Voorbeeldzinnen met het werkwoord schmunzeln ⟨statief passief⟩ ⟨Bijzin⟩
Voorbeelden van het gebruik van de vervoeging van het werkwoord schmunzeln. Dit zijn echte zinnen en zinnen uit het project Tatoeba. Voor elke vervoegde vorm wordt zo'n voorbeeldzin getoond. De werkwoordsvorm wordt gemarkeerd. Als er meer dan één zin is, wordt er willekeurig een voorbeeld met het Duitse werkwoord schmunzeln gekozen. Om de vervoeging niet alleen aan de hand van voorbeelden te begrijpen, maar ook te oefenen, zijn er werkbladen voor het werkwoord schmunzeln beschikbaar.
Tegenwoordige tijd
-
Onvoltooid verleden tijd
-
Der Wirt
schmunzelte
verschmitzt.
The host smiled slyly.
-
Sein Vortrag war gespickt mit kleinen Anekdoten, worüber die Zuhörer vergnügt
schmunzelten
.
His lecture was filled with small anecdotes, over which the listeners smiled contentedly.
Konjunktief I
-
Konjunktief II
-
Imperatief
-
Infinitief
-
Tom musste
schmunzeln
.
Tom couldn't help smiling.
-
Ich musste über meinen neuen Lehrer
schmunzeln
, weil er unsicher in seinen Ausführungen war.
I had to smile at my new teacher because he was unsure in his explanations.
Deelwoord
-
Werkwoordschema Regels
- Hoe vervoeg je schmunzeln in Tegenwoordige tijd?
- Hoe vervoeg je schmunzeln in Onvoltooid verleden tijd?
- Hoe vervoeg je schmunzeln in Imperatief?
- Hoe vervoeg je schmunzeln in Konjunktiv I?
- Hoe vervoeg je schmunzeln in Konjunktiv II?
- Hoe vervoeg je schmunzeln in Infinitief?
- Hoe vervoeg je schmunzeln in Deelwoord?
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
indicatief
Voorbeeldzinnen in de aantonende wijs statief passief voor het werkwoord schmunzeln
-
Der Wirt
schmunzelte
verschmitzt.
The host smiled slyly.
-
Sein Vortrag war gespickt mit kleinen Anekdoten, worüber die Zuhörer vergnügt
schmunzelten
.
His lecture was filled with small anecdotes, over which the listeners smiled contentedly.
Werkwoordschema
Conjunctief
Gebruik van de conjunctief statief passief voor het werkwoord schmunzeln
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen met "würde"
Imperatief
Zinnen in de gebiedende wijs statief passief voor het werkwoord schmunzeln
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse schmunzeln
-
schmunzeln
- smirk, chuckle, smile, grin, smile (to oneself), smile benignly, sneer
усмехаться, улыбаться, ухмыляться, смеяться про себя, улыбнуться, усмехнуться, ухмыльнуться
sonreír, divertirse, sonrisa sutil
sourire, sourire discrètement, être amusé
bıyık altından gülmek, eğlenmek, gülümsemek, hafif gülümseme
sorrir, divertir-se, sorriso discreto
sorridere, ridacchiare, sorriso divertito
zâmbet subtil, zâmbi
kuncogni, mosolyog, mosolyogni
usmiechac sie, uśmiech, uśmiechać, uśmiechać się z zadowoleniem
κρυφογελώ, χαμογελώ, χαμόγελο
fijntjes lachen, glimlachen, gnuiven, grijnzen, meesmuilen
usmívat se, pobaveně se smát, usmívatmát se
småle, leende, mysa, småskratta
glæde, munter, smilende, smågrine, småle
ほくそ笑む, 微笑む
riure amb satisfacció, somriure discretament
hymyillä, nauraa hiljaa
humre, litt smil, smilende, småle
barregura, irrifar
blago se smejati, smejati se, смешити се
дискретно насмевнување, забавен, задоволно насмевнување
nasmehniti se, smejati se
smiať sa, usmievať sa
blago se smiješiti, smiješak, zadovoljstvo
blago se smiješiti, smijuljiti se
задоволено усміхатися, посмішка, сміятися
усмивка, усмихвам се
здавальняцца, усміхацца
tersenyum, tersenyum tipis
mỉm cười
kulimsiramoq, tabassum qilmoq
मंद मुस्कुराना, मुस्कुराना
微笑, 莞尔一笑
ยิ้ม, ยิ้มบางๆ
미소 짓다, 빙긋 웃다
gülümsəmək
გაიღიმა, ჩაიღიმა
মুচকি হাসা
buzëqesh
मंद हसणे, स्मित करणे
मुसुक्क हास्नु, मुस्कुराउनु
చిరునవ్వు చిందించు, ముసిముసి నవ్వు
iesmaidīt, pasmaidīt
புன்னகையிடு
muigama
ժպտալ
tabassum kirin
חייך، חייכנות
ابتسامة خفيفة، ابتسامة راضية، ابتسم
خوشحال بودن، لبخند خفی
خوشی سے ہنسنا، مسکراہٹ
schmunzeln in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
 |
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van schmunzeln- zufrieden, dezent lächeln, belustigt sein, grienen, grinsen, lächeln, lachen
Betekenissen Synoniemen
Verbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van schmunzeln
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van schmunzeln
- Vorming van Imperatief van schmunzeln
- Vorming van Konjunktiv I van schmunzeln
- Vorming van Konjunktiv II van schmunzeln
- Vorming van Infinitief van schmunzeln
- Vorming van Deelwoord van schmunzeln
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?