Vervoeging van het Duitse werkwoord planschen

De vervoeging van het werkwoord planschen (plassen, poedelen) is regelmatig. De basisvormen zijn planscht, planschte en hat geplanscht. Het hulpwerkwoord van planschen is "haben". De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord planschen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor planschen. Je kunt niet alleen planschen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau C2. Opmerkingen

C2 · regelmatig · haben

planschen

planscht · planschte · hat geplanscht

 s-Samentrekking en e-Uitbreiding 

Engels splash, paddle, plash, swash, dabble, flounder about, splash about, splash around

[Wetter] im Wasser herumtollen (gewöhnlich im Nichtschwimmerbereich); mit Wasser herumspritzen; platschen, pritscheln, panschen, plätschern

(in+D)

» Tom und Maria planschten miteinander. Engels Tom and Mary splashed each other playfully.

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van planschen

Tegenwoordige tijd

ich plansch(e)⁵
du plansch(s)⁵t
er planscht
wir planschen
ihr planscht
sie planschen

Onvoltooid verleden tijd

ich planschte
du planschtest
er planschte
wir planschten
ihr planschtet
sie planschten

Imperatief

-
plansch(e)⁵ (du)
-
planschen wir
planscht (ihr)
planschen Sie

Konjunktief I

ich plansche
du planschest
er plansche
wir planschen
ihr planschet
sie planschen

Konjunktief II

ich planschte
du planschtest
er planschte
wir planschten
ihr planschtet
sie planschten

Infinitief

planschen
zu planschen

Deelwoord

planschend
geplanscht

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord planschen vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich plansch(e)⁵
du plansch(s)⁵t
er planscht
wir planschen
ihr planscht
sie planschen

Onvoltooid verleden tijd

ich planschte
du planschtest
er planschte
wir planschten
ihr planschtet
sie planschten

Perfectum

ich habe geplanscht
du hast geplanscht
er hat geplanscht
wir haben geplanscht
ihr habt geplanscht
sie haben geplanscht

Volt. verl. tijd

ich hatte geplanscht
du hattest geplanscht
er hatte geplanscht
wir hatten geplanscht
ihr hattet geplanscht
sie hatten geplanscht

Toekomende tijd I

ich werde planschen
du wirst planschen
er wird planschen
wir werden planschen
ihr werdet planschen
sie werden planschen

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde geplanscht haben
du wirst geplanscht haben
er wird geplanscht haben
wir werden geplanscht haben
ihr werdet geplanscht haben
sie werden geplanscht haben

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


  • Tom und Maria planschten miteinander. 
  • Die Kinder planschen im Becken und bespritzen sich mit Wasser. 
  • Sie planschten ausgelassen miteinander. 

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord planschen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich plansche
du planschest
er plansche
wir planschen
ihr planschet
sie planschen

Konjunktief II

ich planschte
du planschtest
er planschte
wir planschten
ihr planschtet
sie planschten

Voltooid Konj.

ich habe geplanscht
du habest geplanscht
er habe geplanscht
wir haben geplanscht
ihr habet geplanscht
sie haben geplanscht

Konj. volt. verl. t.

ich hätte geplanscht
du hättest geplanscht
er hätte geplanscht
wir hätten geplanscht
ihr hättet geplanscht
sie hätten geplanscht

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde planschen
du werdest planschen
er werde planschen
wir werden planschen
ihr werdet planschen
sie werden planschen

Toek. volt. aanw.

ich werde geplanscht haben
du werdest geplanscht haben
er werde geplanscht haben
wir werden geplanscht haben
ihr werdet geplanscht haben
sie werden geplanscht haben

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde planschen
du würdest planschen
er würde planschen
wir würden planschen
ihr würdet planschen
sie würden planschen

Verleden cond.

ich würde geplanscht haben
du würdest geplanscht haben
er würde geplanscht haben
wir würden geplanscht haben
ihr würdet geplanscht haben
sie würden geplanscht haben

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord planschen


Tegenwoordige tijd

plansch(e)⁵ (du)
planschen wir
planscht (ihr)
planschen Sie

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor planschen


Infinitief I


planschen
zu planschen

Infinitief II


geplanscht haben
geplanscht zu haben

Tegenwoordig deelwoord


planschend

Participle II


geplanscht

  • Man darf nicht in Brunnen planschen . 

Voorbeelden

Voorbeeldzinnen voor planschen


  • Tom und Maria planschten miteinander. 
    Engels Tom and Mary splashed each other playfully.
  • Man darf nicht in Brunnen planschen . 
    Engels One must not splash in wells.
  • Die Kinder planschen im Becken und bespritzen sich mit Wasser. 
    Engels The children are splashing in the pool and spraying each other with water.
  • Sie planschten ausgelassen miteinander. 
    Engels They splashed each other playfully.
  • Wenn man im Seifenwasser planscht , entsteht Schaum. 
    Engels When one splashes in soapy water, foam is created.

Voorbeelden 

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse planschen


Duits planschen
Engels splash, paddle, plash, swash, dabble, flounder about, splash about, splash around
Russisch плескаться, брызгать, брызгать водой
Spaans chapotear, chapalear, salpicar
Frans patauger, barboter, barboter dans, barbotter, jouer dans l'eau, éclabousser
Turks su fışkırtmak, su içinde oynamak, su sıçratmak, suda oynamak, suya dalmak
Portugees agitar a água, chapinhar, brincar na água, esguichar, molejar
Italiaans sguazzare, schiumare, giocare nell'acqua, spruzzare
Roemeens stropi, bălăceală, joc în apă
Hongaars lubickol, pancsol, locsolni, fröccsenni, fröcskölni
Pools pluskać, pluskać się, bawić się w wodzie
Grieks τσαλαβουτώ, παίζω στο νερό, πιτσιλίζω νερό
Nederlands plassen, poedelen, spetteren, splashen
Tsjechisch cákat se, šplouchat, válet se ve vodě
Zweeds plaska, blaska, plaskande, sprattla, spruta
Deens plasken, sprøjte
Japans 水遊び
Catalaans banyar-se, esclatar, remullar-se, saltar d'aigua
Fins polskuttaa, lillua, pulikoida, roiskia vettä
Noors plaske, plasking, sprut, sprute
Baskisch ura isurtzea, urarekin jolastu, urpean jolastu
Servisch brčkati se, igrati se u vodi, plivati, prskati vodu
Macedonisch плискање, играње во вода
Sloveens plavati, brizgati, škropiti z vodo
Slowaaks špliechať
Bosnisch brčkanje, igranje u vodi, plivati, prskati
Kroatisch plivati, brčkati se, prskati vodu
Oekraïens плескатися, бовтатися, бризкатися водою
Bulgaars плискане, играене във водата, плискам вода
Wit-Russisch бадзяцца, плаваць, разбіваць ваду
Hebreeuwsשכשוך، שפריץ מים
Arabischتلاعب في الماء، رش الماء
Perzischآب بازی، آب‌تنی، آب‌پاشی، پاشیدن آب
Urduپانی میں کھیلنا، پانی چھڑکنا

planschen in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van planschen

  • [Wetter] im Wasser herumtollen (gewöhnlich im Nichtschwimmerbereich), mit Wasser herumspritzen, platschen, pritscheln, panschen, plätschern
  • [Wetter] im Wasser herumtollen (gewöhnlich im Nichtschwimmerbereich), mit Wasser herumspritzen, platschen, pritscheln, panschen, plätschern
  • [Wetter] im Wasser herumtollen (gewöhnlich im Nichtschwimmerbereich), mit Wasser herumspritzen, platschen, pritscheln, panschen, plätschern

planschen in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Voorzetsels

Voorzetsels voor planschen


  • jemand/etwas planscht in etwas

Toepassingen  Voorzetsels 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord planschen vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord planschen


De vervoeging van het werkwoord planschen wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord planschen is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (planscht - planschte - hat geplanscht) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary planschen en op planschen in de Duden.

planschen vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich plansch(e)planschteplanscheplanschte-
du plansch(s)tplanschtestplanschestplanschtestplansch(e)
er planschtplanschteplanscheplanschte-
wir planschenplanschtenplanschenplanschtenplanschen
ihr planschtplanschtetplanschetplanschtetplanscht
sie planschenplanschtenplanschenplanschtenplanschen

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich plansch(e), du plansch(s)t, er planscht, wir planschen, ihr planscht, sie planschen
  • Onvoltooid verleden tijd: ich planschte, du planschtest, er planschte, wir planschten, ihr planschtet, sie planschten
  • Perfectum: ich habe geplanscht, du hast geplanscht, er hat geplanscht, wir haben geplanscht, ihr habt geplanscht, sie haben geplanscht
  • Voltooid verleden tijd: ich hatte geplanscht, du hattest geplanscht, er hatte geplanscht, wir hatten geplanscht, ihr hattet geplanscht, sie hatten geplanscht
  • Toekomende tijd I: ich werde planschen, du wirst planschen, er wird planschen, wir werden planschen, ihr werdet planschen, sie werden planschen
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde geplanscht haben, du wirst geplanscht haben, er wird geplanscht haben, wir werden geplanscht haben, ihr werdet geplanscht haben, sie werden geplanscht haben

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich plansche, du planschest, er plansche, wir planschen, ihr planschet, sie planschen
  • Onvoltooid verleden tijd: ich planschte, du planschtest, er planschte, wir planschten, ihr planschtet, sie planschten
  • Perfectum: ich habe geplanscht, du habest geplanscht, er habe geplanscht, wir haben geplanscht, ihr habet geplanscht, sie haben geplanscht
  • Voltooid verleden tijd: ich hätte geplanscht, du hättest geplanscht, er hätte geplanscht, wir hätten geplanscht, ihr hättet geplanscht, sie hätten geplanscht
  • Toekomende tijd I: ich werde planschen, du werdest planschen, er werde planschen, wir werden planschen, ihr werdet planschen, sie werden planschen
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde geplanscht haben, du werdest geplanscht haben, er werde geplanscht haben, wir werden geplanscht haben, ihr werdet geplanscht haben, sie werden geplanscht haben

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde planschen, du würdest planschen, er würde planschen, wir würden planschen, ihr würdet planschen, sie würden planschen
  • Voltooid verleden tijd: ich würde geplanscht haben, du würdest geplanscht haben, er würde geplanscht haben, wir würden geplanscht haben, ihr würdet geplanscht haben, sie würden geplanscht haben

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: plansch(e) (du), planschen wir, planscht (ihr), planschen Sie

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: planschen, zu planschen
  • Infinitief II: geplanscht haben, geplanscht zu haben
  • Tegenwoordig deelwoord: planschend
  • Participle II: geplanscht

Opmerkingen



Inloggen

* De zinnen van Nachrichtenleicht (nachrichtenleicht.de) zijn onderworpen aan de daar opgeslagen voorwaarden. Deze en het bijbehorende artikel zijn te raadplegen via de volgende links: Hinsetzen verboten

* De zinnen van Tatoeba (tatoeba.org) zijn gratis beschikbaar onder de CC BY 2.0 FR (creativecommons.org/licenses/by/2.0/fr/) licentie. Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via: 7985117, 7027495

* De zinnen uit Wiktionary (de.wiktionary.org) zijn vrij beschikbaar onder de licentie CC BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.de). Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via de volgende links: 741385, 37855

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 39671, 39671

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: planschen