Vervoeging van het Duitse werkwoord verwenden (regelm) 〈Procespassief〉
De vervoeging van het werkwoord verwenden (gebruiken, besteden) is regelmatig. De basisvormen zijn wird verwendet, wurde verwendet en ist verwendet worden. Daarnaast is er ook de onregelmatige vervoeging. Het hulpwerkwoord van verwenden is "haben". Het werkwoord verwenden kan reflexief gebruikt worden. Het voorvoegsel ver- van verwenden is onscheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Procespassief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord verwenden beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor verwenden. Je kunt niet alleen verwenden vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau A2. Opmerkingen ☆
A2 · regelmatig · haben · onlosmakelijk
wird verwendet · wurde verwendet · ist verwendet worden
toevoeging van -e
use, employ, utilise, utilize, apply, approach on behalf, appropriate, devote resources, dispose of, intercede for, spend, use as, use in, attend
etwas benutzen, zu einem bestimmten Zweck einsetzen; sich um jemandes Interessen kümmern; nutzen, sich (für jemanden oder etwas) einsetzen, benutzen, sich bemühen
acc., (sich+A, für+A, gegen+A, in+A, bei+D, auf+A, zu+D, als)
» Er hat viele bunte Farben verwendet
. He used many colorful colors.
De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van verwenden (regelm)
Tegenwoordige tijd
ich | werde | verwendet |
du | wirst | verwendet |
er | wird | verwendet |
wir | werden | verwendet |
ihr | werdet | verwendet |
sie | werden | verwendet |
Onvoltooid verleden tijd
ich | wurde | verwendet |
du | wurdest | verwendet |
er | wurde | verwendet |
wir | wurden | verwendet |
ihr | wurdet | verwendet |
sie | wurden | verwendet |
Konjunktief I
ich | werde | verwendet |
du | werdest | verwendet |
er | werde | verwendet |
wir | werden | verwendet |
ihr | werdet | verwendet |
sie | werden | verwendet |
Konjunktief II
ich | würde | verwendet |
du | würdest | verwendet |
er | würde | verwendet |
wir | würden | verwendet |
ihr | würdet | verwendet |
sie | würden | verwendet |
indicatief
Het werkwoord verwenden (regelm) vervoegd in de aantonende wijs Procespassief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd
Tegenwoordige tijd
ich | werde | verwendet |
du | wirst | verwendet |
er | wird | verwendet |
wir | werden | verwendet |
ihr | werdet | verwendet |
sie | werden | verwendet |
Onvoltooid verleden tijd
ich | wurde | verwendet |
du | wurdest | verwendet |
er | wurde | verwendet |
wir | wurden | verwendet |
ihr | wurdet | verwendet |
sie | wurden | verwendet |
Perfectum
ich | bin | verwendet | worden |
du | bist | verwendet | worden |
er | ist | verwendet | worden |
wir | sind | verwendet | worden |
ihr | seid | verwendet | worden |
sie | sind | verwendet | worden |
Volt. verl. tijd
ich | war | verwendet | worden |
du | warst | verwendet | worden |
er | war | verwendet | worden |
wir | waren | verwendet | worden |
ihr | wart | verwendet | worden |
sie | waren | verwendet | worden |
Toekomende tijd I
ich | werde | verwendet | werden |
du | wirst | verwendet | werden |
er | wird | verwendet | werden |
wir | werden | verwendet | werden |
ihr | werdet | verwendet | werden |
sie | werden | verwendet | werden |
Conjunctief
De vervoeging van het werkwoord verwenden (regelm) in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.
Konjunktief I
ich | werde | verwendet |
du | werdest | verwendet |
er | werde | verwendet |
wir | werden | verwendet |
ihr | werdet | verwendet |
sie | werden | verwendet |
Konjunktief II
ich | würde | verwendet |
du | würdest | verwendet |
er | würde | verwendet |
wir | würden | verwendet |
ihr | würdet | verwendet |
sie | würden | verwendet |
Voltooid Konj.
ich | sei | verwendet | worden |
du | seiest | verwendet | worden |
er | sei | verwendet | worden |
wir | seien | verwendet | worden |
ihr | seiet | verwendet | worden |
sie | seien | verwendet | worden |
Konj. volt. verl. t.
ich | wäre | verwendet | worden |
du | wärest | verwendet | worden |
er | wäre | verwendet | worden |
wir | wären | verwendet | worden |
ihr | wäret | verwendet | worden |
sie | wären | verwendet | worden |
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.
Imperatief
De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Procespassief tegenwoordige tijd voor het werkwoord verwenden (regelm)
Infinitief/Deelwoord
De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Procespassief voor verwenden (regelm)
Voorbeelden
Voorbeeldzinnen voor verwenden (regelm)
-
Er hat viele bunte Farben
verwendet
.
He used many colorful colors.
-
Englisch wird in jedem Teil der Welt
verwendet
.
English is used in every part of the world.
-
Wessen Schirm haben Sie
verwendet
?
Whose umbrella did you use?
-
Spülmaschinen werden in vielen Bereichen
verwendet
.
Dishwashers are used in many areas.
-
Er
verwendete
Tauben für sein Experiment.
He used pigeons in his experiment.
-
Die Spritze darf nur einmal
verwendet
werden.
The syringe may only be used once.
-
Heutzutage ist die Einheit Rad nur selten
verwendet
.
Nowadays, the unit rad is rarely used.
Voorbeelden
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse verwenden (regelm)
-
verwenden (regelm)
use, employ, utilise, utilize, apply, approach on behalf, appropriate, devote resources
использовать, применять, употреблять, воспользоваться, затратить, затрачивать, пользоваться, применить
emplear, usar para, usar, aplicar, gestionar, interceder, servirse de
utiliser, consacrer à, employer, employer à, affecter à, appliquer, employer comme, intervenir
kullanmak, yararlanmak
usar, empregar, utilizar, aplicar, cuidar, interessar-se
usare, utilizzare, adoperarsi per, fruire di, impiegare, interessarsi di, intervenire, interessarsi
utiliza, folosi, se ocupa de interesele cuiva
alkalmaz, használ, felhasznál, érdeklődni
stosować, używać, użyć, zastosować, wykorzystywać, zajmować się
χρησιμοποιώ, βάζω, χρήση, χρησιμοποίηση
gebruiken, besteden, gebruikmaken van, verbruiken, zich inzetten, benutten, zorgen voor
užít, užívat, postarat se, použít, využít, zajistit
använda, bruka, utnyttja
anvende, bruge, varetage
利用する, 使う, 充てる, 用いる, 費やす, 使用する, 配慮する, 関心を持つ
utilitzar, fer servir
käyttää, huolehtia, hyödyntää
bruke, benytte, ivareta, ta vare på
erabili, interesak zaindu, utilizatu
koristiti, brinuti se, upotrebljavati
забавува, користи, употреба
izkoristiti, poskrbeti, uporabiti
použiť, využiť, zaujímať sa
brinuti se, koristiti, upotrebljavati
brinuti se, koristiti, upotrebljavati
використовувати, застосовувати, піклуватися, турбуватися, піклуватися про інтереси
използвам, грижа се за интересите на някого, ползвам, употреба, употребявам
выкарыстоўваць, карыстацца, клапаціцца
להשתמש، להתייחס، לטפל، לנצל
استخدم، استعمل، استخدام، استعمال، اهتمام
استفاده کردن، به کار بردن، به کاربردن، بهره بردن
استعمال کرنا، استعمال
verwenden (regelm) in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van verwenden (regelm)- etwas benutzen, zu einem bestimmten Zweck einsetzen, sich um jemandes Interessen kümmern, nutzen, sich (für jemanden oder etwas) einsetzen, benutzen, sich bemühen
- etwas benutzen, zu einem bestimmten Zweck einsetzen, sich um jemandes Interessen kümmern, nutzen, sich (für jemanden oder etwas) einsetzen, benutzen, sich bemühen
- etwas benutzen, zu einem bestimmten Zweck einsetzen, sich um jemandes Interessen kümmern, nutzen, sich (für jemanden oder etwas) einsetzen, benutzen, sich bemühen
Betekenissen Synoniemen
Voorzetsels
Voorzetsels voor verwenden (regelm)
jemand verwendet
etwas alsein solcher/eine solche/ein solches jemand verwendet
etwas aufjemanden/etwas jemand verwendet
etwas gegen/fürjemanden/etwas jemand/etwas
alsverwendet
ein solches jemand/etwas verwendet
etwas alsein solches jemand/etwas verwendet
etwas aufetwas jemand/etwas verwendet
etwas beietwas jemand/etwas verwendet
etwas füretwas
...
Toepassingen Voorzetsels
Verbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van verwenden
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van verwenden
- Vorming van Imperatief van verwenden
- Vorming van Konjunktiv I van verwenden
- Vorming van Konjunktiv II van verwenden
- Vorming van Infinitief van verwenden
- Vorming van Deelwoord van verwenden
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Afleidingen
Afgeleide vormen van verwenden (regelm)
≡ verankern
≡ daranwenden
≡ veralbern
≡ anwenden
≡ verarzten
≡ entwenden
≡ verarmen
≡ verästeln
≡ wegwenden
≡ aufwenden
≡ herumwenden
≡ verantworten
≡ verachten
≡ umwenden
≡ wenden
≡ zuwenden
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Duitse werkwoord verwenden vervoegen
Overzicht van alle tijden van het werkwoord verwenden (regelm)
De vervoeging van het werkwoord verwendet werden wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord verwendet werden is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (wird verwendet - wurde verwendet - ist verwendet worden) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary verwenden en op verwenden in de Duden.
verwenden vervoeging
Tegenwoordige tijd | Onvoltooid verleden tijd | Conjunctief I | Conjunctief II | Imperatief | |
---|---|---|---|---|---|
ich | werde verwendet | wurde verwendet | werde verwendet | würde verwendet | - |
du | wirst verwendet | wurdest verwendet | werdest verwendet | würdest verwendet | - |
er | wird verwendet | wurde verwendet | werde verwendet | würde verwendet | - |
wir | werden verwendet | wurden verwendet | werden verwendet | würden verwendet | - |
ihr | werdet verwendet | wurdet verwendet | werdet verwendet | würdet verwendet | - |
sie | werden verwendet | wurden verwendet | werden verwendet | würden verwendet | - |
indicatief Procespassief
- Tegenwoordige tijd: ich werde verwendet, du wirst verwendet, er wird verwendet, wir werden verwendet, ihr werdet verwendet, sie werden verwendet
- Onvoltooid verleden tijd: ich wurde verwendet, du wurdest verwendet, er wurde verwendet, wir wurden verwendet, ihr wurdet verwendet, sie wurden verwendet
- Perfectum: ich bin verwendet worden, du bist verwendet worden, er ist verwendet worden, wir sind verwendet worden, ihr seid verwendet worden, sie sind verwendet worden
- Voltooid verleden tijd: ich war verwendet worden, du warst verwendet worden, er war verwendet worden, wir waren verwendet worden, ihr wart verwendet worden, sie waren verwendet worden
- Toekomende tijd I: ich werde verwendet werden, du wirst verwendet werden, er wird verwendet werden, wir werden verwendet werden, ihr werdet verwendet werden, sie werden verwendet werden
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde verwendet worden sein, du wirst verwendet worden sein, er wird verwendet worden sein, wir werden verwendet worden sein, ihr werdet verwendet worden sein, sie werden verwendet worden sein
Conjunctief Procespassief
- Tegenwoordige tijd: ich werde verwendet, du werdest verwendet, er werde verwendet, wir werden verwendet, ihr werdet verwendet, sie werden verwendet
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde verwendet, du würdest verwendet, er würde verwendet, wir würden verwendet, ihr würdet verwendet, sie würden verwendet
- Perfectum: ich sei verwendet worden, du seiest verwendet worden, er sei verwendet worden, wir seien verwendet worden, ihr seiet verwendet worden, sie seien verwendet worden
- Voltooid verleden tijd: ich wäre verwendet worden, du wärest verwendet worden, er wäre verwendet worden, wir wären verwendet worden, ihr wäret verwendet worden, sie wären verwendet worden
- Toekomende tijd I: ich werde verwendet werden, du werdest verwendet werden, er werde verwendet werden, wir werden verwendet werden, ihr werdet verwendet werden, sie werden verwendet werden
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde verwendet worden sein, du werdest verwendet worden sein, er werde verwendet worden sein, wir werden verwendet worden sein, ihr werdet verwendet worden sein, sie werden verwendet worden sein
Voorwaardelijke wijs II (würde) Procespassief
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde verwendet werden, du würdest verwendet werden, er würde verwendet werden, wir würden verwendet werden, ihr würdet verwendet werden, sie würden verwendet werden
- Voltooid verleden tijd: ich würde verwendet worden sein, du würdest verwendet worden sein, er würde verwendet worden sein, wir würden verwendet worden sein, ihr würdet verwendet worden sein, sie würden verwendet worden sein
Imperatief Procespassief
- Tegenwoordige tijd: -, -, -, -
Infinitief/Deelwoord Procespassief
- Infinitief I: verwendet werden, verwendet zu werden
- Infinitief II: verwendet worden sein, verwendet worden zu sein
- Tegenwoordig deelwoord: verwendet werdend
- Participle II: verwendet worden