Verbuiging en vergelijking van het Duitse bijvoeglijk naamwoord trocken
De verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord trocken (droog, flauw) gebruikt deze vergelijkingsvormen trocken,trockener,am trockensten. De uitgangen voor de vergrotende en overtreffende trap zijn er/sten. Het bijvoeglijk naamwoord trocken kan zowel attributief voor een zelfstandig naamwoord (met of zonder lidwoord, in sterke, zwakke en gemengde vorm) als predicatief in combinatie met een werkwoord worden gebruikt.Hier kun je niet alleen trocken verbuigen en vergelijken, maar ook alle Duitse bijvoeglijke naamwoorden. Opmerkingen ☆
er
sten
A2 · bijvoeglijk naamwoord · positief · regelmatig · vergelijkbaar
trocken
·
trockener
·
am trockenst
en
Weglating van 'e' in het suffix
dry, arid, boring, dull, fat-free, low in sugar, low-fat, matter-of-fact, objective, sober, sugar-free, withered
[Umwelt] frei von Feuchtigkeit oder Nässe; dürr, verdorrt, verdörrt; dröge; herb; abstinent; spröde
» Es ist trocken
. It's dry.
De sterke verbuiging van trocken zonder lidwoord of voornaamwoord
Mannelijk
Nom. | trockener/ner⁶ |
---|---|
Gen. | trockenen/nen⁶ |
Dat. | trockenem/nem⁶ |
Acc. | trockenen/nen⁶ |
Vrouwelijk
Nom. | trockene/ne⁶ |
---|---|
Gen. | trockener/ner⁶ |
Dat. | trockener/ner⁶ |
Acc. | trockene/ne⁶ |
⁶ Alleen in verheven stijl
Zwakke verbuiging
De zwakke verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord trocken met het bepaalde lidwoord 'der' of met voornaamwoorden zoals 'dieser' en 'jener'
Mannelijk
Nom. | der | trockene/ne⁶ |
---|---|---|
Gen. | des | trockenen/nen⁶ |
Dat. | dem | trockenen/nen⁶ |
Acc. | den | trockenen/nen⁶ |
Vrouwelijk
Nom. | die | trockene/ne⁶ |
---|---|---|
Gen. | der | trockenen/nen⁶ |
Dat. | der | trockenen/nen⁶ |
Acc. | die | trockene/ne⁶ |
⁶ Alleen in verheven stijl
Gemengde verbuiging
De gemengde verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord trocken met het onbepaalde lidwoord 'ein' of met voornaamwoorden zoals 'kein' en 'mein'
Mannelijk
Nom. | ein | trockener/ner⁶ |
---|---|---|
Gen. | eines | trockenen/nen⁶ |
Dat. | einem | trockenen/nen⁶ |
Acc. | einen | trockenen/nen⁶ |
Vrouwelijk
Nom. | eine | trockene/ne⁶ |
---|---|---|
Gen. | einer | trockenen/nen⁶ |
Dat. | einer | trockenen/nen⁶ |
Acc. | eine | trockene/ne⁶ |
⁶ Alleen in verheven stijl
Predicatief gebruik
trocken gebruiken als predicatief
Voorbeelden
Voorbeeldzinnen voor trocken
-
Es ist
trocken
.
It's dry.
-
Mein Mund war
trocken
.
My mouth was dry.
-
Ich habe
trockene
Hände.
I have dry hands.
-
Paul hat
trockenes
Haar.
Paul has dry hair.
-
Ich habe einen
trockenen
Husten.
I have a dry cough.
-
Trockener
Sand nimmt Wasser auf.
Dry sand absorbs water.
-
Ich bin seit acht Monaten
trocken
.
I've been sober for eight months.
Voorbeelden
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse trocken
-
trocken
dry, arid, boring, dull, fat-free, low in sugar, low-fat, matter-of-fact
сухой, без спиртного, безвкусный, беспристрастный, засохший, маложирный, малосахарный, недушевленный
seco, aburrido, frío, amargo
sec, ennuyeux, aride, au régime sec, insipide, maigre, objectif, peu sucré
kuru, susuz, az yağlı, az şekerli, donuk, soğuk, sıkıcı, Kuru
seco, abstêmio, chato, entediante, frio, magro, objetivo, pouco doce
secco, arido, asciutto, succinto, astinenza, freddo, insipido, magro
uscat, fără gust, obiectiv, plictisitor, puțin zahăr, rece, secat, slab
száraz, kevés cukrot tartalmazó, kiszáradt, tárgyilagos, unalmas, zsírszegény, ízléstelen
suchy, wytrawny, chudy, mało słodki, mało tłuszczu, mdły, nudny, obiektywny
ξηρός, ξερός, άπαχος, άχρωμος, αντικειμενικός, βαρετός, ψυχρός
droog, flauw, mager, nuchter, uitgedroogd, weinig suiker bevattend
suchý, fádní, málo cukru, nudný, nízkotučný, střízlivý, vyschlý, věcný
torr, alkoholfri, nykter, dålig, lite socker, mager, saklig, tråkig
tør, død, fedtfattig, flad, kedelig, nøgtern, objektiv
乾燥した, ドライ, 低脂肪, 冷静な, 味気ない, 客観的な, 少糖, 枯れた
sec, avorrit, eixut, fred, insípid, magre, objectiu, poc sucre
kuiva, tylsä, asiallinen, kuollut, mauton, vähän sokeria sisältävä, vähärasvainen
tørr, blass, kjedelig, lite sukker, magert, nøktern, uttørket
lehor, aspergarria, gutxi azukre, hust, urduri, zaila
сув, suvo, bland, dosadan, hladno, iscrpljen, malo masnoće, malo šećera
сув, блед, досаден, исушен, малку шеќер, објективен
suh, suho, bleden, dolgočasen, hladno, malo sladkorja, posušen, suhi
suchý, chudý, fádny, nudný, nízky obsah cukru, studený, vecný, vysušený
suv, suho, bland, dosadan, isušeno, malo masno, malo šećera, objektiv
suhi, suho, bland, dosadan, hladan, iscrpljen, malo masno, malo šećera
сухий, нудний, висохлий, засохлий, недосолоджений, недостатньо жирний, об'єктивний, посушливий
сух, безвкусен, изсъхнал, малко захар съдържащ, обективен, скучен, студен
сухі, аб'ектыўны, засохлы, недастаткова салодкі, недастаткова тлушчу, нудны, пусты
יבש، דַל، דל שומן، משעמם، עובדתי، צח
جاف، بارد، باهت، خالي من الدهون، قاحل، قليل السكر، ممل، موضوعي
خشک، بی مزه، عینی، واقعی، کسل کننده، کم شکر، کم چرب
خشک، بور، بے ذائقہ، بے رنگ، سنجیدہ، کم شکر، کم چربی
trocken in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van trocken- [Umwelt] frei von Feuchtigkeit oder Nässe, dürr, verdorrt, verdörrt, dröge, herb, abstinent, spröde
- [Umwelt] frei von Feuchtigkeit oder Nässe, dürr, verdorrt, verdörrt, dröge, herb, abstinent, spröde
- [Umwelt] frei von Feuchtigkeit oder Nässe, dürr, verdorrt, verdörrt, dröge, herb, abstinent, spröde
- [Umwelt] frei von Feuchtigkeit oder Nässe, dürr, verdorrt, verdörrt, dröge, herb, abstinent, spröde
- [Umwelt] frei von Feuchtigkeit oder Nässe, dürr, verdorrt, verdörrt, dröge, herb, abstinent, spröde ...
Betekenissen Synoniemen
Bijvoeglijke naamwoorden
Willekeurig geselecteerde bijvoeglijke naamwoorden
≡ malad
≡ behäbig
≡ hylisch
≡ häutig
≡ knotig
≡ astral
≡ intakt
≡ leinwand
≡ narrativ
≡ seriös
≡ kontant
≡ nutzlos
≡ abnorm
≡ edelfaul
≡ halbfett
≡ abgasarm
≡ ungiftig
≡ betagt
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Verbuigings- en vergelijkingsvormen van trocken
Overzicht van alle verbuigings- en vergelijkingsvormen van het bijvoeglijk naamwoord trocken in alle geslachten en naamvallen
De verbuiging en vergelijking van trocken online als verbuigings- en vergelijkingstabellen met alle sterke, zwakke en gemengde vormen. Deze worden overzichtelijk weergegeven in een tabel voor enkelvoud en meervoud en in alle vier de naamvallen: nominatief, genitief, datief en accusatief. Meer informatie is te vinden op Wiktionary trocken en op trocken in Duden.
Vergelijking en trappen van bijvoeglijke naamwoorden trocken
positief | trocken |
---|---|
vergrotende trap | trockener |
overtreffende trap | am trockensten |
- positief: trocken
- vergrotende trap: trockener
- overtreffende trap: am trockensten
Sterke verbuiging trocken
Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Meervoud | |
---|---|---|---|---|
Nom. | trock(e)ner | trock(e)ne | trock(e)nes | trock(e)ne |
Gen. | trock(e)nen | trock(e)ner | trock(e)nen | trock(e)ner |
Dat. | trock(e)nem | trock(e)ner | trock(e)nem | trock(e)nen |
Acc. | trock(e)nen | trock(e)ne | trock(e)nes | trock(e)ne |
- Mannelijk: trock(e)ner, trock(e)nen, trock(e)nem, trock(e)nen
- Vrouwelijk: trock(e)ne, trock(e)ner, trock(e)ner, trock(e)ne
- Onzijdig: trock(e)nes, trock(e)nen, trock(e)nem, trock(e)nes
- Meervoud: trock(e)ne, trock(e)ner, trock(e)nen, trock(e)ne
Zwakke verbuiging trocken
- Mannelijk: der trock(e)ne, des trock(e)nen, dem trock(e)nen, den trock(e)nen
- Vrouwelijk: die trock(e)ne, der trock(e)nen, der trock(e)nen, die trock(e)ne
- Onzijdig: das trock(e)ne, des trock(e)nen, dem trock(e)nen, das trock(e)ne
- Meervoud: die trock(e)nen, der trock(e)nen, den trock(e)nen, die trock(e)nen
Gemengde verbuiging trocken
- Mannelijk: ein trock(e)ner, eines trock(e)nen, einem trock(e)nen, einen trock(e)nen
- Vrouwelijk: eine trock(e)ne, einer trock(e)nen, einer trock(e)nen, eine trock(e)ne
- Onzijdig: ein trock(e)nes, eines trock(e)nen, einem trock(e)nen, ein trock(e)nes
- Meervoud: keine trock(e)nen, keiner trock(e)nen, keinen trock(e)nen, keine trock(e)nen