Onvoltooid verleden tijd van het Duitse werkwoord rascheln
De vormen van de vervoeging van rascheln (ritselen, ruisen) in de verleden tijd zijn: ich raschelte, du rascheltest, er raschelte, wir raschelten, ihr rascheltet, sie raschelten
.
Als regelmatig werkwoord wordt de ongewijzigde stam raschel
gebruikt.
Aan deze stam worden de zwakke verleden tijd-uitgangen -te,
-test,
-te,
-ten,
-tet,
-ten
toegevoegd.De vorming van deze vormen volgt de grammaticaregels voor de vervoeging van werkwoorden in de verleden tijd.
Opmerkingen
☆
B2 · regelmatig · haben
Onvoltooid verleden tijd
| ich | raschelte |
| du | rascheltest |
| er | raschelte |
| wir | raschelten |
| ihr | rascheltet |
| sie | raschelten |
Werkwoordschema Verbuigingsregels
- Vorming van Tegenwoordige tijd van rascheln
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van rascheln
- Vorming van Imperatief van rascheln
- Vorming van Konjunktiv I van rascheln
- Vorming van Konjunktiv II van rascheln
- Vorming van Infinitief van rascheln
- Vorming van Deelwoord van rascheln
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Verdere regels voor de vervoeging van rascheln
- Hoe vervoeg je rascheln in Tegenwoordige tijd?
- Hoe vervoeg je rascheln in Onvoltooid verleden tijd?
- Hoe vervoeg je rascheln in Imperatief?
- Hoe vervoeg je rascheln in Konjunktiv I?
- Hoe vervoeg je rascheln in Konjunktiv II?
- Hoe vervoeg je rascheln in Infinitief?
- Hoe vervoeg je rascheln in Deelwoord?
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Voorbeelden
Voorbeelden van Actief Onvoltooid verleden tijd van het werkwoord rascheln
-
Das Laub
raschelte
im Wind. -
Beim geringsten Windhauch
raschelten
ihre Blätter metallen. -
Graugelb und trocken
raschelte
das Schilf im Wind.
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse rascheln
-
rascheln
rustle, crinkle, fissle, make a rustling noise, crackle, swish
шуршать, шелестеть, шуршание
crujir, hacer ruido, rustle, susurrar
crisser, bruire, craquer, froufrouter, froisser
hışırdamak, hışırtı
farfalhar, fazer ruído, ramalhar, rustling
frusciare, crepitare, scricchiolare, stormire
foșnet
susog, zizeg, susogás
szeleścić, chrobotać, zaszeleścić, szelest
θροΐζω, θρόισμα, ψιθύρισμα
ritselen, ruisen, gerits, geritsel
šustit, zašustit, šustění
prassla, rasla
rasle
ささやく, ざわめく
esgarrapar, rascar
rapina, rustina
rasle, rasling
txirrist, txirristu
шушкати, šuškanje, šuštanje
шушка, шушот
šumeti, šelestenje, šumenje
šušťať, šuchot
šuškati, šuštanje
šuškati, šuštati
шарудіти, шелест, шурхіт
шумолене, шумолене на листа
шастаць, шарудзенне, шарудзець
רשרוש
حف، خشخش، خشخشة
خش خش
سرسراہٹ
rascheln in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
|
Inloggen |
Werkwoordsvormen in Onvoltooid verleden tijd van rascheln
Het werkwoord rascheln is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Onvoltooid verleden tijd indicatief
Onvoltooid verleden tijd indicatiefVerleden tijd
- ich raschelte (1e persoonEnkelvoud)
- du rascheltest (2e persoonEnkelvoud)
- er raschelte (3e persoonEnkelvoud)
- wir raschelten (1e persoonMeervoud)
- ihr rascheltet (2e persoonMeervoud)
- sie raschelten (3e persoonMeervoud)