Vervoeging van het Duitse werkwoord beanstanden

De vervoeging van het werkwoord beanstanden (aanvechten, afkeuren) is regelmatig. De basisvormen zijn beanstandet, beanstandete en hat beanstandet. Het hulpwerkwoord van beanstanden is "haben". Het voorvoegsel bean- van beanstanden is onscheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord beanstanden beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor beanstanden. Je kunt niet alleen beanstanden vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau C1. 1Opmerking

C1 · regelmatig · haben · onlosmakelijk

beanstanden

beanstandet · beanstandete · hat beanstandet

 toevoeging van -e 

Engels complain about, complain that, demur, find fault with, object to, reject, complain, criticize, object

Kritik üben an; reklamieren, monieren, beklagen, bemäkeln, bemängeln

(acc., an+D)

» Tom beanstandete es, dass er wie ein Kind behandelt wurde. Engels Tom objected to being treated like a child.

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van beanstanden

Tegenwoordige tijd

ich beanstand(e)⁵
du beanstandest
er beanstandet
wir beanstanden
ihr beanstandet
sie beanstanden

Onvoltooid verleden tijd

ich beanstandete
du beanstandetest
er beanstandete
wir beanstandeten
ihr beanstandetet
sie beanstandeten

Imperatief

-
beanstand(e)⁵ (du)
-
beanstanden wir
beanstandet (ihr)
beanstanden Sie

Konjunktief I

ich beanstande
du beanstandest
er beanstande
wir beanstanden
ihr beanstandet
sie beanstanden

Konjunktief II

ich beanstandete
du beanstandetest
er beanstandete
wir beanstandeten
ihr beanstandetet
sie beanstandeten

Infinitief

beanstanden
zu beanstanden

Deelwoord

beanstandend
beanstandet

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord beanstanden vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich beanstand(e)⁵
du beanstandest
er beanstandet
wir beanstanden
ihr beanstandet
sie beanstanden

Onvoltooid verleden tijd

ich beanstandete
du beanstandetest
er beanstandete
wir beanstandeten
ihr beanstandetet
sie beanstandeten

Perfectum

ich habe beanstandet
du hast beanstandet
er hat beanstandet
wir haben beanstandet
ihr habt beanstandet
sie haben beanstandet

Volt. verl. tijd

ich hatte beanstandet
du hattest beanstandet
er hatte beanstandet
wir hatten beanstandet
ihr hattet beanstandet
sie hatten beanstandet

Toekomende tijd I

ich werde beanstanden
du wirst beanstanden
er wird beanstanden
wir werden beanstanden
ihr werdet beanstanden
sie werden beanstanden

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde beanstandet haben
du wirst beanstandet haben
er wird beanstandet haben
wir werden beanstandet haben
ihr werdet beanstandet haben
sie werden beanstandet haben

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


  • Tom beanstandete es, dass er wie ein Kind behandelt wurde. 
  • Als der Endkunde den Mangel beanstandete , nahm der Händler den Hersteller in Regress. 

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord beanstanden in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich beanstande
du beanstandest
er beanstande
wir beanstanden
ihr beanstandet
sie beanstanden

Konjunktief II

ich beanstandete
du beanstandetest
er beanstandete
wir beanstandeten
ihr beanstandetet
sie beanstandeten

Voltooid Konj.

ich habe beanstandet
du habest beanstandet
er habe beanstandet
wir haben beanstandet
ihr habet beanstandet
sie haben beanstandet

Konj. volt. verl. t.

ich hätte beanstandet
du hättest beanstandet
er hätte beanstandet
wir hätten beanstandet
ihr hättet beanstandet
sie hätten beanstandet

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde beanstanden
du werdest beanstanden
er werde beanstanden
wir werden beanstanden
ihr werdet beanstanden
sie werden beanstanden

Toek. volt. aanw.

ich werde beanstandet haben
du werdest beanstandet haben
er werde beanstandet haben
wir werden beanstandet haben
ihr werdet beanstandet haben
sie werden beanstandet haben

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde beanstanden
du würdest beanstanden
er würde beanstanden
wir würden beanstanden
ihr würdet beanstanden
sie würden beanstanden

Verleden cond.

ich würde beanstandet haben
du würdest beanstandet haben
er würde beanstandet haben
wir würden beanstandet haben
ihr würdet beanstandet haben
sie würden beanstandet haben

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord beanstanden


Tegenwoordige tijd

beanstand(e)⁵ (du)
beanstanden wir
beanstandet (ihr)
beanstanden Sie

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor beanstanden


Infinitief I


beanstanden
zu beanstanden

Infinitief II


beanstandet haben
beanstandet zu haben

Tegenwoordig deelwoord


beanstandend

Participle II


beanstandet

  • Tom beanstandete es, dass er wie ein Kind behandelt wurde. 
  • Diese Baumängel müssen beanstandet werden. 
  • Ein Beitrag von mir im Energieforum wurde beanstandet . 

Voorbeelden

Voorbeeldzinnen voor beanstanden


  • Tom beanstandete es, dass er wie ein Kind behandelt wurde. 
    Engels Tom objected to being treated like a child.
  • Als der Endkunde den Mangel beanstandete , nahm der Händler den Hersteller in Regress. 
    Engels When the end customer complained about the defect, the dealer held the manufacturer liable.
  • Diese Baumängel müssen beanstandet werden. 
    Engels These construction defects must be reported.
  • Ein Beitrag von mir im Energieforum wurde beanstandet . 
    Engels A contribution of mine in the energy forum was contested.
  • Sie beanstanden , dass im Tauschhandel urheberrechtlich geschützte Musiktitel rechtswidrig verteilt werden, ohne dass die Musikindustrie finanziell beteiligt ist. 
    Engels They object that copyright-protected music titles are being distributed illegally in barter trade, without the music industry being financially involved.

Voorbeelden 

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse beanstanden


Duits beanstanden
Engels complain about, complain that, demur, find fault with, object to, reject, complain, criticize
Russisch жаловаться, критиковать, браковать, высказать недовольство, выставлять претензию, забраковать, заявить претензию, заявлять претензию
Spaans objetar, poner reparos, reclamar contra, reprobar, tachar, criticar, objeción
Frans réclamer, critiquer, faire des objections, incriminer, contester
Turks itiraz etmek, kusurlu bulmak, şikayet etmek
Portugees reclamar, pôr objeções a, contestar, criticar
Italiaans contestare, biasimare, criticare, impugnare, presentare reclamo per, reclamare, obiettare
Roemeens contesta, reclama
Hongaars kifogásol, reklamál, kritizál
Pools kwestionować, krytykować, reklamować, skrytykować, zakwestionować, zarzucać, zgłaszać zastrzeżenia
Grieks επικρίνω, διαμαρτύρομαι, καταγγέλλω
Nederlands aanvechten, afkeuren, reclameren over, bekritiseren, bezwaar maken tegen, klacht indienen
Tsjechisch reklamovat, stěžovat si
Zweeds klaga, anmärka på, göra invändningar, klaga på, påtala, reklamera, protestera
Deens påtale, klage, protestere
Japans 批判する, 異議を唱える
Catalaans criticar, reclamar
Fins valittaa, moittia, kritisoida
Noors påtale, klage, protestere
Baskisch kritika egin
Servisch izneti prigovor, prigovoriti
Macedonisch критика, протестирање
Sloveens kritizirati, pritožiti se
Slowaaks namietať, reklamovať
Bosnisch prigovor, prigovoriti
Kroatisch prigovor, prigovoriti
Oekraïens критика, оскарження
Bulgaars критика
Wit-Russisch крытыкаваць
Hebreeuwsלהתלונן، לערער
Arabischانتقد، انتقاد
Perzischانتقاد کردن
Urduاعتراض کرنا، تنقید کرنا

beanstanden in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van beanstanden

  • Kritik üben an, reklamieren, monieren, beklagen, bemäkeln, bemängeln

beanstanden in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Voorzetsels

Voorzetsels voor beanstanden


  • jemand/etwas beanstandet etwas an jemandem/etwas

Toepassingen  Voorzetsels 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord beanstanden vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord beanstanden


De vervoeging van het werkwoord beanstanden wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord beanstanden is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (beanstandet - beanstandete - hat beanstandet) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary beanstanden en op beanstanden in de Duden.

beanstanden vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich beanstand(e)beanstandetebeanstandebeanstandete-
du beanstandestbeanstandetestbeanstandestbeanstandetestbeanstand(e)
er beanstandetbeanstandetebeanstandebeanstandete-
wir beanstandenbeanstandetenbeanstandenbeanstandetenbeanstanden
ihr beanstandetbeanstandetetbeanstandetbeanstandetetbeanstandet
sie beanstandenbeanstandetenbeanstandenbeanstandetenbeanstanden

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich beanstand(e), du beanstandest, er beanstandet, wir beanstanden, ihr beanstandet, sie beanstanden
  • Onvoltooid verleden tijd: ich beanstandete, du beanstandetest, er beanstandete, wir beanstandeten, ihr beanstandetet, sie beanstandeten
  • Perfectum: ich habe beanstandet, du hast beanstandet, er hat beanstandet, wir haben beanstandet, ihr habt beanstandet, sie haben beanstandet
  • Voltooid verleden tijd: ich hatte beanstandet, du hattest beanstandet, er hatte beanstandet, wir hatten beanstandet, ihr hattet beanstandet, sie hatten beanstandet
  • Toekomende tijd I: ich werde beanstanden, du wirst beanstanden, er wird beanstanden, wir werden beanstanden, ihr werdet beanstanden, sie werden beanstanden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde beanstandet haben, du wirst beanstandet haben, er wird beanstandet haben, wir werden beanstandet haben, ihr werdet beanstandet haben, sie werden beanstandet haben

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich beanstande, du beanstandest, er beanstande, wir beanstanden, ihr beanstandet, sie beanstanden
  • Onvoltooid verleden tijd: ich beanstandete, du beanstandetest, er beanstandete, wir beanstandeten, ihr beanstandetet, sie beanstandeten
  • Perfectum: ich habe beanstandet, du habest beanstandet, er habe beanstandet, wir haben beanstandet, ihr habet beanstandet, sie haben beanstandet
  • Voltooid verleden tijd: ich hätte beanstandet, du hättest beanstandet, er hätte beanstandet, wir hätten beanstandet, ihr hättet beanstandet, sie hätten beanstandet
  • Toekomende tijd I: ich werde beanstanden, du werdest beanstanden, er werde beanstanden, wir werden beanstanden, ihr werdet beanstanden, sie werden beanstanden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde beanstandet haben, du werdest beanstandet haben, er werde beanstandet haben, wir werden beanstandet haben, ihr werdet beanstandet haben, sie werden beanstandet haben

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde beanstanden, du würdest beanstanden, er würde beanstanden, wir würden beanstanden, ihr würdet beanstanden, sie würden beanstanden
  • Voltooid verleden tijd: ich würde beanstandet haben, du würdest beanstandet haben, er würde beanstandet haben, wir würden beanstandet haben, ihr würdet beanstandet haben, sie würden beanstandet haben

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: beanstand(e) (du), beanstanden wir, beanstandet (ihr), beanstanden Sie

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: beanstanden, zu beanstanden
  • Infinitief II: beanstandet haben, beanstandet zu haben
  • Tegenwoordig deelwoord: beanstandend
  • Participle II: beanstandet

Opmerkingen


2021/05 · Beantwoorden
Rahyab Ayar zegt: Es wird besser, Verben mit ihrer Präpositionen zu schreiben.


Inloggen

Inloggen

* De zinnen uit Wiktionary (de.wiktionary.org) zijn vrij beschikbaar onder de licentie CC BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.de). Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via de volgende links: 518636, 147239, 266682

* De zinnen van Tatoeba (tatoeba.org) zijn gratis beschikbaar onder de CC BY 2.0 FR (creativecommons.org/licenses/by/2.0/fr/) licentie. Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via: 1934182

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 147239

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: beanstanden