Flashcards voor de vervoeging van het werkwoord sich überstürzen ⟨Vragende zin⟩

Met de leerkarten kun je afzonderlijk de vervoegingen van Duitse werkwoorden leren en oefenen. Volg hiervoor de opdrachten op de oefenbladen voor het werkwoord überstürzen één voor één. De gevraagde werkwoordsvormen moet je in je hoofd vormen en vervolgens vergelijken met de aanwijzingen op de kaarten. Als ze overeenkomen, bevestig je je leerresultaat. Bij afwijkingen kun je de aanwijzingen gebruiken om de onbekende vormen te onthouden. Idealiter print je het PDF-bestand van de leerkarten uit en vouw je ze zoals aangegeven. Zo kun je ze samen met andere werkwoorden gebruiken om te leren. Er zijn ook veel meer werkbladen voor het werkwoord überstürzen. Al het materiaal is beschikbaar als Open Educational Resources (OER) onder de licentie CC BY-SA 4.0 en kan gratis worden gebruikt.

Leermiddelenkaarten

Flashcards voor de vervoeging van het Duitse werkwoord sich überstürzen


Instructie: Print en knip de leermateriaal-kaarten van het werkwoord sich überstürzen uit. Leg vervolgens de kaarten van meerdere werkwoorden op een stapel en schud ze. Nu kun je de kaarten één voor één trekken. De informatie op de kaarten moet uit het hoofd worden opgeroepen zonder te spieken. Gebruik de informatie op de leervellen om je antwoorden te controleren.


überstürzt sich?
überstürzte sich?
hat sich überstürzt?
überstürz(e)⁵ ich mir/mich³?
überstürzt du dir/dich³?
überstürzt er sich?
überstürzen wir uns?
überstürzt ihr euch?
überstürzen sie sich?
überstürzte ich mir/mich³?
überstürztest du dir/dich³?
überstürzte er sich?
überstürzten wir uns?
überstürztet ihr euch?
überstürzten sie sich?

⁵ Alleen in informeel taalgebruik³ Willekeurig gekozen


Flashcards PDF Flashcards PNG

Opmerkingen



Inloggen