Verbuiging en vergelijking van het Duitse bijvoeglijk naamwoord träf
De verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord träf (doeltreffend, gevat) gebeurt met de niet-vergelijkbare vorm träf. Het bijvoeglijk naamwoord heeft geen vormen voor de vergrotende of overtreffende trap. Het bijvoeglijk naamwoord träf kan zowel attributief voor een zelfstandig naamwoord (met of zonder lidwoord, in sterke, zwakke en gemengde vorm) als predicatief in combinatie met een werkwoord worden gebruikt.Hier kun je niet alleen träf verbuigen en vergelijken, maar ook alle Duitse bijvoeglijke naamwoorden. Opmerkingen ☆
De sterke verbuiging van träf zonder lidwoord of voornaamwoord
Zwakke verbuiging
De zwakke verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord träf met het bepaalde lidwoord 'der' of met voornaamwoorden zoals 'dieser' en 'jener'
Gemengde verbuiging
De gemengde verbuiging van het bijvoeglijk naamwoord träf met het onbepaalde lidwoord 'ein' of met voornaamwoorden zoals 'kein' en 'mein'
Predicatief gebruik
träf gebruiken als predicatief
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse träf
-
träf
appropriate, apt, striking, quick-witted, relevant, sharp-tongued
точный, верный, меткий, остроумный, смешливый, уместный
justo, acertado, agudo, ingenioso, pertinente
pertinent, appropriée, convenable, judicieuse, judicieux, pertinente, approprié, réactif
yerinde, cevapçı, doğru, hazır cevap
apropriado, preciso, espontâneo, pertinente, sarcástico
giusto, preziso, appropriato, pertinente, pronto, svelto
pertinent, rapid, relevant, spontan
találó, pontos, szellemes, talpraesett
trafny, celny, dowcipny, sarkastyczny
εύστοχος, πετυχημένος, έξυπνος, ακριβής, ευφυής, σχετικός
doeltreffend, gevat, passend, scherpzinnig
břitký, vtipný, výstižný
kvick, snabbtänkt, träffande
hurtig, nøjagtig, præcis, snappy
機知に富んだ, 機転の利いた, 的確な, 適切な
adequat, encertat, enginyós, espavilat
nopea, osuva, osuvasti, terävä
kvikk, snartenkt, treffende
azkarra, bihurria, egokia, zuzen
brz na jeziku, duhovit, pogođen, precizan
блескав, погоден, соодветен
duhovit, hitro odziven, prikladen, ustrezen
bystrozraky, presný, rýchly v odpovedi, výstižný
brz na jeziku, duhovit, pogođen, precizan
brz na jeziku, duhovit, pogođen, precizan
влучний, дотепний, сміливий, точний
бърз на реакция, остроумен, попадение, точен
адпаведны, досыць
מדויק، שנון
بارع في الرد، دقيق، مناسب
دقیق، زیرک، مناسب، چالاک
مناسب، تیز، درست، چالاک
träf in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van träf- treffend, schlagfertig, trefflich, zutreffend, keck
Betekenissen Synoniemen
Bijvoeglijke naamwoorden
Willekeurig geselecteerde bijvoeglijke naamwoorden
≡ chamois
≡ dösig
≡ zünftig
≡ hautnah
≡ material
≡ steinalt
≡ toxisch
≡ baldig
≡ ätzend
≡ dicklich
≡ brenzlig
≡ biderb
≡ mukös
≡ wonnig
≡ bleibend
≡ lotterig
≡ ruinös
≡ diffizil
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Verbuigings- en vergelijkingsvormen van träf
Overzicht van alle verbuigings- en vergelijkingsvormen van het bijvoeglijk naamwoord träf in alle geslachten en naamvallen
De verbuiging en vergelijking van träf online als verbuigings- en vergelijkingstabellen met alle sterke, zwakke en gemengde vormen. Deze worden overzichtelijk weergegeven in een tabel voor enkelvoud en meervoud en in alle vier de naamvallen: nominatief, genitief, datief en accusatief. Meer informatie is te vinden op Wiktionary träf en op träf in Duden.
Vergelijking en trappen van bijvoeglijke naamwoorden träf
positief | träf |
---|---|
vergrotende trap | - |
overtreffende trap | - |
- positief: träf
- vergrotende trap: -
- overtreffende trap: -
Sterke verbuiging träf
Mannelijk | Vrouwelijk | Onzijdig | Meervoud | |
---|---|---|---|---|
Nom. | träfer | träfe | träfes | träfe |
Gen. | träfen | träfer | träfen | träfer |
Dat. | träfem | träfer | träfem | träfen |
Acc. | träfen | träfe | träfes | träfe |
- Mannelijk: träfer, träfen, träfem, träfen
- Vrouwelijk: träfe, träfer, träfer, träfe
- Onzijdig: träfes, träfen, träfem, träfes
- Meervoud: träfe, träfer, träfen, träfe
Zwakke verbuiging träf
- Mannelijk: der träfe, des träfen, dem träfen, den träfen
- Vrouwelijk: die träfe, der träfen, der träfen, die träfe
- Onzijdig: das träfe, des träfen, dem träfen, das träfe
- Meervoud: die träfen, der träfen, den träfen, die träfen
Gemengde verbuiging träf
- Mannelijk: ein träfer, eines träfen, einem träfen, einen träfen
- Vrouwelijk: eine träfe, einer träfen, einer träfen, eine träfe
- Onzijdig: ein träfes, eines träfen, einem träfen, ein träfes
- Meervoud: keine träfen, keiner träfen, keinen träfen, keine träfen