Vervoeging van het Duitse werkwoord monieren
De vervoeging van het werkwoord monieren (aanmerkingen maken op, berispen) is regelmatig. De basisvormen zijn moniert, monierte en hat moniert. Het hulpwerkwoord van monieren is "haben". De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord monieren beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor monieren. Je kunt niet alleen monieren vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen ☆
regelmatig · haben
moniert · monierte · hat moniert
criticize, criticise, censure, complain about, find fault with, query, question, admonish, complain, object, remind
mahnen; beanstanden und rügen; beanstanden, kritisieren, bemäkeln, bemängeln
acc.
» Ich monierte
einen Mangel des Schrankes. I pointed out a defect of the cabinet.
De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van monieren
Onvoltooid verleden tijd
ich | monierte |
du | moniertest |
er | monierte |
wir | monierten |
ihr | moniertet |
sie | monierten |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
indicatief
Het werkwoord monieren vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd
Onvoltooid verleden tijd
ich | monierte |
du | moniertest |
er | monierte |
wir | monierten |
ihr | moniertet |
sie | monierten |
Perfectum
ich | habe | moniert |
du | hast | moniert |
er | hat | moniert |
wir | haben | moniert |
ihr | habt | moniert |
sie | haben | moniert |
Volt. verl. tijd
ich | hatte | moniert |
du | hattest | moniert |
er | hatte | moniert |
wir | hatten | moniert |
ihr | hattet | moniert |
sie | hatten | moniert |
Toekomende tijd I
ich | werde | monieren |
du | wirst | monieren |
er | wird | monieren |
wir | werden | monieren |
ihr | werdet | monieren |
sie | werden | monieren |
voltooid tegenwoordige toekomende tijd
ich | werde | moniert | haben |
du | wirst | moniert | haben |
er | wird | moniert | haben |
wir | werden | moniert | haben |
ihr | werdet | moniert | haben |
sie | werden | moniert | haben |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Conjunctief
De vervoeging van het werkwoord monieren in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.
Voltooid Konj.
ich | habe | moniert |
du | habest | moniert |
er | habe | moniert |
wir | haben | moniert |
ihr | habet | moniert |
sie | haben | moniert |
Konj. volt. verl. t.
ich | hätte | moniert |
du | hättest | moniert |
er | hätte | moniert |
wir | hätten | moniert |
ihr | hättet | moniert |
sie | hätten | moniert |
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.
Imperatief
De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord monieren
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Infinitief/Deelwoord
De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor monieren
Voorbeelden
Voorbeeldzinnen voor monieren
-
Ich
monierte
einen Mangel des Schrankes.
I pointed out a defect of the cabinet.
-
Unter anderem
monierten
sie, dass nicht alle Entlastungszeugen gehört worden seien.
Among other things, they complained that not all exculpatory witnesses had been heard.
-
Du
monierst
die Fehler, die ich in meiner Arbeit gemacht habe.
You point out the mistakes I made in my work.
Voorbeelden
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse monieren
-
monieren
criticize, criticise, censure, complain about, find fault with, query, question, admonish
критиковать, осудить, осуждать, порицать, рекламировать, жаловаться, напоминать, предупреждать
reclamar, criticar, reclamar contra, advertir, amonestar, objeción
critiquer, avertir, contester, rappeler, réprimander
kusurlu bulmak, ikaz etmek, itiraz etmek, uyarmak, şikayet etmek
criticar, advertir, chamar atenção, contestar, reclamar
avvertire, criticare, ammonire, lamentare, reclamare, reclamare contro, contestare, richiamare
reproșa, avertiza, contesta, somna
kritizál, kifogásol, figyelmeztet, panaszol
monitować, przypominać, reklamować, upominać, zgłaszać zastrzeżenia
κριτικάρω, παραπονιέμαι για, διαμαρτύρομαι, καταγγέλλω, παρακινώ, υπενθυμίζω
aanmerkingen maken op, berispen, bekritiseren, herinneren, klagen, waarschuwen
kárat, pokárat, upomínat, upomínatmenout, připomenout, reklamovat, stěžovat si, upozornit
anmärka, kritisera, tadla, klaga, påminna
kritisere, advarsel, anføre, klage, påmindelse
指摘する, 注意する, 警告する, 非難する
criticar, reclamar, advertir, protestar
kehottaa, moittia, valittaa, varoittaa
advare, klage, protestere, påminne
kritikatu, gogorarazi, ohartarazi, salaketa
opominjati, prigovoriti, ukazivati, ukoriti
обвинуваат, обвинување, протестираат, упатувам забелешка
opominjati, opomniti, prigovarjati, pripomniti
namietať, pripomenúť, upozorniť, vyčítať
opominjati, prigovoriti, ukazivati, ukoriti
opominjati, prigovoriti, ukazivati, ukoriti
наголошувати, оскаржувати, попереджати, піддавати критиці
критика, напомням, оплаквам, предупреждавам
асуджаць, нагадаць, папярэдзіць, пратэставаць
להזכיר، להעיר، להתריע، למחות
اعتراض، انتقاد، يُحذّر، يُنبّه
انتقاد کردن، اعتراض کردن، تذکر دادن، یادآوری کردن
اعتراض کرنا، تنبیہ کرنا، تنقید کرنا، خبردار کرنا
monieren in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van monieren- mahnen, beanstanden und rügen, beanstanden, kritisieren, bemäkeln, bemängeln
Betekenissen Synoniemen
Verbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van monieren
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van monieren
- Vorming van Imperatief van monieren
- Vorming van Konjunktiv I van monieren
- Vorming van Konjunktiv II van monieren
- Vorming van Infinitief van monieren
- Vorming van Deelwoord van monieren
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Afleidingen
Afgeleide vormen van monieren
≡ abortieren
≡ adeln
≡ adden
≡ abdizieren
≡ adoptieren
≡ adorieren
≡ aasen
≡ achten
≡ addieren
≡ abonnieren
≡ achteln
≡ adhärieren
≡ adaptieren
≡ ackern
≡ addizieren
≡ achseln
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Duitse werkwoord monieren vervoegen
Overzicht van alle tijden van het werkwoord monieren
De vervoeging van het werkwoord monieren wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord monieren is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (moniert - monierte - hat moniert) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary monieren en op monieren in de Duden.
monieren vervoeging
Tegenwoordige tijd | Onvoltooid verleden tijd | Conjunctief I | Conjunctief II | Imperatief | |
---|---|---|---|---|---|
ich | monier(e) | monierte | moniere | monierte | - |
du | monierst | moniertest | monierest | moniertest | monier(e) |
er | moniert | monierte | moniere | monierte | - |
wir | monieren | monierten | monieren | monierten | monieren |
ihr | moniert | moniertet | monieret | moniertet | moniert |
sie | monieren | monierten | monieren | monierten | monieren |
indicatief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich monier(e), du monierst, er moniert, wir monieren, ihr moniert, sie monieren
- Onvoltooid verleden tijd: ich monierte, du moniertest, er monierte, wir monierten, ihr moniertet, sie monierten
- Perfectum: ich habe moniert, du hast moniert, er hat moniert, wir haben moniert, ihr habt moniert, sie haben moniert
- Voltooid verleden tijd: ich hatte moniert, du hattest moniert, er hatte moniert, wir hatten moniert, ihr hattet moniert, sie hatten moniert
- Toekomende tijd I: ich werde monieren, du wirst monieren, er wird monieren, wir werden monieren, ihr werdet monieren, sie werden monieren
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde moniert haben, du wirst moniert haben, er wird moniert haben, wir werden moniert haben, ihr werdet moniert haben, sie werden moniert haben
Conjunctief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich moniere, du monierest, er moniere, wir monieren, ihr monieret, sie monieren
- Onvoltooid verleden tijd: ich monierte, du moniertest, er monierte, wir monierten, ihr moniertet, sie monierten
- Perfectum: ich habe moniert, du habest moniert, er habe moniert, wir haben moniert, ihr habet moniert, sie haben moniert
- Voltooid verleden tijd: ich hätte moniert, du hättest moniert, er hätte moniert, wir hätten moniert, ihr hättet moniert, sie hätten moniert
- Toekomende tijd I: ich werde monieren, du werdest monieren, er werde monieren, wir werden monieren, ihr werdet monieren, sie werden monieren
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde moniert haben, du werdest moniert haben, er werde moniert haben, wir werden moniert haben, ihr werdet moniert haben, sie werden moniert haben
Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde monieren, du würdest monieren, er würde monieren, wir würden monieren, ihr würdet monieren, sie würden monieren
- Voltooid verleden tijd: ich würde moniert haben, du würdest moniert haben, er würde moniert haben, wir würden moniert haben, ihr würdet moniert haben, sie würden moniert haben
Imperatief Actief
- Tegenwoordige tijd: monier(e) (du), monieren wir, moniert (ihr), monieren Sie
Infinitief/Deelwoord Actief
- Infinitief I: monieren, zu monieren
- Infinitief II: moniert haben, moniert zu haben
- Tegenwoordig deelwoord: monierend
- Participle II: moniert