Infinitief van het Duitse werkwoord ausmachen
De infinitiefvormen van ausmachen (afspreken, uitmaken) zijn: ausmachen, auszumachen
.
De uitgang -en
wordt toegevoegd aan de stam van het werkwoord mach
.
Bij het vormen van het infinitief met zu wordt zu
na het scheidbare eerste deel aus-
(voorvoegsel) ingevoegd.
De vorming van de vormen komt overeen met de grammaticaregels voor de vervoeging van werkwoorden in de infinitief.
Opmerkingen
☆
A1 · regelmatig · haben · scheidbaar
Werkwoordschema Verbuigingsregels
- Vorming van Tegenwoordige tijd van ausmachen
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van ausmachen
- Vorming van Imperatief van ausmachen
- Vorming van Konjunktiv I van ausmachen
- Vorming van Konjunktiv II van ausmachen
- Vorming van Infinitief van ausmachen
- Vorming van Deelwoord van ausmachen
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Verdere regels voor de vervoeging van ausmachen
- Hoe vervoeg je ausmachen in Tegenwoordige tijd?
- Hoe vervoeg je ausmachen in Onvoltooid verleden tijd?
- Hoe vervoeg je ausmachen in Imperatief?
- Hoe vervoeg je ausmachen in Konjunktiv I?
- Hoe vervoeg je ausmachen in Konjunktiv II?
- Hoe vervoeg je ausmachen in Infinitief?
- Hoe vervoeg je ausmachen in Deelwoord?
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Voorbeelden
Voorbeelden van Actief Infinitief van het werkwoord ausmachen
-
Er vergisst, das Licht
auszumachen
. -
Das muss er mit seinem Gewissen
ausmachen
. -
Der Cracker ist nur schwer
auszumachen
. -
Am Nachthimmel ist der Neumond praktisch nicht
auszumachen
. -
Es scheint nichts
auszumachen
.
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse ausmachen
-
ausmachen
arrange, constitute, represent, settle, switch off, conclude, make, matter
выключать, договориться, выключить, договариваться, гасить, договариваться (о чём-л), улаживать, уславливаться
acordar, apagar, representar, resolver, terminar, constituir, arreglar, cerrar
éteindre, représenter, apercevoir, convenir, fixer, repérer, se mettre d'accord, conclure
söndürmek, önemli olmak, (ışık) kapatmak, belirli miktar, bitirmek, esas olmak, kapamak, rahatsız etmek
desligar, apagar, combinar, importar, ajustar, combinar com, distinguir, extinguir
spegnere, costituire, fissare, riconoscere, scorgere, ammontare, ammontare a, disattivare
conveni, opri, stinge, stabili, conta pentru cineva, deranja, extrage, fi esențial
elolt, kikapcsol, megbeszél, lekapcsol, befejezni, jelent, jelenteni, kibékít
ustalać, wyłączyć, zgasić, gasić, przeszkadzać, rozpoznać, ustalić, uzgadniać
αποτελώ, ενοχλώ, κανονίζω, σβήνω, συμφωνώ, ανέρχομαι σε, εξακριβώνω, κάνω
afspreken, uitmaken, uitschakelen, afzetten, bedragen, ontdekken, overeenkomen, te betekenen hebben
domluvit, dohodnout, rozpoznat, tvořit, uhasit, ukončit, utvářet, vypnout
utgöra, avsluta, bestämma, släcka, stänga av, bestå av, bestå i, betyda
aftale, slukke, udgøre, blive enig om, skelne, afgøre, afslutte, betydning
取り決める, 消す, 決める, 占める, 取り出す, 合意する, 意味する, 本質
acordar, apagar, importar, arrencar, collir, constituir, detectar, distingir
sammuttaa, muodostaa, sopia, tehdä yhteensä, sopimus, sovittaa, esittää, huomata
avtale, slå av, utgjøre, bli enige om, avslutte, bestemme, betydning, erkjenne
garrantzitsua izan, itxi, amaitu, ateratzea, ezagutu, hitzaurrea, identifikatu, itzuli
isključiti, smetati, ugasiti, dogovoriti, bitna stvar, iskopati, izvaditi, okončati
договор, бити суштината, гаснење, завршам, завршување, закажување, значи, извлекување
dogovoriti, biti bistvo, dogovoriti se, izklopiti, izkopati, končati, motiti, pomeniti
byť podstatou niečoho, dohodnúť, dohodnúť sa, dohodnúť termín, predstavovať množstvo, rozpoznať, rušiť, uhasiť
dogovoriti, isključiti, završiti, bitno, iskopati, izvaditi, okončati, predstavljati
dogovoriti, bitna stvar, isključiti, iskopati, izvaditi, izvrsiti, okončati, predstavljati
Виключати, Закінчити, вимикати, виймати, вимкнути, виплачувати, виявити, домовитися
гасна, завършвам, знача, изваждам, изключвам, изяснявам, назначавам, определям
быць істотным, выкапаць, выключыць, вырашаць, выяўленне, выяўляць, дамоўленасць, завяршаць
להסכים، להבחין، להוות، להוציא، להיות מהותי، להפריע، לכבות، לסגור
أطفأ، بلغ، حدد، مثل، إزالة، إطفاء، إلغاء، إنهاء
خاموش کردن، قرارگذاشتن، مشخص کردن، مهم بودن، تشخیص، توافق، توافق کردن، حل و فصل کردن
بند کرنا، طے کرنا، نکالنا، اہم ہونا، اہمیت دینا، بجھانا، ختم کرنا، معاہدہ کرنا
ausmachen in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Werkwoordsvormen in Infinitief van ausmachen
Het werkwoord ausmachen is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Infinitief Tegenwoordige tijd Perfectum
Infinitief Tegenwoordige tijd Perfectumbasisvorm
- ich mache aus (1e persoonEnkelvoud)
- du machest aus (2e persoonEnkelvoud)
- er macht aus (3e persoonEnkelvoud)
- wir machen aus (1e persoonMeervoud)
- ihr macht aus (2e persoonMeervoud)
- sie machen aus (3e persoonMeervoud)