Tegenwoordige tijd van het Duitse werkwoord stückeln
De vormen van de vervoeging van stückeln (in elkaar flansen, met lapjes werken) in de tegenwoordige tijd zijn: ich stück(e)le, du stückelst, er stückelt, wir stückeln, ihr stückelt, sie stückeln
.
Hiervoor worden de uitgangen -e,
-st,
-t,
-n,
-t,
-n
aan de stam stückel
toegevoegd.
De uitgangen in de 1e en 3e persoon meervoud worden verkort met een e
, omdat het werkwoord eindigt op -eln
.Daarnaast kan de e
in de stam worden weggelaten in de eerste persoon enkelvoud.
De vorming van deze vormen komt overeen met de grammaticaregels voor de vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd.
Opmerkingen
☆
C2 · regelmatig · haben
Tegenwoordige tijd
ich | stück(e)l(e)⁵ |
du | stückelst |
er | stückelt |
wir | stückeln |
ihr | stückelt |
sie | stückeln |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Werkwoordschema Verbuigingsregels
- Vorming van Tegenwoordige tijd van stückeln
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van stückeln
- Vorming van Imperatief van stückeln
- Vorming van Konjunktiv I van stückeln
- Vorming van Konjunktiv II van stückeln
- Vorming van Infinitief van stückeln
- Vorming van Deelwoord van stückeln
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Verdere regels voor de vervoeging van stückeln
- Hoe vervoeg je stückeln in Tegenwoordige tijd?
- Hoe vervoeg je stückeln in Onvoltooid verleden tijd?
- Hoe vervoeg je stückeln in Imperatief?
- Hoe vervoeg je stückeln in Konjunktiv I?
- Hoe vervoeg je stückeln in Konjunktiv II?
- Hoe vervoeg je stückeln in Infinitief?
- Hoe vervoeg je stückeln in Deelwoord?
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse stückeln
-
stückeln
add a piece, divide up, patch up, unitize, assemble, divide, piece together, split
делить на части, разделять, делить
fraccionar, seccionar, tronzar, dividir, fragmentar, trocear
assembler, fractionner, diviser, fragmenter, monter
parça parça yapmak, parçalamak, bölmek
dividir, remendar, juntar, montar, partir
rappezzare, spezzettare, assemblare, comporre, frammentare, suddividere
asambla, compune, împărți
darabokra oszt szét, darabokra oszt, darabol, feloszt
dzielić, składać
κομμάτια, συγκεντρώνω, συνθέτω
in elkaar flansen, met lapjes werken, in stukken, opdelen, stukjes maken, verkleinen
dělit, skládat
stycka, dela, dela upp
dele, lappe, udstykke, opdele, samle
分割する, 小分けする
dividir, fragmentar
jakaa, osittaminen, paloitella, paloittaminen
dela, dele opp, stykkes
zatiak banatu, zatiak elkartzea
deliti, podeliti, sastavljati, spajati
делење, составување
deliti, sestaviti, združiti
rozdeľovať, skladať, členiť
dijeliti, sastaviti
dijeliti, komadati, razdijeliti, sastaviti
збирати, розділяти, складати
разделям, съединявам
раздзяляць, складаць
לחבר، לחלק، לקבץ
تجزئة، تقسيم
تقسیم کردن، تکهتکه کردن، قطعهقطعه کردن
ٹکڑے کرنا، حصے کرنا، ٹکڑے ٹکڑے کرنا
stückeln in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Werkwoordsvormen in Tegenwoordige tijd van stückeln
Het werkwoord stückeln is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Tegenwoordige tijd indicatief
Tegenwoordige tijd indicatiefTegenwoordige tijd
- ich stück(e)le (1e persoonEnkelvoud)
- du stückelst (2e persoonEnkelvoud)
- er stückelt (3e persoonEnkelvoud)
- wir stückeln (1e persoonMeervoud)
- ihr stückelt (2e persoonMeervoud)
- sie stückeln (3e persoonMeervoud)