Vervoeging van het Duitse werkwoord peitschen (hat) ⟨Procespassief⟩

De vervoeging van het werkwoord peitschen (aandrijven, geselen) is regelmatig. De basisvormen zijn wird gepeitscht, wurde gepeitscht en ist gepeitscht worden. Het hulpwerkwoord van peitschen is "haben". Er zijn echter ook tijden met het hulpwerkwoord "sein". De verbuiging vindt plaats in het Procespassief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord peitschen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor peitschen. Je kunt niet alleen peitschen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen

haben
gepeitscht werden
sein
gepeitscht werden

regelmatig · haben

gepeitscht werden

wird gepeitscht · wurde gepeitscht · ist gepeitscht worden

 s-Samentrekking en e-Uitbreiding 

Engels whip, lash, flog, scourge

ein Tier oder jemanden mit der Peitsche schlagen; heftig schlagen

(acc.)

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van peitschen (hat)

Tegenwoordige tijd

ich werde gepeitscht
du wirst gepeitscht
er wird gepeitscht
wir werden gepeitscht
ihr werdet gepeitscht
sie werden gepeitscht

Onvoltooid verleden tijd

ich wurde gepeitscht
du wurdest gepeitscht
er wurde gepeitscht
wir wurden gepeitscht
ihr wurdet gepeitscht
sie wurden gepeitscht

Imperatief

-
-
-
-
-
-

Konjunktief I

ich werde gepeitscht
du werdest gepeitscht
er werde gepeitscht
wir werden gepeitscht
ihr werdet gepeitscht
sie werden gepeitscht

Konjunktief II

ich würde gepeitscht
du würdest gepeitscht
er würde gepeitscht
wir würden gepeitscht
ihr würdet gepeitscht
sie würden gepeitscht

Infinitief

gepeitscht werden
gepeitscht zu werden

Deelwoord

gepeitscht werdend
gepeitscht worden

indicatief

Het werkwoord peitschen (hat) vervoegd in de aantonende wijs Procespassief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich werde gepeitscht
du wirst gepeitscht
er wird gepeitscht
wir werden gepeitscht
ihr werdet gepeitscht
sie werden gepeitscht

Onvoltooid verleden tijd

ich wurde gepeitscht
du wurdest gepeitscht
er wurde gepeitscht
wir wurden gepeitscht
ihr wurdet gepeitscht
sie wurden gepeitscht

Perfectum

ich bin gepeitscht worden
du bist gepeitscht worden
er ist gepeitscht worden
wir sind gepeitscht worden
ihr seid gepeitscht worden
sie sind gepeitscht worden

Volt. verl. tijd

ich war gepeitscht worden
du warst gepeitscht worden
er war gepeitscht worden
wir waren gepeitscht worden
ihr wart gepeitscht worden
sie waren gepeitscht worden

Toekomende tijd I

ich werde gepeitscht werden
du wirst gepeitscht werden
er wird gepeitscht werden
wir werden gepeitscht werden
ihr werdet gepeitscht werden
sie werden gepeitscht werden

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde gepeitscht worden sein
du wirst gepeitscht worden sein
er wird gepeitscht worden sein
wir werden gepeitscht worden sein
ihr werdet gepeitscht worden sein
sie werden gepeitscht worden sein

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord peitschen (hat) in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich werde gepeitscht
du werdest gepeitscht
er werde gepeitscht
wir werden gepeitscht
ihr werdet gepeitscht
sie werden gepeitscht

Konjunktief II

ich würde gepeitscht
du würdest gepeitscht
er würde gepeitscht
wir würden gepeitscht
ihr würdet gepeitscht
sie würden gepeitscht

Voltooid Konj.

ich sei gepeitscht worden
du seiest gepeitscht worden
er sei gepeitscht worden
wir seien gepeitscht worden
ihr seiet gepeitscht worden
sie seien gepeitscht worden

Konj. volt. verl. t.

ich wäre gepeitscht worden
du wärest gepeitscht worden
er wäre gepeitscht worden
wir wären gepeitscht worden
ihr wäret gepeitscht worden
sie wären gepeitscht worden

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde gepeitscht werden
du werdest gepeitscht werden
er werde gepeitscht werden
wir werden gepeitscht werden
ihr werdet gepeitscht werden
sie werden gepeitscht werden

Toek. volt. aanw.

ich werde gepeitscht worden sein
du werdest gepeitscht worden sein
er werde gepeitscht worden sein
wir werden gepeitscht worden sein
ihr werdet gepeitscht worden sein
sie werden gepeitscht worden sein

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde gepeitscht werden
du würdest gepeitscht werden
er würde gepeitscht werden
wir würden gepeitscht werden
ihr würdet gepeitscht werden
sie würden gepeitscht werden

Verleden cond.

ich würde gepeitscht worden sein
du würdest gepeitscht worden sein
er würde gepeitscht worden sein
wir würden gepeitscht worden sein
ihr würdet gepeitscht worden sein
sie würden gepeitscht worden sein

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Procespassief tegenwoordige tijd voor het werkwoord peitschen (hat)


Tegenwoordige tijd

-
-
-
-

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Procespassief voor peitschen (hat)


Infinitief I


gepeitscht werden
gepeitscht zu werden

Infinitief II


gepeitscht worden sein
gepeitscht worden zu sein

Tegenwoordig deelwoord


gepeitscht werdend

Participle II


gepeitscht worden

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse peitschen (hat)


Duits peitschen (hat)
Engels whip, lash, flog, scourge
Russisch хлестать, хлестнуть, стегать, стегнуть, пороть
Spaans azotar, fustigar, hostigar, flagelar
Frans fouetter, flageller
Turks kırbaçlamak, kamçılamak
Portugees açoitar, chicotear, fustigar, zurzir, chicote
Italiaans frustare, sferzare, prendere a frustate, frustrare, scuotere
Roemeens bate, lovi
Hongaars ostorral ütni
Pools biczować, smagać, ubiczować, batożyć, chlasnąć, chlastać, chłosnąć, chłostać
Grieks μαστιγώνω, χτυπώ
Nederlands aandrijven, geselen, opzwepen, striemen, slaan
Tsjechisch bičovat, šlehat
Zweeds piska
Deens pisk
Japans ムチで打つ, 鞭打ち
Catalaans xafar
Fins lyödä, piiskata
Noors pisk
Baskisch maldaketa
Servisch udarcem, šibati
Macedonisch премотување, шамар
Sloveens bičati
Slowaaks bičovať, šibať
Bosnisch bičevanje, udaranje
Kroatisch bičevanje, udaranje
Oekraïens бити, плутати
Bulgaars бичувам, удрям с бич
Wit-Russisch біць
Hebreeuwsלהכות
Arabischجلد
Perzischشلاق زدن
Urduکوڑے مارنا، پیٹنا

peitschen (hat) in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van peitschen (hat)

  • ein Tier oder jemanden mit der Peitsche schlagen, heftig schlagen
  • ein Tier oder jemanden mit der Peitsche schlagen, heftig schlagen
  • ein Tier oder jemanden mit der Peitsche schlagen, heftig schlagen

peitschen (hat) in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord peitschen vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord peitschen (hat)


De vervoeging van het werkwoord gepeitscht werden wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord gepeitscht werden is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (wird gepeitscht - wurde gepeitscht - ist gepeitscht worden) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary peitschen en op peitschen in de Duden.

peitschen vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich werde gepeitschtwurde gepeitschtwerde gepeitschtwürde gepeitscht-
du wirst gepeitschtwurdest gepeitschtwerdest gepeitschtwürdest gepeitscht-
er wird gepeitschtwurde gepeitschtwerde gepeitschtwürde gepeitscht-
wir werden gepeitschtwurden gepeitschtwerden gepeitschtwürden gepeitscht-
ihr werdet gepeitschtwurdet gepeitschtwerdet gepeitschtwürdet gepeitscht-
sie werden gepeitschtwurden gepeitschtwerden gepeitschtwürden gepeitscht-

indicatief Procespassief

  • Tegenwoordige tijd: ich werde gepeitscht, du wirst gepeitscht, er wird gepeitscht, wir werden gepeitscht, ihr werdet gepeitscht, sie werden gepeitscht
  • Onvoltooid verleden tijd: ich wurde gepeitscht, du wurdest gepeitscht, er wurde gepeitscht, wir wurden gepeitscht, ihr wurdet gepeitscht, sie wurden gepeitscht
  • Perfectum: ich bin gepeitscht worden, du bist gepeitscht worden, er ist gepeitscht worden, wir sind gepeitscht worden, ihr seid gepeitscht worden, sie sind gepeitscht worden
  • Voltooid verleden tijd: ich war gepeitscht worden, du warst gepeitscht worden, er war gepeitscht worden, wir waren gepeitscht worden, ihr wart gepeitscht worden, sie waren gepeitscht worden
  • Toekomende tijd I: ich werde gepeitscht werden, du wirst gepeitscht werden, er wird gepeitscht werden, wir werden gepeitscht werden, ihr werdet gepeitscht werden, sie werden gepeitscht werden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gepeitscht worden sein, du wirst gepeitscht worden sein, er wird gepeitscht worden sein, wir werden gepeitscht worden sein, ihr werdet gepeitscht worden sein, sie werden gepeitscht worden sein

Conjunctief Procespassief

  • Tegenwoordige tijd: ich werde gepeitscht, du werdest gepeitscht, er werde gepeitscht, wir werden gepeitscht, ihr werdet gepeitscht, sie werden gepeitscht
  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde gepeitscht, du würdest gepeitscht, er würde gepeitscht, wir würden gepeitscht, ihr würdet gepeitscht, sie würden gepeitscht
  • Perfectum: ich sei gepeitscht worden, du seiest gepeitscht worden, er sei gepeitscht worden, wir seien gepeitscht worden, ihr seiet gepeitscht worden, sie seien gepeitscht worden
  • Voltooid verleden tijd: ich wäre gepeitscht worden, du wärest gepeitscht worden, er wäre gepeitscht worden, wir wären gepeitscht worden, ihr wäret gepeitscht worden, sie wären gepeitscht worden
  • Toekomende tijd I: ich werde gepeitscht werden, du werdest gepeitscht werden, er werde gepeitscht werden, wir werden gepeitscht werden, ihr werdet gepeitscht werden, sie werden gepeitscht werden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde gepeitscht worden sein, du werdest gepeitscht worden sein, er werde gepeitscht worden sein, wir werden gepeitscht worden sein, ihr werdet gepeitscht worden sein, sie werden gepeitscht worden sein

Voorwaardelijke wijs II (würde) Procespassief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde gepeitscht werden, du würdest gepeitscht werden, er würde gepeitscht werden, wir würden gepeitscht werden, ihr würdet gepeitscht werden, sie würden gepeitscht werden
  • Voltooid verleden tijd: ich würde gepeitscht worden sein, du würdest gepeitscht worden sein, er würde gepeitscht worden sein, wir würden gepeitscht worden sein, ihr würdet gepeitscht worden sein, sie würden gepeitscht worden sein

Imperatief Procespassief

  • Tegenwoordige tijd: -, -, -, -

Infinitief/Deelwoord Procespassief

  • Infinitief I: gepeitscht werden, gepeitscht zu werden
  • Infinitief II: gepeitscht worden sein, gepeitscht worden zu sein
  • Tegenwoordig deelwoord: gepeitscht werdend
  • Participle II: gepeitscht worden

Opmerkingen



Inloggen

* De definities zijn deels afkomstig van Wiktionary (de.wiktionary.org) en kunnen achteraf zijn gewijzigd. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 3.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) licentie: 891805, 891805

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: peitschen