Vervoeging van het Duitse werkwoord durchschneiden

De vervoeging van het werkwoord durchschneiden (doorsnijden, doorklieven) is onregelmatig. De basisvormen zijn durchschneidet, durchschnitt en hat durchschnitten. De ablaut vindt plaats met de stamklinkers ei - i - i. Het hulpwerkwoord van durchschneiden is "haben". Het voorvoegsel durch- van durchschneiden is onscheidbaar. Kan echter ook scheidbaar voorkomen. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord durchschneiden beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor durchschneiden. Je kunt niet alleen durchschneiden vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau C2. Opmerkingen

onafscheidelijk
durchschneiden
scheidbaar
durch·schneiden

C2 · onregelmatig · haben · onlosmakelijk

durchschneiden

durchschneidet · durchschnitt · hat durchschnitten

 toevoeging van -e   Verandering van de stamklinker  ei - i - i   Verdubbeling van medeklinkers met medeklinkerverandering  tt - tt - tt 

Engels slice through, cut through, cleave (through), intersect, penetrate, section, transect

einen Raum oder eine Fläche in einer geraden Linie durchqueren; mit einem Schneidewerkzeug durchtrennen; durchtrennen, kappen, abzwicken, abklemmen

(acc.)

» Das Elbsandsteingebirge ist ein Mittelgebirge, das in Tschechien und Deutschland gelegen ist, und das vom Fluss Elbe durchschnitten wird. Engels The Elbsandstein Mountains are a medium mountain range located in the Czech Republic and Germany, and are cut through by the Elbe River.

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van durchschneiden

Tegenwoordige tijd

ich durchschneid(e)⁵
du durchschneidest
er durchschneidet
wir durchschneiden
ihr durchschneidet
sie durchschneiden

Onvoltooid verleden tijd

ich durchschnitt
du durchschnitt(e)⁷st
er durchschnitt
wir durchschnitten
ihr durchschnittet
sie durchschnitten

Imperatief

-
durchschneid(e)⁵ (du)
-
durchschneiden wir
durchschneidet (ihr)
durchschneiden Sie

Konjunktief I

ich durchschneide
du durchschneidest
er durchschneide
wir durchschneiden
ihr durchschneidet
sie durchschneiden

Konjunktief II

ich durchschnitte
du durchschnittest
er durchschnitte
wir durchschnitten
ihr durchschnittet
sie durchschnitten

Infinitief

durchschneiden
zu durchschneiden

Deelwoord

durchschneidend
durchschnitten

⁵ Alleen in informeel taalgebruik⁷ Verouderd gebruik


indicatief

Het werkwoord durchschneiden vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich durchschneid(e)⁵
du durchschneidest
er durchschneidet
wir durchschneiden
ihr durchschneidet
sie durchschneiden

Onvoltooid verleden tijd

ich durchschnitt
du durchschnitt(e)⁷st
er durchschnitt
wir durchschnitten
ihr durchschnittet
sie durchschnitten

Perfectum

ich habe durchschnitten
du hast durchschnitten
er hat durchschnitten
wir haben durchschnitten
ihr habt durchschnitten
sie haben durchschnitten

Volt. verl. tijd

ich hatte durchschnitten
du hattest durchschnitten
er hatte durchschnitten
wir hatten durchschnitten
ihr hattet durchschnitten
sie hatten durchschnitten

Toekomende tijd I

ich werde durchschneiden
du wirst durchschneiden
er wird durchschneiden
wir werden durchschneiden
ihr werdet durchschneiden
sie werden durchschneiden

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde durchschnitten haben
du wirst durchschnitten haben
er wird durchschnitten haben
wir werden durchschnitten haben
ihr werdet durchschnitten haben
sie werden durchschnitten haben

⁵ Alleen in informeel taalgebruik⁷ Verouderd gebruik

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord durchschneiden in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich durchschneide
du durchschneidest
er durchschneide
wir durchschneiden
ihr durchschneidet
sie durchschneiden

Konjunktief II

ich durchschnitte
du durchschnittest
er durchschnitte
wir durchschnitten
ihr durchschnittet
sie durchschnitten

Voltooid Konj.

ich habe durchschnitten
du habest durchschnitten
er habe durchschnitten
wir haben durchschnitten
ihr habet durchschnitten
sie haben durchschnitten

Konj. volt. verl. t.

ich hätte durchschnitten
du hättest durchschnitten
er hätte durchschnitten
wir hätten durchschnitten
ihr hättet durchschnitten
sie hätten durchschnitten

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde durchschneiden
du werdest durchschneiden
er werde durchschneiden
wir werden durchschneiden
ihr werdet durchschneiden
sie werden durchschneiden

Toek. volt. aanw.

ich werde durchschnitten haben
du werdest durchschnitten haben
er werde durchschnitten haben
wir werden durchschnitten haben
ihr werdet durchschnitten haben
sie werden durchschnitten haben

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde durchschneiden
du würdest durchschneiden
er würde durchschneiden
wir würden durchschneiden
ihr würdet durchschneiden
sie würden durchschneiden

Verleden cond.

ich würde durchschnitten haben
du würdest durchschnitten haben
er würde durchschnitten haben
wir würden durchschnitten haben
ihr würdet durchschnitten haben
sie würden durchschnitten haben

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord durchschneiden


Tegenwoordige tijd

durchschneid(e)⁵ (du)
durchschneiden wir
durchschneidet (ihr)
durchschneiden Sie

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor durchschneiden


Infinitief I


durchschneiden
zu durchschneiden

Infinitief II


durchschnitten haben
durchschnitten zu haben

Tegenwoordig deelwoord


durchschneidend

Participle II


durchschnitten

  • Das Elbsandsteingebirge ist ein Mittelgebirge, das in Tschechien und Deutschland gelegen ist, und das vom Fluss Elbe durchschnitten wird. 
  • Tom lieh sich für die Zeremonie, wo das Band durchschnitten würde, eine Riesenschere. 

Voorbeelden

Voorbeeldzinnen voor durchschneiden


  • Das Elbsandsteingebirge ist ein Mittelgebirge, das in Tschechien und Deutschland gelegen ist, und das vom Fluss Elbe durchschnitten wird. 
    Engels The Elbsandstein Mountains are a medium mountain range located in the Czech Republic and Germany, and are cut through by the Elbe River.
  • Tom lieh sich für die Zeremonie, wo das Band durchschnitten würde, eine Riesenschere. 
    Engels Tom rented a pair of giant scissors for the ribbon-cutting ceremony.

Voorbeelden 

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse durchschneiden


Duits durchschneiden
Engels slice through, cut through, cleave (through), intersect, penetrate, section, transect
Russisch разрезать, перерезать, пересекать, изрезать, пересечь, прорезать, резать
Spaans cortar, seccionar, surcar, romper, tajar, separar
Frans couper, trancher, couper en deux, sectionner, traverser
Turks kesmek, bölmek, dilimlemek, doğramak
Portugees cortar, cortar ao meio, dividir, fatiar
Italiaans tagliare, fendere, solcare, dividere, attraversare
Roemeens secționa, tăia
Hongaars elvág, keresztez, átvág, átvágni
Pools przeciąć, przecinać, rozcinać, rozciąć, przecięcie
Grieks διαχωρίζω, διασχίζω, κόβω
Nederlands doorsnijden, doorklieven, doorknippen, in tweeën snijden, doorkruisen, doorsnijden met een mes
Tsjechisch proříznout, přeseknout
Zweeds genomskära, skära igenom
Deens skære igennem, gennembryde, klippe
Japans 切り分ける, 切る, 切断する, 横切る
Catalaans tallar, cortar, seccionar
Fins katkaista, leikata, läpäistä
Noors kutte, skjære gjennom, skjære igjennom
Baskisch ebaki, moztu
Servisch presjeći, proći, proseći
Macedonisch пресекување, сечење
Sloveens prerezati, razrezati
Slowaaks prerezávať, prestrihnúť
Bosnisch presjeći, prorezati, proći
Kroatisch prorezati, presjeći
Oekraïens перерізати, розрізати
Bulgaars прерязвам, разрязвам
Wit-Russisch разразаць, разрэзаць, празрэзаць
Hebreeuwsלחתוך
Arabischقطع، شَقّ
Perzischبرش دادن، قطع کردن، برش زدن
Urduچیرنا، کاٹنا

durchschneiden in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van durchschneiden

  • einen Raum oder eine Fläche in einer geraden Linie durchqueren, mit einem Schneidewerkzeug durchtrennen, durchtrennen, kappen, abzwicken, abklemmen
  • einen Raum oder eine Fläche in einer geraden Linie durchqueren, mit einem Schneidewerkzeug durchtrennen, durchtrennen, kappen, abzwicken, abklemmen
  • einen Raum oder eine Fläche in einer geraden Linie durchqueren, mit einem Schneidewerkzeug durchtrennen, durchtrennen, kappen, abzwicken, abklemmen

durchschneiden in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord durchschneiden vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord durchschneiden


De vervoeging van het werkwoord durchschneiden wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord durchschneiden is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (durchschneidet - durchschnitt - hat durchschnitten) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary durchschneiden en op durchschneiden in de Duden.

durchschneiden vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich durchschneid(e)durchschnittdurchschneidedurchschnitte-
du durchschneidestdurchschnitt(e)stdurchschneidestdurchschnittestdurchschneid(e)
er durchschneidetdurchschnittdurchschneidedurchschnitte-
wir durchschneidendurchschnittendurchschneidendurchschnittendurchschneiden
ihr durchschneidetdurchschnittetdurchschneidetdurchschnittetdurchschneidet
sie durchschneidendurchschnittendurchschneidendurchschnittendurchschneiden

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich durchschneid(e), du durchschneidest, er durchschneidet, wir durchschneiden, ihr durchschneidet, sie durchschneiden
  • Onvoltooid verleden tijd: ich durchschnitt, du durchschnitt(e)st, er durchschnitt, wir durchschnitten, ihr durchschnittet, sie durchschnitten
  • Perfectum: ich habe durchschnitten, du hast durchschnitten, er hat durchschnitten, wir haben durchschnitten, ihr habt durchschnitten, sie haben durchschnitten
  • Voltooid verleden tijd: ich hatte durchschnitten, du hattest durchschnitten, er hatte durchschnitten, wir hatten durchschnitten, ihr hattet durchschnitten, sie hatten durchschnitten
  • Toekomende tijd I: ich werde durchschneiden, du wirst durchschneiden, er wird durchschneiden, wir werden durchschneiden, ihr werdet durchschneiden, sie werden durchschneiden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde durchschnitten haben, du wirst durchschnitten haben, er wird durchschnitten haben, wir werden durchschnitten haben, ihr werdet durchschnitten haben, sie werden durchschnitten haben

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich durchschneide, du durchschneidest, er durchschneide, wir durchschneiden, ihr durchschneidet, sie durchschneiden
  • Onvoltooid verleden tijd: ich durchschnitte, du durchschnittest, er durchschnitte, wir durchschnitten, ihr durchschnittet, sie durchschnitten
  • Perfectum: ich habe durchschnitten, du habest durchschnitten, er habe durchschnitten, wir haben durchschnitten, ihr habet durchschnitten, sie haben durchschnitten
  • Voltooid verleden tijd: ich hätte durchschnitten, du hättest durchschnitten, er hätte durchschnitten, wir hätten durchschnitten, ihr hättet durchschnitten, sie hätten durchschnitten
  • Toekomende tijd I: ich werde durchschneiden, du werdest durchschneiden, er werde durchschneiden, wir werden durchschneiden, ihr werdet durchschneiden, sie werden durchschneiden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde durchschnitten haben, du werdest durchschnitten haben, er werde durchschnitten haben, wir werden durchschnitten haben, ihr werdet durchschnitten haben, sie werden durchschnitten haben

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde durchschneiden, du würdest durchschneiden, er würde durchschneiden, wir würden durchschneiden, ihr würdet durchschneiden, sie würden durchschneiden
  • Voltooid verleden tijd: ich würde durchschnitten haben, du würdest durchschnitten haben, er würde durchschnitten haben, wir würden durchschnitten haben, ihr würdet durchschnitten haben, sie würden durchschnitten haben

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: durchschneid(e) (du), durchschneiden wir, durchschneidet (ihr), durchschneiden Sie

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: durchschneiden, zu durchschneiden
  • Infinitief II: durchschnitten haben, durchschnitten zu haben
  • Tegenwoordig deelwoord: durchschneidend
  • Participle II: durchschnitten

Opmerkingen



Inloggen

* De zinnen van Tatoeba (tatoeba.org) zijn gratis beschikbaar onder de CC BY 2.0 FR (creativecommons.org/licenses/by/2.0/fr/) licentie. Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via: 1196553, 10498224

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 647483, 647483, 647483

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: durchschneiden