान ओलांडणे, बाजूला कोसळणे, शेजारी कोसळणे, हाफ-पास करणे
Nepalees चट्टान पार गर्नु, ट्रावर्स गर्नु, परिभ्रमण गर्नु, पार्श्वतिर सर्नु, पार्श्वमा खस्नु, सञ्चरण गर्नु, हाफ-पास गर्नु
Telugu ట్రావర్స్ చేయు, సంచరించు, పక్కకు పడిపోవడం, పక్కవైపు వంగిపోవడం, పర్వత గోడ దాటడం, హాఫ్-పాస్ చేయు
Lets apstaigāt, izpildīt half-pass, nokrist uz sāniem, nolīzt sāniski, traversēt, šķērsot klinti
Tamil டிராவர்ஸ் செய், சுற்றிச் செல்ல, சுற்றிவரு, பக்கமாக சாய்வது, பக்கமாக விழுதல், பாறை தாண்டு, ஹாஃப்-பாஸ் செய்ய
Ests läbida, kalju läbida, külgsuunas kalduma, küljele kukkuma, läbi käia, läbi käima, sooritama poolpassaaži
Armeens անցնել, ժայռի պատի վրայով անցնել, կողքի կողմ տեղափոխվել, կողքի վրա ընկնել, հաֆ-պաս կատարել, շրջել, տրավերս անել
Koerdisch bi alîyekê ketin, derbas kirin, gerîn, half-pass kirin, klintê derbas bûn, li alîyê ketin
Hebreeuwsחצייה، לחלוף، למנות، לסטות، לספור، לעבור، לצאת הצידה، לרכב באלכסון
Arabischاجتياز، عبور، تجاوز، تعداد العقد، جانبي
Perzischشمارش گره‌ها، عرضی عبور کردن، قطر زدن، کنار رفتن، گذر از گره‌ها
Urduترچھا چلنا، درخت کے نوڈز، طرف نکلنا، عبور کرنا، پار کرنا، پہلو سے گزرنا، پہلو میں جانا، گراف کے تمام نوڈز کو عبور کرنا

traversieren in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van traversieren

  • [Sport] eine Felswand oder Eiswand waagerecht überqueren, queren
  • [Sport] seitwärts ausfallen
  • [Sport] die Reitbahn in diagonaler Richtung durchreiten, wobei die Bewegung vorwärts-seitwärts erfolgt
  • [Wissenschaft] Knoten eines Datenbaumes aufzählen
  • alle Knoten eines Graphen durchlaufen (Rekursion)
  • ...

traversieren in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord traversieren vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord traversieren


De vervoeging van het werkwoord traversieren wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord traversieren is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (traversiert - traversierte - hat traversiert) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary traversieren en op traversieren in de Duden.

traversieren vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich traversier(e)traversiertetraversieretraversierte-
du traversiersttraversiertesttraversieresttraversiertesttraversier(e)
er traversierttraversiertetraversieretraversierte-
wir traversierentraversiertentraversierentraversiertentraversieren
ihr traversierttraversiertettraversierettraversiertettraversiert
sie traversierentraversiertentraversierentraversiertentraversieren

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich traversier(e), du traversierst, er traversiert, wir traversieren, ihr traversiert, sie traversieren
  • Onvoltooid verleden tijd: ich traversierte, du traversiertest, er traversierte, wir traversierten, ihr traversiertet, sie traversierten
  • Perfectum: ich habe traversiert, du hast traversiert, er hat traversiert, wir haben traversiert, ihr habt traversiert, sie haben traversiert
  • Voltooid verleden tijd: ich hatte traversiert, du hattest traversiert, er hatte traversiert, wir hatten traversiert, ihr hattet traversiert, sie hatten traversiert
  • Toekomende tijd I: ich werde traversieren, du wirst traversieren, er wird traversieren, wir werden traversieren, ihr werdet traversieren, sie werden traversieren
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde traversiert haben, du wirst traversiert haben, er wird traversiert haben, wir werden traversiert haben, ihr werdet traversiert haben, sie werden traversiert haben

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich traversiere, du traversierest, er traversiere, wir traversieren, ihr traversieret, sie traversieren
  • Onvoltooid verleden tijd: ich traversierte, du traversiertest, er traversierte, wir traversierten, ihr traversiertet, sie traversierten
  • Perfectum: ich habe traversiert, du habest traversiert, er habe traversiert, wir haben traversiert, ihr habet traversiert, sie haben traversiert
  • Voltooid verleden tijd: ich hätte traversiert, du hättest traversiert, er hätte traversiert, wir hätten traversiert, ihr hättet traversiert, sie hätten traversiert
  • Toekomende tijd I: ich werde traversieren, du werdest traversieren, er werde traversieren, wir werden traversieren, ihr werdet traversieren, sie werden traversieren
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde traversiert haben, du werdest traversiert haben, er werde traversiert haben, wir werden traversiert haben, ihr werdet traversiert haben, sie werden traversiert haben

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde traversieren, du würdest traversieren, er würde traversieren, wir würden traversieren, ihr würdet traversieren, sie würden traversieren
  • Voltooid verleden tijd: ich würde traversiert haben, du würdest traversiert haben, er würde traversiert haben, wir würden traversiert haben, ihr würdet traversiert haben, sie würden traversiert haben

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: traversier(e) (du), traversieren wir, traversiert (ihr), traversieren Sie

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: traversieren, zu traversieren
  • Infinitief II: traversiert haben, traversiert zu haben
  • Tegenwoordig deelwoord: traversierend
  • Participle II: traversiert

Opmerkingen



Inloggen

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 58629, 58629, 58629, 58629, 58629, 58629

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: traversieren