Vervoeging van het Duitse werkwoord monieren

De vervoeging van het werkwoord monieren (aanmerkingen maken op, berispen) is regelmatig. De basisvormen zijn moniert, monierte en hat moniert. Het hulpwerkwoord van monieren is "haben". De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord monieren beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor monieren. Je kunt niet alleen monieren vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen

regelmatig · haben

monieren

moniert · monierte · hat moniert

Engels criticize, criticise, censure, complain about, find fault with, query, question, admonish, complain, object, remind

mahnen; beanstanden und rügen; beanstanden, kritisieren, bemäkeln, bemängeln

acc.

» Ich monierte einen Mangel des Schrankes. Engels I pointed out a defect of the cabinet.

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van monieren

Tegenwoordige tijd

ich monier(e)⁵
du monierst
er moniert
wir monieren
ihr moniert
sie monieren

Onvoltooid verleden tijd

ich monierte
du moniertest
er monierte
wir monierten
ihr moniertet
sie monierten

Imperatief

-
monier(e)⁵ (du)
-
monieren wir
moniert (ihr)
monieren Sie

Konjunktief I

ich moniere
du monierest
er moniere
wir monieren
ihr monieret
sie monieren

Konjunktief II

ich monierte
du moniertest
er monierte
wir monierten
ihr moniertet
sie monierten

Infinitief

monieren
zu monieren

Deelwoord

monierend
moniert

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord monieren vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich monier(e)⁵
du monierst
er moniert
wir monieren
ihr moniert
sie monieren

Onvoltooid verleden tijd

ich monierte
du moniertest
er monierte
wir monierten
ihr moniertet
sie monierten

Perfectum

ich habe moniert
du hast moniert
er hat moniert
wir haben moniert
ihr habt moniert
sie haben moniert

Volt. verl. tijd

ich hatte moniert
du hattest moniert
er hatte moniert
wir hatten moniert
ihr hattet moniert
sie hatten moniert

Toekomende tijd I

ich werde monieren
du wirst monieren
er wird monieren
wir werden monieren
ihr werdet monieren
sie werden monieren

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde moniert haben
du wirst moniert haben
er wird moniert haben
wir werden moniert haben
ihr werdet moniert haben
sie werden moniert haben

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


  • Unter anderem monierten sie, dass nicht alle Entlastungszeugen gehört worden seien. 
  • Du monierst die Fehler, die ich in meiner Arbeit gemacht habe. 

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord monieren in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich moniere
du monierest
er moniere
wir monieren
ihr monieret
sie monieren

Konjunktief II

ich monierte
du moniertest
er monierte
wir monierten
ihr moniertet
sie monierten

Voltooid Konj.

ich habe moniert
du habest moniert
er habe moniert
wir haben moniert
ihr habet moniert
sie haben moniert

Konj. volt. verl. t.

ich hätte moniert
du hättest moniert
er hätte moniert
wir hätten moniert
ihr hättet moniert
sie hätten moniert

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde monieren
du werdest monieren
er werde monieren
wir werden monieren
ihr werdet monieren
sie werden monieren

Toek. volt. aanw.

ich werde moniert haben
du werdest moniert haben
er werde moniert haben
wir werden moniert haben
ihr werdet moniert haben
sie werden moniert haben

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde monieren
du würdest monieren
er würde monieren
wir würden monieren
ihr würdet monieren
sie würden monieren

Verleden cond.

ich würde moniert haben
du würdest moniert haben
er würde moniert haben
wir würden moniert haben
ihr würdet moniert haben
sie würden moniert haben

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord monieren


Tegenwoordige tijd

monier(e)⁵ (du)
monieren wir
moniert (ihr)
monieren Sie

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor monieren


Infinitief I


monieren
zu monieren

Infinitief II


moniert haben
moniert zu haben

Tegenwoordig deelwoord


monierend

Participle II


moniert

  • Unter anderem monierten sie, dass nicht alle Entlastungszeugen gehört worden seien. 
  • Du monierst die Fehler, die ich in meiner Arbeit gemacht habe. 

Voorbeelden

Voorbeeldzinnen voor monieren


  • Ich monierte einen Mangel des Schrankes. 
    Engels I pointed out a defect of the cabinet.
  • Unter anderem monierten sie, dass nicht alle Entlastungszeugen gehört worden seien. 
    Engels Among other things, they complained that not all exculpatory witnesses had been heard.
  • Du monierst die Fehler, die ich in meiner Arbeit gemacht habe. 
    Engels You point out the mistakes I made in my work.

Voorbeelden 

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse monieren


Duits monieren
Engels criticize, criticise, censure, complain about, find fault with, query, question, admonish
Russisch критиковать, осудить, осуждать, порицать, рекламировать, жаловаться, напоминать, предупреждать
Spaans reclamar, criticar, reclamar contra, advertir, amonestar, objeción
Frans critiquer, avertir, contester, rappeler, réprimander
Turks kusurlu bulmak, ikaz etmek, itiraz etmek, uyarmak, şikayet etmek
Portugees criticar, advertir, chamar atenção, contestar, reclamar
Italiaans avvertire, criticare, ammonire, lamentare, reclamare, reclamare contro, contestare, richiamare
Roemeens reproșa, avertiza, contesta, somna
Hongaars kritizál, kifogásol, figyelmeztet, panaszol
Pools monitować, przypominać, reklamować, upominać, zgłaszać zastrzeżenia
Grieks κριτικάρω, παραπονιέμαι για, διαμαρτύρομαι, καταγγέλλω, παρακινώ, υπενθυμίζω
Nederlands aanmerkingen maken op, berispen, bekritiseren, herinneren, klagen, waarschuwen
Tsjechisch kárat, pokárat, upomínat, upomínatmenout, připomenout, reklamovat, stěžovat si, upozornit
Zweeds anmärka, kritisera, tadla, klaga, påminna
Deens kritisere, advarsel, anføre, klage, påmindelse
Japans 指摘する, 注意する, 警告する, 非難する
Catalaans criticar, reclamar, advertir, protestar
Fins kehottaa, moittia, valittaa, varoittaa
Noors advare, klage, protestere, påminne
Baskisch kritikatu, gogorarazi, ohartarazi, salaketa
Servisch opominjati, prigovoriti, ukazivati, ukoriti
Macedonisch обвинуваат, обвинување, протестираат, упатувам забелешка
Sloveens opominjati, opomniti, prigovarjati, pripomniti
Slowaaks namietať, pripomenúť, upozorniť, vyčítať
Bosnisch opominjati, prigovoriti, ukazivati, ukoriti
Kroatisch opominjati, prigovoriti, ukazivati, ukoriti
Oekraïens наголошувати, оскаржувати, попереджати, піддавати критиці
Bulgaars критика, напомням, оплаквам, предупреждавам
Wit-Russisch асуджаць, нагадаць, папярэдзіць, пратэставаць
Hebreeuwsלהזכיר، להעיר، להתריע، למחות
Arabischاعتراض، انتقاد، يُحذّر، يُنبّه
Perzischانتقاد کردن، اعتراض کردن، تذکر دادن، یادآوری کردن
Urduاعتراض کرنا، تنبیہ کرنا، تنقید کرنا، خبردار کرنا

monieren in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van monieren

  • mahnen, beanstanden und rügen, beanstanden, kritisieren, bemäkeln, bemängeln

monieren in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord monieren vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord monieren


De vervoeging van het werkwoord monieren wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord monieren is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (moniert - monierte - hat moniert) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary monieren en op monieren in de Duden.

monieren vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich monier(e)moniertemonieremonierte-
du monierstmoniertestmonierestmoniertestmonier(e)
er moniertmoniertemonieremonierte-
wir monierenmoniertenmonierenmoniertenmonieren
ihr moniertmoniertetmonieretmoniertetmoniert
sie monierenmoniertenmonierenmoniertenmonieren

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich monier(e), du monierst, er moniert, wir monieren, ihr moniert, sie monieren
  • Onvoltooid verleden tijd: ich monierte, du moniertest, er monierte, wir monierten, ihr moniertet, sie monierten
  • Perfectum: ich habe moniert, du hast moniert, er hat moniert, wir haben moniert, ihr habt moniert, sie haben moniert
  • Voltooid verleden tijd: ich hatte moniert, du hattest moniert, er hatte moniert, wir hatten moniert, ihr hattet moniert, sie hatten moniert
  • Toekomende tijd I: ich werde monieren, du wirst monieren, er wird monieren, wir werden monieren, ihr werdet monieren, sie werden monieren
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde moniert haben, du wirst moniert haben, er wird moniert haben, wir werden moniert haben, ihr werdet moniert haben, sie werden moniert haben

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich moniere, du monierest, er moniere, wir monieren, ihr monieret, sie monieren
  • Onvoltooid verleden tijd: ich monierte, du moniertest, er monierte, wir monierten, ihr moniertet, sie monierten
  • Perfectum: ich habe moniert, du habest moniert, er habe moniert, wir haben moniert, ihr habet moniert, sie haben moniert
  • Voltooid verleden tijd: ich hätte moniert, du hättest moniert, er hätte moniert, wir hätten moniert, ihr hättet moniert, sie hätten moniert
  • Toekomende tijd I: ich werde monieren, du werdest monieren, er werde monieren, wir werden monieren, ihr werdet monieren, sie werden monieren
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde moniert haben, du werdest moniert haben, er werde moniert haben, wir werden moniert haben, ihr werdet moniert haben, sie werden moniert haben

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde monieren, du würdest monieren, er würde monieren, wir würden monieren, ihr würdet monieren, sie würden monieren
  • Voltooid verleden tijd: ich würde moniert haben, du würdest moniert haben, er würde moniert haben, wir würden moniert haben, ihr würdet moniert haben, sie würden moniert haben

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: monier(e) (du), monieren wir, moniert (ihr), monieren Sie

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: monieren, zu monieren
  • Infinitief II: moniert haben, moniert zu haben
  • Tegenwoordig deelwoord: monierend
  • Participle II: moniert

Opmerkingen



Inloggen

* De zinnen uit Wiktionary (de.wiktionary.org) zijn vrij beschikbaar onder de licentie CC BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.de). Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via de volgende links: 36843, 429182

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 36843

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: monieren