Vervoeging van het Duitse werkwoord futtern
De vervoeging van het werkwoord futtern (eten, voeden) is regelmatig. De basisvormen zijn futtert, futterte en hat gefuttert. Het hulpwerkwoord van futtern is "haben". De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord futtern beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor futtern. Je kunt niet alleen futtern vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen ☆
regelmatig · haben
futtert · futterte · hat gefuttert
Geen informele e-wegval mogelijk
chow, chow down, feed one's face, guzzle, nosh, put on the feedbag, revet, scoff, stuff oneself, eat heartily, feed
[Essen] reichlich Nahrung zu sich nehmen; acheln, (sich) einverleiben, einverleiben, essen, vernaschen
(acc.)
» Ich habe Schokolade gefuttert
. I have eaten chocolate.
De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van futtern
Onvoltooid verleden tijd
ich | futterte |
du | futtertest |
er | futterte |
wir | futterten |
ihr | futtertet |
sie | futterten |
⁴ Gebruik zelden of ongebruikelijk⁵ Alleen in informeel taalgebruik
indicatief
Het werkwoord futtern vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd
Onvoltooid verleden tijd
ich | futterte |
du | futtertest |
er | futterte |
wir | futterten |
ihr | futtertet |
sie | futterten |
Perfectum
ich | habe | gefuttert |
du | hast | gefuttert |
er | hat | gefuttert |
wir | haben | gefuttert |
ihr | habt | gefuttert |
sie | haben | gefuttert |
Volt. verl. tijd
ich | hatte | gefuttert |
du | hattest | gefuttert |
er | hatte | gefuttert |
wir | hatten | gefuttert |
ihr | hattet | gefuttert |
sie | hatten | gefuttert |
Toekomende tijd I
ich | werde | futtern |
du | wirst | futtern |
er | wird | futtern |
wir | werden | futtern |
ihr | werdet | futtern |
sie | werden | futtern |
voltooid tegenwoordige toekomende tijd
ich | werde | gefuttert | haben |
du | wirst | gefuttert | haben |
er | wird | gefuttert | haben |
wir | werden | gefuttert | haben |
ihr | werdet | gefuttert | haben |
sie | werden | gefuttert | haben |
⁴ Gebruik zelden of ongebruikelijk⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Conjunctief
De vervoeging van het werkwoord futtern in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.
Voltooid Konj.
ich | habe | gefuttert |
du | habest | gefuttert |
er | habe | gefuttert |
wir | haben | gefuttert |
ihr | habet | gefuttert |
sie | haben | gefuttert |
Konj. volt. verl. t.
ich | hätte | gefuttert |
du | hättest | gefuttert |
er | hätte | gefuttert |
wir | hätten | gefuttert |
ihr | hättet | gefuttert |
sie | hätten | gefuttert |
Toekomende aanvoegende wijs I
ich | werde | futtern |
du | werdest | futtern |
er | werde | futtern |
wir | werden | futtern |
ihr | werdet | futtern |
sie | werden | futtern |
Toek. volt. aanw.
ich | werde | gefuttert | haben |
du | werdest | gefuttert | haben |
er | werde | gefuttert | haben |
wir | werden | gefuttert | haben |
ihr | werdet | gefuttert | haben |
sie | werden | gefuttert | haben |
⁴ Gebruik zelden of ongebruikelijk
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.
Imperatief
De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord futtern
⁴ Gebruik zelden of ongebruikelijk⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Infinitief/Deelwoord
De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor futtern
Voorbeelden
Voorbeeldzinnen voor futtern
-
Ich habe Schokolade
gefuttert
.
I have eaten chocolate.
-
Muss man wirklich Amarant
futtern
, um sich ausgewogen zu ernähren?
Do you really have to eat amaranth to have a balanced diet?
-
Und während sie
futterten
, schmatzten und grunzten sie, dass der Bauer es bis in die gute Stube hinein hörte.
And while they were feeding, they smacked and grunted so that the farmer could hear it all the way into the good room.
Voorbeelden
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse futtern
-
futtern
chow, chow down, feed one's face, guzzle, nosh, put on the feedbag, revet, scoff
кормить, есть, лопать, питаться
comer, papar, alimentarse
bouffer, jouer des mandibules, manger, se nourrir
yemek, beslemek
comer, comer muito, alimentar-se
rimpinzarsi, strafogarsi, mangiare
se hrăni
eszik, táplálkozik
wcinać, zajadać, jeść, karmić
τρώω, ταΐζω, τροφή
eten, voeden
jíst hodně, jíst, krmit
käka, futtra, äta
spise, æde
食べる, 餌を与える
menjar
syödä runsaasti
fôre, spise
jan
hraniti se, jesti
јадење
hraniti, nahriniti
kŕmiť, nažrať sa
hraniti se, jesti
hraniti se, nahraniti se
кормити, поїдати
храня се
корм, корміць
להאכיל
أكل بنهم، يأكل بوفرة
خوراک، غذا خوردن
خوراک لینا، کھانا کھانا
futtern in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van futtern- [Essen] reichlich Nahrung zu sich nehmen, acheln, (sich) einverleiben, einverleiben, essen, vernaschen
- [Essen] reichlich Nahrung zu sich nehmen, acheln, (sich) einverleiben, einverleiben, essen, vernaschen
Betekenissen Synoniemen
Verbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van futtern
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van futtern
- Vorming van Imperatief van futtern
- Vorming van Konjunktiv I van futtern
- Vorming van Konjunktiv II van futtern
- Vorming van Infinitief van futtern
- Vorming van Deelwoord van futtern
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Afleidingen
Afgeleide vormen van futtern
≡ abonnieren
≡ adhärieren
≡ anfuttern
≡ adoptieren
≡ achteln
≡ aalen
≡ adeln
≡ adden
≡ ackern
≡ abdizieren
≡ verfuttern
≡ durchfuttern
≡ addieren
≡ achten
≡ abortieren
≡ adorieren
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Duitse werkwoord futtern vervoegen
Overzicht van alle tijden van het werkwoord futtern
De vervoeging van het werkwoord futtern wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord futtern is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (futtert - futterte - hat gefuttert) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary futtern en op futtern in de Duden.
futtern vervoeging
Tegenwoordige tijd | Onvoltooid verleden tijd | Conjunctief I | Conjunctief II | Imperatief | |
---|---|---|---|---|---|
ich | futt(e)r(e) | futterte | futt(e)re | futterte | - |
du | futterst | futtertest | futterst | futtertest | futt(e)r(e) |
er | futtert | futterte | futt(e)re | futterte | - |
wir | futtern | futterten | futtern | futterten | futtern |
ihr | futtert | futtertet | futtert | futtertet | futtert |
sie | futtern | futterten | futtern | futterten | futtern |
indicatief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich futt(e)r(e), du futterst, er futtert, wir futtern, ihr futtert, sie futtern
- Onvoltooid verleden tijd: ich futterte, du futtertest, er futterte, wir futterten, ihr futtertet, sie futterten
- Perfectum: ich habe gefuttert, du hast gefuttert, er hat gefuttert, wir haben gefuttert, ihr habt gefuttert, sie haben gefuttert
- Voltooid verleden tijd: ich hatte gefuttert, du hattest gefuttert, er hatte gefuttert, wir hatten gefuttert, ihr hattet gefuttert, sie hatten gefuttert
- Toekomende tijd I: ich werde futtern, du wirst futtern, er wird futtern, wir werden futtern, ihr werdet futtern, sie werden futtern
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gefuttert haben, du wirst gefuttert haben, er wird gefuttert haben, wir werden gefuttert haben, ihr werdet gefuttert haben, sie werden gefuttert haben
Conjunctief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich futt(e)re, du futterst, er futt(e)re, wir futtern, ihr futtert, sie futtern
- Onvoltooid verleden tijd: ich futterte, du futtertest, er futterte, wir futterten, ihr futtertet, sie futterten
- Perfectum: ich habe gefuttert, du habest gefuttert, er habe gefuttert, wir haben gefuttert, ihr habet gefuttert, sie haben gefuttert
- Voltooid verleden tijd: ich hätte gefuttert, du hättest gefuttert, er hätte gefuttert, wir hätten gefuttert, ihr hättet gefuttert, sie hätten gefuttert
- Toekomende tijd I: ich werde futtern, du werdest futtern, er werde futtern, wir werden futtern, ihr werdet futtern, sie werden futtern
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gefuttert haben, du werdest gefuttert haben, er werde gefuttert haben, wir werden gefuttert haben, ihr werdet gefuttert haben, sie werden gefuttert haben
Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde futtern, du würdest futtern, er würde futtern, wir würden futtern, ihr würdet futtern, sie würden futtern
- Voltooid verleden tijd: ich würde gefuttert haben, du würdest gefuttert haben, er würde gefuttert haben, wir würden gefuttert haben, ihr würdet gefuttert haben, sie würden gefuttert haben
Imperatief Actief
- Tegenwoordige tijd: futt(e)r(e) (du), futtern wir, futtert (ihr), futtern Sie
Infinitief/Deelwoord Actief
- Infinitief I: futtern, zu futtern
- Infinitief II: gefuttert haben, gefuttert zu haben
- Tegenwoordig deelwoord: futternd
- Participle II: gefuttert