Vervoeging van het Duitse werkwoord gestehen ⟨Bijzin⟩

De vervoeging van het werkwoord gestehen (bekennen, toegeven) is onregelmatig. De basisvormen zijn ... gesteht, ... gestand en ... gestanden hat. De ablaut vindt plaats met de stamklinkers e - a - a. Het hulpwerkwoord van gestehen is "haben". Het voorvoegsel ge- van gestehen is onscheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Bijzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord gestehen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor gestehen. Je kunt niet alleen gestehen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau B2. Opmerkingen ☆

Video

B2 · onregelmatig · haben · onlosmakelijk

gestehen

... gesteht · ... gestand · ... gestanden hat

toevoeging van -e Verlies van -e na een klinker Verandering van de stamklinker e - a - a Medeklinkerverandering nd - nd - nd

admit, confess, own up to

etwas offen zugeben; ein Geständnis ablegen; bekennen, einräumen, auspacken (ausplaudern), zugeben

(acc., dat.)

» Sie hat gestanden . She confessed.

Werbung ausblenden

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van gestehen

Tegenwoordige tijd

...	ich	gesteh(e)⁵
...	du	gestehst
...	er	gesteht
...	wir	gesteh(e)⁵n
...	ihr	gesteht
...	sie	gesteh(e)⁵n

Onvoltooid verleden tijd

...	ich	gestand
...	du	gestand(e)⁷st
...	er	gestand
...	wir	gestanden
...	ihr	gestandet
...	sie	gestanden

Imperatief

-
gesteh(e)⁵	(du)
-
gesteh(e)⁵n	wir
gesteht	(ihr)
gesteh(e)⁵n	Sie

Konjunktief I

...	ich	gestehe
...	du	gestehest
...	er	gestehe
...	wir	gesteh(e)⁵n
...	ihr	gestehet
...	sie	gesteh(e)⁵n

Konjunktief II

...	ich	gestünde/gestände
...	du	gestündest/geständest
...	er	gestünde/gestände
...	wir	gestünden/geständen
...	ihr	gestündet/geständet
...	sie	gestünden/geständen

Infinitief

gesteh(e)⁵n

zu gesteh(e)⁵n

Deelwoord

gestehend

gestanden

⁵ Alleen in informeel taalgebruik⁷ Verouderd gebruik

indicatief

Het werkwoord gestehen vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd

Tegenwoordige tijd

...	ich	gesteh(e)⁵
...	du	gestehst
...	er	gesteht
...	wir	gesteh(e)⁵n
...	ihr	gesteht
...	sie	gesteh(e)⁵n

Onvoltooid verleden tijd

...	ich	gestand
...	du	gestand(e)⁷st
...	er	gestand
...	wir	gestanden
...	ihr	gestandet
...	sie	gestanden

Perfectum

...	ich	gestanden	habe
...	du	gestanden	hast
...	er	gestanden	hat
...	wir	gestanden	haben
...	ihr	gestanden	habt
...	sie	gestanden	haben

Volt. verl. tijd

...	ich	gestanden	hatte
...	du	gestanden	hattest
...	er	gestanden	hatte
...	wir	gestanden	hatten
...	ihr	gestanden	hattet
...	sie	gestanden	hatten

Toekomende tijd I

...	ich	gesteh(e)⁵n	werde
...	du	gesteh(e)⁵n	wirst
...	er	gesteh(e)⁵n	wird
...	wir	gesteh(e)⁵n	werden
...	ihr	gesteh(e)⁵n	werdet
...	sie	gesteh(e)⁵n	werden

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

...	ich	gestanden	haben	werde
...	du	gestanden	haben	wirst
...	er	gestanden	haben	wird
...	wir	gestanden	haben	werden
...	ihr	gestanden	haben	werdet
...	sie	gestanden	haben	werden

⁵ Alleen in informeel taalgebruik⁷ Verouderd gebruik

Tom gestand alles.
Er gestand schnell alles.
Ich gestehe meine Fehler.

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord gestehen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.

Konjunktief I

...	ich	gestehe
...	du	gestehest
...	er	gestehe
...	wir	gesteh(e)⁵n
...	ihr	gestehet
...	sie	gesteh(e)⁵n

Konjunktief II

...	ich	gestünde/gestände
...	du	gestündest/geständest
...	er	gestünde/gestände
...	wir	gestünden/geständen
...	ihr	gestündet/geständet
...	sie	gestünden/geständen

Voltooid Konj.

...	ich	gestanden	habe
...	du	gestanden	habest
...	er	gestanden	habe
...	wir	gestanden	haben
...	ihr	gestanden	habet
...	sie	gestanden	haben

Konj. volt. verl. t.

...	ich	gestanden	hätte
...	du	gestanden	hättest
...	er	gestanden	hätte
...	wir	gestanden	hätten
...	ihr	gestanden	hättet
...	sie	gestanden	hätten

Toekomende aanvoegende wijs I

...	ich	gesteh(e)⁵n	werde
...	du	gesteh(e)⁵n	werdest
...	er	gesteh(e)⁵n	werde
...	wir	gesteh(e)⁵n	werden
...	ihr	gesteh(e)⁵n	werdet
...	sie	gesteh(e)⁵n	werden

Toek. volt. aanw.

...	ich	gestanden	haben	werde
...	du	gestanden	haben	werdest
...	er	gestanden	haben	werde
...	wir	gestanden	haben	werden
...	ihr	gestanden	haben	werdet
...	sie	gestanden	haben	werden

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Ich hätte nicht gedacht, dass Tom gestünde .

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.

Conjunctief II

...	ich	gesteh(e)⁵n	würde
...	du	gesteh(e)⁵n	würdest
...	er	gesteh(e)⁵n	würde
...	wir	gesteh(e)⁵n	würden
...	ihr	gesteh(e)⁵n	würdet
...	sie	gesteh(e)⁵n	würden

Verleden cond.

...	ich	gestanden	haben	würde
...	du	gestanden	haben	würdest
...	er	gestanden	haben	würde
...	wir	gestanden	haben	würden
...	ihr	gestanden	haben	würdet
...	sie	gestanden	haben	würden

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord gestehen

Tegenwoordige tijd

gesteh(e)⁵	(du)
gesteh(e)⁵n	wir
gesteht	(ihr)
gesteh(e)⁵n	Sie

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor gestehen

Infinitief I

gesteh(e)⁵n

zu gesteh(e)⁵n

Infinitief II

gestanden haben

gestanden zu haben

Tegenwoordig deelwoord

gestehend

Participle II

gestanden

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Sie hat gestanden .
Anne weigerte sich beharrlich zu gestehen .
Ich gestehe , sie hat mich beeindruckt.

Voorbeelden

Voorbeeldzinnen voor gestehen

Sie hat gestanden .
She confessed.
Tom gestand alles.
Tom confessed everything.
Er gestand schnell alles.
He quickly confessed everything.
Ich gestehe meine Fehler.
I admit my mistakes.
Sie ist mir gegenüber gestanden .
She stood in front of me.
Er gestand ihr seine Zuneigung.
He confessed his affection to her.
Anne weigerte sich beharrlich zu gestehen .
Anne steadfastly refused to confess.

Voorbeelden

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse gestehen

gestehen

admit, confess, own up to

признавать, сознавать, каяться, осознать, покаяться, признаваться, признать, признаться

confesar, admitir

avouer, confesser, admettre, craquer

itiraf etmek

confessar, admitir, confissão

confessare, ammettere, convenire, confessione

recunoaște, mărturisi

bevall, megvall, bevallani, bevallás

przyznawać, przyznawać do, przyznawać się, przyznać, wyznawać, wyznać, przyznać się

ομολογώ, παραδέχομαι, ομολογία, παραδοχή

bekennen, toegeven

přiznat se, přiznávat, přiznávatznat, přiznat

bekänna, erkänna

tilstå, bekende

告白する, 自白する, 認める

confessar, admetre

tunnustaa, myöntää

tilstå, innrømme

aitortu, aitortzea, onartu, onartzea

otvoreno priznati, priznanje, priznati

признавање

priznati

priznať

priznanje, priznati

зізнаватися, зізнатися

признаване, признавам, признание

прызнацца

הודאה، להודות

اعتراف، يعترف

اعتراف کردن، اعتراف

اعتراف کرنا، اعتراف

gestehen in dict.cc

Vertalingen

Doe mee

Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.

Inloggen

Alle helden

Definities

Betekenissen en synoniemen van gestehen

etwas offen zugeben, ein Geständnis ablegen, bekennen, einräumen, auspacken (ausplaudern), zugeben
etwas offen zugeben, ein Geständnis ablegen, bekennen, einräumen, auspacken (ausplaudern), zugeben

gestehen in openthesaurus.de

Betekenissen Synoniemen

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Duitse werkwoord gestehen vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord gestehen

De vervoeging van het werkwoord gestehen wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord gestehen is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (... gesteht - ... gestand - ... gestanden hat) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary gestehen en op gestehen in de Duden.

gestehen vervoeging

	Tegenwoordige tijd	Onvoltooid verleden tijd	Conjunctief I	Conjunctief II	Imperatief
ich	... gesteh(e)	... gestand	... gestehe	... gestünde/gestände	-
du	... gestehst	... gestand(e)st	... gestehest	... gestündest/geständest	gesteh(e)
er	... gesteht	... gestand	... gestehe	... gestünde/gestände	-
wir	... gesteh(e)n	... gestanden	... gesteh(e)n	... gestünden/geständen	gesteh(e)n
ihr	... gesteht	... gestandet	... gestehet	... gestündet/geständet	gesteht
sie	... gesteh(e)n	... gestanden	... gesteh(e)n	... gestünden/geständen	gesteh(e)n

indicatief Actief

Tegenwoordige tijd: ... ich gesteh(e), ... du gestehst, ... er gesteht, ... wir gesteh(e)n, ... ihr gesteht, ... sie gesteh(e)n
Onvoltooid verleden tijd: ... ich gestand, ... du gestand(e)st, ... er gestand, ... wir gestanden, ... ihr gestandet, ... sie gestanden
Perfectum: ... ich gestanden habe, ... du gestanden hast, ... er gestanden hat, ... wir gestanden haben, ... ihr gestanden habt, ... sie gestanden haben
Voltooid verleden tijd: ... ich gestanden hatte, ... du gestanden hattest, ... er gestanden hatte, ... wir gestanden hatten, ... ihr gestanden hattet, ... sie gestanden hatten
Toekomende tijd I: ... ich gesteh(e)n werde, ... du gesteh(e)n wirst, ... er gesteh(e)n wird, ... wir gesteh(e)n werden, ... ihr gesteh(e)n werdet, ... sie gesteh(e)n werden
voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ... ich gestanden haben werde, ... du gestanden haben wirst, ... er gestanden haben wird, ... wir gestanden haben werden, ... ihr gestanden haben werdet, ... sie gestanden haben werden

Conjunctief Actief

Tegenwoordige tijd: ... ich gestehe, ... du gestehest, ... er gestehe, ... wir gesteh(e)n, ... ihr gestehet, ... sie gesteh(e)n
Onvoltooid verleden tijd: ... ich gestünde/gestände, ... du gestündest/geständest, ... er gestünde/gestände, ... wir gestünden/geständen, ... ihr gestündet/geständet, ... sie gestünden/geständen
Perfectum: ... ich gestanden habe, ... du gestanden habest, ... er gestanden habe, ... wir gestanden haben, ... ihr gestanden habet, ... sie gestanden haben
Voltooid verleden tijd: ... ich gestanden hätte, ... du gestanden hättest, ... er gestanden hätte, ... wir gestanden hätten, ... ihr gestanden hättet, ... sie gestanden hätten
Toekomende tijd I: ... ich gesteh(e)n werde, ... du gesteh(e)n werdest, ... er gesteh(e)n werde, ... wir gesteh(e)n werden, ... ihr gesteh(e)n werdet, ... sie gesteh(e)n werden
voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ... ich gestanden haben werde, ... du gestanden haben werdest, ... er gestanden haben werde, ... wir gestanden haben werden, ... ihr gestanden haben werdet, ... sie gestanden haben werden

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

Onvoltooid verleden tijd: ... ich gesteh(e)n würde, ... du gesteh(e)n würdest, ... er gesteh(e)n würde, ... wir gesteh(e)n würden, ... ihr gesteh(e)n würdet, ... sie gesteh(e)n würden
Voltooid verleden tijd: ... ich gestanden haben würde, ... du gestanden haben würdest, ... er gestanden haben würde, ... wir gestanden haben würden, ... ihr gestanden haben würdet, ... sie gestanden haben würden

Imperatief Actief

Tegenwoordige tijd: gesteh(e) (du), gesteh(e)n wir, gesteht (ihr), gesteh(e)n Sie

Infinitief/Deelwoord Actief

Infinitief I: gesteh(e)n, zu gesteh(e)n
Infinitief II: gestanden haben, gestanden zu haben
Tegenwoordig deelwoord: gestehend
Participle II: gestanden