Vervoeging van het Duitse werkwoord backpfeifen
De vervoeging van het werkwoord backpfeifen (slaan) is regelmatig. De basisvormen zijn backpfeift, backpfeifte en hat gebackpfeift. Het hulpwerkwoord van backpfeifen is "haben". De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord backpfeifen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor backpfeifen. Je kunt niet alleen backpfeifen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen ☆
De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van backpfeifen
Tegenwoordige tijd
ich | backpfeif(e)⁵ |
du | backpfeifst |
er | backpfeift |
wir | backpfeifen |
ihr | backpfeift |
sie | backpfeifen |
Onvoltooid verleden tijd
ich | backpfeifte |
du | backpfeiftest |
er | backpfeifte |
wir | backpfeiften |
ihr | backpfeiftet |
sie | backpfeiften |
Konjunktief I
ich | backpfeife |
du | backpfeifest |
er | backpfeife |
wir | backpfeifen |
ihr | backpfeifet |
sie | backpfeifen |
Konjunktief II
ich | backpfeifte |
du | backpfeiftest |
er | backpfeifte |
wir | backpfeiften |
ihr | backpfeiftet |
sie | backpfeiften |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
indicatief
Het werkwoord backpfeifen vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd
Tegenwoordige tijd
ich | backpfeif(e)⁵ |
du | backpfeifst |
er | backpfeift |
wir | backpfeifen |
ihr | backpfeift |
sie | backpfeifen |
Onvoltooid verleden tijd
ich | backpfeifte |
du | backpfeiftest |
er | backpfeifte |
wir | backpfeiften |
ihr | backpfeiftet |
sie | backpfeiften |
Perfectum
ich | habe | gebackpfeift |
du | hast | gebackpfeift |
er | hat | gebackpfeift |
wir | haben | gebackpfeift |
ihr | habt | gebackpfeift |
sie | haben | gebackpfeift |
Volt. verl. tijd
ich | hatte | gebackpfeift |
du | hattest | gebackpfeift |
er | hatte | gebackpfeift |
wir | hatten | gebackpfeift |
ihr | hattet | gebackpfeift |
sie | hatten | gebackpfeift |
Toekomende tijd I
ich | werde | backpfeifen |
du | wirst | backpfeifen |
er | wird | backpfeifen |
wir | werden | backpfeifen |
ihr | werdet | backpfeifen |
sie | werden | backpfeifen |
voltooid tegenwoordige toekomende tijd
ich | werde | gebackpfeift | haben |
du | wirst | gebackpfeift | haben |
er | wird | gebackpfeift | haben |
wir | werden | gebackpfeift | haben |
ihr | werdet | gebackpfeift | haben |
sie | werden | gebackpfeift | haben |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Conjunctief
De vervoeging van het werkwoord backpfeifen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.
Konjunktief I
ich | backpfeife |
du | backpfeifest |
er | backpfeife |
wir | backpfeifen |
ihr | backpfeifet |
sie | backpfeifen |
Konjunktief II
ich | backpfeifte |
du | backpfeiftest |
er | backpfeifte |
wir | backpfeiften |
ihr | backpfeiftet |
sie | backpfeiften |
Voltooid Konj.
ich | habe | gebackpfeift |
du | habest | gebackpfeift |
er | habe | gebackpfeift |
wir | haben | gebackpfeift |
ihr | habet | gebackpfeift |
sie | haben | gebackpfeift |
Konj. volt. verl. t.
ich | hätte | gebackpfeift |
du | hättest | gebackpfeift |
er | hätte | gebackpfeift |
wir | hätten | gebackpfeift |
ihr | hättet | gebackpfeift |
sie | hätten | gebackpfeift |
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.
Imperatief
De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord backpfeifen
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Infinitief/Deelwoord
De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor backpfeifen
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse backpfeifen
-
backpfeifen
bitchslap, cuff ears, slap, smack
пощечина
bofetada, cachetada
gifle
tokat
tapa
schiaffeggiare, schiaffo
palmă
pofon
zatrzepotać
σφαλιάρα
slaan
facka, pohlavek
örfil
øreklap
平手打ち
korvapuusti
øreklaps
belarri kolpea
udaranac
удри шамар
ploska
facka
udaranac
udaranac
пощечина
плесница
падсвістка
menampar
tát
qo‘l bilan urmoq
थप्पड़ मारना
扇耳光
ตบ
뺨을 때리다
yüzə vurmaq
სილის გარტყმა
থাপ্পড় মারা
godas me dorë
थप्पड़ मारणे
थप्पड मार्नु
చెంపదెబ్బ కొట్టు
sist pa vaigu
அறை
lööma
հարվածել դեմքին
leq dan
סטירה
صفعة
سیلی زدن
تھپڑ
backpfeifen in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van backpfeifenVerbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van backpfeifen
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van backpfeifen
- Vorming van Imperatief van backpfeifen
- Vorming van Konjunktiv I van backpfeifen
- Vorming van Konjunktiv II van backpfeifen
- Vorming van Infinitief van backpfeifen
- Vorming van Deelwoord van backpfeifen
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Afleidingen
Afgeleide vormen van backpfeifen
≡ adhärieren
≡ adden
≡ adeln
≡ achteln
≡ adaptieren
≡ adorieren
≡ aasen
≡ achten
≡ achseln
≡ adoptieren
≡ abdizieren
≡ abonnieren
≡ aalen
≡ addizieren
≡ addieren
≡ ackern
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Duitse werkwoord backpfeifen vervoegen
Overzicht van alle tijden van het werkwoord backpfeifen
De vervoeging van het werkwoord backpfeifen wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord backpfeifen is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (backpfeift - backpfeifte - hat gebackpfeift) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary backpfeifen en op backpfeifen in de Duden.
backpfeifen vervoeging
Tegenwoordige tijd | Onvoltooid verleden tijd | Conjunctief I | Conjunctief II | Imperatief | |
---|---|---|---|---|---|
ich | backpfeif(e) | backpfeifte | backpfeife | backpfeifte | - |
du | backpfeifst | backpfeiftest | backpfeifest | backpfeiftest | backpfeif(e) |
er | backpfeift | backpfeifte | backpfeife | backpfeifte | - |
wir | backpfeifen | backpfeiften | backpfeifen | backpfeiften | backpfeifen |
ihr | backpfeift | backpfeiftet | backpfeifet | backpfeiftet | backpfeift |
sie | backpfeifen | backpfeiften | backpfeifen | backpfeiften | backpfeifen |
indicatief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich backpfeif(e), du backpfeifst, er backpfeift, wir backpfeifen, ihr backpfeift, sie backpfeifen
- Onvoltooid verleden tijd: ich backpfeifte, du backpfeiftest, er backpfeifte, wir backpfeiften, ihr backpfeiftet, sie backpfeiften
- Perfectum: ich habe gebackpfeift, du hast gebackpfeift, er hat gebackpfeift, wir haben gebackpfeift, ihr habt gebackpfeift, sie haben gebackpfeift
- Voltooid verleden tijd: ich hatte gebackpfeift, du hattest gebackpfeift, er hatte gebackpfeift, wir hatten gebackpfeift, ihr hattet gebackpfeift, sie hatten gebackpfeift
- Toekomende tijd I: ich werde backpfeifen, du wirst backpfeifen, er wird backpfeifen, wir werden backpfeifen, ihr werdet backpfeifen, sie werden backpfeifen
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gebackpfeift haben, du wirst gebackpfeift haben, er wird gebackpfeift haben, wir werden gebackpfeift haben, ihr werdet gebackpfeift haben, sie werden gebackpfeift haben
Conjunctief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich backpfeife, du backpfeifest, er backpfeife, wir backpfeifen, ihr backpfeifet, sie backpfeifen
- Onvoltooid verleden tijd: ich backpfeifte, du backpfeiftest, er backpfeifte, wir backpfeiften, ihr backpfeiftet, sie backpfeiften
- Perfectum: ich habe gebackpfeift, du habest gebackpfeift, er habe gebackpfeift, wir haben gebackpfeift, ihr habet gebackpfeift, sie haben gebackpfeift
- Voltooid verleden tijd: ich hätte gebackpfeift, du hättest gebackpfeift, er hätte gebackpfeift, wir hätten gebackpfeift, ihr hättet gebackpfeift, sie hätten gebackpfeift
- Toekomende tijd I: ich werde backpfeifen, du werdest backpfeifen, er werde backpfeifen, wir werden backpfeifen, ihr werdet backpfeifen, sie werden backpfeifen
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gebackpfeift haben, du werdest gebackpfeift haben, er werde gebackpfeift haben, wir werden gebackpfeift haben, ihr werdet gebackpfeift haben, sie werden gebackpfeift haben
Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde backpfeifen, du würdest backpfeifen, er würde backpfeifen, wir würden backpfeifen, ihr würdet backpfeifen, sie würden backpfeifen
- Voltooid verleden tijd: ich würde gebackpfeift haben, du würdest gebackpfeift haben, er würde gebackpfeift haben, wir würden gebackpfeift haben, ihr würdet gebackpfeift haben, sie würden gebackpfeift haben
Imperatief Actief
- Tegenwoordige tijd: backpfeif(e) (du), backpfeifen wir, backpfeift (ihr), backpfeifen Sie
Infinitief/Deelwoord Actief
- Infinitief I: backpfeifen, zu backpfeifen
- Infinitief II: gebackpfeift haben, gebackpfeift zu haben
- Tegenwoordig deelwoord: backpfeifend
- Participle II: gebackpfeift