Vervoeging van het Duitse werkwoord fegen

De vervoeging van het werkwoord fegen (snel bewegen, snel gaan) is regelmatig. De basisvormen zijn fegt, fegte en ist gefegt. Het hulpwerkwoord van fegen is "sein". Er zijn echter ook tijden met het hulpwerkwoord "haben". De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord fegen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor fegen. Je kunt niet alleen fegen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau A2. Opmerkingen

sein
fegen
haben
fegen
Video 

A2 · regelmatig · sein

fegen

fegt · fegte · ist gefegt

Engels sweep, tear, move quickly, rip through

sich sehr schnell fortbewegen; eilen, rasen

(acc., durch+A, über+D)

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van fegen

Tegenwoordige tijd

ich feg(e)⁵
du fegst
er fegt
wir fegen
ihr fegt
sie fegen

Onvoltooid verleden tijd

ich fegte
du fegtest
er fegte
wir fegten
ihr fegtet
sie fegten

Imperatief

-
feg(e)⁵ (du)
-
fegen wir
fegt (ihr)
fegen Sie

Konjunktief I

ich fege
du fegest
er fege
wir fegen
ihr feget
sie fegen

Konjunktief II

ich fegte
du fegtest
er fegte
wir fegten
ihr fegtet
sie fegten

Infinitief

fegen
zu fegen

Deelwoord

fegend
gefegt

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord fegen vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich feg(e)⁵
du fegst
er fegt
wir fegen
ihr fegt
sie fegen

Onvoltooid verleden tijd

ich fegte
du fegtest
er fegte
wir fegten
ihr fegtet
sie fegten

Perfectum

ich bin gefegt
du bist gefegt
er ist gefegt
wir sind gefegt
ihr seid gefegt
sie sind gefegt

Volt. verl. tijd

ich war gefegt
du warst gefegt
er war gefegt
wir waren gefegt
ihr wart gefegt
sie waren gefegt

Toekomende tijd I

ich werde fegen
du wirst fegen
er wird fegen
wir werden fegen
ihr werdet fegen
sie werden fegen

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde gefegt sein
du wirst gefegt sein
er wird gefegt sein
wir werden gefegt sein
ihr werdet gefegt sein
sie werden gefegt sein

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord fegen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich fege
du fegest
er fege
wir fegen
ihr feget
sie fegen

Konjunktief II

ich fegte
du fegtest
er fegte
wir fegten
ihr fegtet
sie fegten

Voltooid Konj.

ich sei gefegt
du seiest gefegt
er sei gefegt
wir seien gefegt
ihr seiet gefegt
sie seien gefegt

Konj. volt. verl. t.

ich wäre gefegt
du wärest gefegt
er wäre gefegt
wir wären gefegt
ihr wäret gefegt
sie wären gefegt

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde fegen
du werdest fegen
er werde fegen
wir werden fegen
ihr werdet fegen
sie werden fegen

Toek. volt. aanw.

ich werde gefegt sein
du werdest gefegt sein
er werde gefegt sein
wir werden gefegt sein
ihr werdet gefegt sein
sie werden gefegt sein

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde fegen
du würdest fegen
er würde fegen
wir würden fegen
ihr würdet fegen
sie würden fegen

Verleden cond.

ich würde gefegt sein
du würdest gefegt sein
er würde gefegt sein
wir würden gefegt sein
ihr würdet gefegt sein
sie würden gefegt sein

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord fegen


Tegenwoordige tijd

feg(e)⁵ (du)
fegen wir
fegt (ihr)
fegen Sie

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor fegen


Infinitief I


fegen
zu fegen

Infinitief II


gefegt sein
gefegt zu sein

Tegenwoordig deelwoord


fegend

Participle II


gefegt

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse fegen


Duits fegen
Engels sweep, tear, move quickly, race, rip through
Russisch мести, подметать, вымести, выметать, замести, заметать, нестись вихрем, подмести
Spaans acelerar, moverse rápido
Frans balayer, se déplacer rapidement
Turks hızla hareket etmek, süpürmek, hızına yetişememek
Portugees varrer, soprar com violência, mover rapidamente
Italiaans fregare, passare vorticosamente, turbinare, correre, muoversi rapidamente
Roemeens nu știu sigur, se grăbi, se mișca repede
Hongaars igyekszik, siet, sürget, rohan, sietni
Pools pędzić nad, zamiatać, zgarniać, zgarnąć, pędzić, szybko się poruszać
Grieks σπεύδω, τρέχω
Nederlands snel bewegen, snel gaan
Tsjechisch letět, rychle se pohybovat
Zweeds rusa, sopa, svepa, fara, skynda
Deens feje
Japans 急ぐ, 速く動く
Catalaans agranar, assotar, escombrar, passar amb rapidesa, moure's ràpidament
Fins juosta, kiitää
Noors farte, skynde seg
Baskisch azkar mugitzea
Servisch brzo kretati se
Macedonisch брзина
Sloveens hitro se premikati
Slowaaks rýchlo sa pohybovať
Bosnisch brzo kretati
Kroatisch brzo kretati
Oekraïens підмітати, прибрати
Bulgaars бързо движение, бързо преминаване
Wit-Russisch разганяцца, сцягвацца
Hebreeuwsלנוע מהר
Arabischتحرك بسرعة
Perzischتند رفتن، سرعت گرفتن
Urduتیز چلنا، جلدی جانا

fegen in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van fegen

  • sich sehr schnell fortbewegen, eilen, rasen
  • sich sehr schnell fortbewegen, eilen, rasen
  • sich sehr schnell fortbewegen, eilen, rasen

fegen in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Voorzetsels

Voorzetsels voor fegen


  • jemand/etwas fegt durch etwas
  • jemand/etwas fegt über etwas

Toepassingen  Voorzetsels 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord fegen vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord fegen


De vervoeging van het werkwoord fegen wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord fegen is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (fegt - fegte - ist gefegt) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary fegen en op fegen in de Duden.

fegen vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich feg(e)fegtefegefegte-
du fegstfegtestfegestfegtestfeg(e)
er fegtfegtefegefegte-
wir fegenfegtenfegenfegtenfegen
ihr fegtfegtetfegetfegtetfegt
sie fegenfegtenfegenfegtenfegen

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich feg(e), du fegst, er fegt, wir fegen, ihr fegt, sie fegen
  • Onvoltooid verleden tijd: ich fegte, du fegtest, er fegte, wir fegten, ihr fegtet, sie fegten
  • Perfectum: ich bin gefegt, du bist gefegt, er ist gefegt, wir sind gefegt, ihr seid gefegt, sie sind gefegt
  • Voltooid verleden tijd: ich war gefegt, du warst gefegt, er war gefegt, wir waren gefegt, ihr wart gefegt, sie waren gefegt
  • Toekomende tijd I: ich werde fegen, du wirst fegen, er wird fegen, wir werden fegen, ihr werdet fegen, sie werden fegen
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gefegt sein, du wirst gefegt sein, er wird gefegt sein, wir werden gefegt sein, ihr werdet gefegt sein, sie werden gefegt sein

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich fege, du fegest, er fege, wir fegen, ihr feget, sie fegen
  • Onvoltooid verleden tijd: ich fegte, du fegtest, er fegte, wir fegten, ihr fegtet, sie fegten
  • Perfectum: ich sei gefegt, du seiest gefegt, er sei gefegt, wir seien gefegt, ihr seiet gefegt, sie seien gefegt
  • Voltooid verleden tijd: ich wäre gefegt, du wärest gefegt, er wäre gefegt, wir wären gefegt, ihr wäret gefegt, sie wären gefegt
  • Toekomende tijd I: ich werde fegen, du werdest fegen, er werde fegen, wir werden fegen, ihr werdet fegen, sie werden fegen
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gefegt sein, du werdest gefegt sein, er werde gefegt sein, wir werden gefegt sein, ihr werdet gefegt sein, sie werden gefegt sein

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde fegen, du würdest fegen, er würde fegen, wir würden fegen, ihr würdet fegen, sie würden fegen
  • Voltooid verleden tijd: ich würde gefegt sein, du würdest gefegt sein, er würde gefegt sein, wir würden gefegt sein, ihr würdet gefegt sein, sie würden gefegt sein

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: feg(e) (du), fegen wir, fegt (ihr), fegen Sie

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: fegen, zu fegen
  • Infinitief II: gefegt sein, gefegt zu sein
  • Tegenwoordig deelwoord: fegend
  • Participle II: gefegt

Opmerkingen



Inloggen

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 69259, 69259

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: fegen