Vervoeging van het Duitse werkwoord hinsprechen ⟨Procespassief⟩ ⟨Bijzin⟩

De vervoeging van het werkwoord hinsprechen (informeel spreken, nebenbij praten) is onregelmatig. De basisvormen zijn ... hingesprochen wird, ... hingesprochen wurde en ... hingesprochen worden ist. De ablaut vindt plaats met de stamklinkers e - a - o. Het hulpwerkwoord van hinsprechen is "haben". De eerste lettergreep hin- van hinsprechen is scheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Procespassief en wordt gebruikt als Bijzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord hinsprechen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor hinsprechen. Je kunt niet alleen hinsprechen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen

onregelmatig · haben · scheidbaar

hin·gesprochen werden

... hingesprochen wird · ... hingesprochen wurde · ... hingesprochen worden ist

 Verandering van de stamklinker  e - a - o   Verandering van e/i in de tegenwoordige tijd en de gebiedende wijs 

Engels casually speak, talk informally

nebenbei unverbindlich sprechen

vor+D

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van hinsprechen

Tegenwoordige tijd

... ich hingesprochen werde
... du hingesprochen wirst
... er hingesprochen wird
... wir hingesprochen werden
... ihr hingesprochen werdet
... sie hingesprochen werden

Onvoltooid verleden tijd

... ich hingesprochen wurde
... du hingesprochen wurdest
... er hingesprochen wurde
... wir hingesprochen wurden
... ihr hingesprochen wurdet
... sie hingesprochen wurden

Imperatief

-
-
-
-
-
-

Konjunktief I

... ich hingesprochen werde
... du hingesprochen werdest
... er hingesprochen werde
... wir hingesprochen werden
... ihr hingesprochen werdet
... sie hingesprochen werden

Konjunktief II

... ich hingesprochen würde
... du hingesprochen würdest
... er hingesprochen würde
... wir hingesprochen würden
... ihr hingesprochen würdet
... sie hingesprochen würden

Infinitief

hingesprochen werden
hingesprochen zu werden

Deelwoord

hingesprochen werdend
hingesprochen worden

indicatief

Het werkwoord hinsprechen vervoegd in de aantonende wijs Procespassief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

... ich hingesprochen werde
... du hingesprochen wirst
... er hingesprochen wird
... wir hingesprochen werden
... ihr hingesprochen werdet
... sie hingesprochen werden

Onvoltooid verleden tijd

... ich hingesprochen wurde
... du hingesprochen wurdest
... er hingesprochen wurde
... wir hingesprochen wurden
... ihr hingesprochen wurdet
... sie hingesprochen wurden

Perfectum

... ich hingesprochen worden bin
... du hingesprochen worden bist
... er hingesprochen worden ist
... wir hingesprochen worden sind
... ihr hingesprochen worden seid
... sie hingesprochen worden sind

Volt. verl. tijd

... ich hingesprochen worden war
... du hingesprochen worden warst
... er hingesprochen worden war
... wir hingesprochen worden waren
... ihr hingesprochen worden wart
... sie hingesprochen worden waren

Toekomende tijd I

... ich hingesprochen werden werde
... du hingesprochen werden wirst
... er hingesprochen werden wird
... wir hingesprochen werden werden
... ihr hingesprochen werden werdet
... sie hingesprochen werden werden

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

... ich hingesprochen worden sein werde
... du hingesprochen worden sein wirst
... er hingesprochen worden sein wird
... wir hingesprochen worden sein werden
... ihr hingesprochen worden sein werdet
... sie hingesprochen worden sein werden

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord hinsprechen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

... ich hingesprochen werde
... du hingesprochen werdest
... er hingesprochen werde
... wir hingesprochen werden
... ihr hingesprochen werdet
... sie hingesprochen werden

Konjunktief II

... ich hingesprochen würde
... du hingesprochen würdest
... er hingesprochen würde
... wir hingesprochen würden
... ihr hingesprochen würdet
... sie hingesprochen würden

Voltooid Konj.

... ich hingesprochen worden sei
... du hingesprochen worden seiest
... er hingesprochen worden sei
... wir hingesprochen worden seien
... ihr hingesprochen worden seiet
... sie hingesprochen worden seien

Konj. volt. verl. t.

... ich hingesprochen worden wäre
... du hingesprochen worden wärest
... er hingesprochen worden wäre
... wir hingesprochen worden wären
... ihr hingesprochen worden wäret
... sie hingesprochen worden wären

Toekomende aanvoegende wijs I

... ich hingesprochen werden werde
... du hingesprochen werden werdest
... er hingesprochen werden werde
... wir hingesprochen werden werden
... ihr hingesprochen werden werdet
... sie hingesprochen werden werden

Toek. volt. aanw.

... ich hingesprochen worden sein werde
... du hingesprochen worden sein werdest
... er hingesprochen worden sein werde
... wir hingesprochen worden sein werden
... ihr hingesprochen worden sein werdet
... sie hingesprochen worden sein werden

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

... ich hingesprochen werden würde
... du hingesprochen werden würdest
... er hingesprochen werden würde
... wir hingesprochen werden würden
... ihr hingesprochen werden würdet
... sie hingesprochen werden würden

Verleden cond.

... ich hingesprochen worden sein würde
... du hingesprochen worden sein würdest
... er hingesprochen worden sein würde
... wir hingesprochen worden sein würden
... ihr hingesprochen worden sein würdet
... sie hingesprochen worden sein würden

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Procespassief tegenwoordige tijd voor het werkwoord hinsprechen


Tegenwoordige tijd

-
-
-
-

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Procespassief voor hinsprechen


Infinitief I


hingesprochen werden
hingesprochen zu werden

Infinitief II


hingesprochen worden sein
hingesprochen worden zu sein

Tegenwoordig deelwoord


hingesprochen werdend

Participle II


hingesprochen worden

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse hinsprechen


Duits hinsprechen
Engels casually speak, talk informally
Russisch приговаривать, разговор
Spaans hablar incidentalmente
Frans parler à côté
Turks rastgele konuşmak, yanında konuşmak
Portugees conversar, falar casualmente
Italiaans parlare casualmente
Roemeens vorbi
Hongaars mellékesen beszélni
Pools mówić obok
Grieks ανεπίσημα, παράλληλα
Nederlands informeel spreken, nebenbij praten
Tsjechisch neformálně mluvit
Zweeds prata
Deens snakke
Japans さりげなく話す, 軽く話す
Catalaans parlar de manera informal
Fins ohimennen puhua, sivulauseessa puhua
Noors snakke uformelt
Baskisch alde batera hitz egin
Servisch neobavezno razgovarati
Macedonisch необврзно зборување
Sloveens neobvezno govoriti
Slowaaks neformálne hovoriť
Bosnisch neobavezno razgovarati
Kroatisch neobavezno razgovarati
Oekraïens побіжно говорити
Bulgaars разговор
Wit-Russisch неафіцыйна, размаўляць
Hebreeuwsלדבר בשולי הדברים
Arabischحديث غير رسمي
Perzischغیررسمی صحبت کردن
Urduغیر رسمی بات کرنا

hinsprechen in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van hinsprechen

  • nebenbei unverbindlich sprechen

hinsprechen in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Voorzetsels

Voorzetsels voor hinsprechen


  • jemand/etwas spricht vor sich hin

Toepassingen  Voorzetsels 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord hinsprechen vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord hinsprechen


De vervoeging van het werkwoord hin·gesprochen werden wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord hin·gesprochen werden is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (... hingesprochen wird - ... hingesprochen wurde - ... hingesprochen worden ist) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary hinsprechen en op hinsprechen in de Duden.

hinsprechen vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich ... hingesprochen werde... hingesprochen wurde... hingesprochen werde... hingesprochen würde-
du ... hingesprochen wirst... hingesprochen wurdest... hingesprochen werdest... hingesprochen würdest-
er ... hingesprochen wird... hingesprochen wurde... hingesprochen werde... hingesprochen würde-
wir ... hingesprochen werden... hingesprochen wurden... hingesprochen werden... hingesprochen würden-
ihr ... hingesprochen werdet... hingesprochen wurdet... hingesprochen werdet... hingesprochen würdet-
sie ... hingesprochen werden... hingesprochen wurden... hingesprochen werden... hingesprochen würden-

indicatief Procespassief

  • Tegenwoordige tijd: ... ich hingesprochen werde, ... du hingesprochen wirst, ... er hingesprochen wird, ... wir hingesprochen werden, ... ihr hingesprochen werdet, ... sie hingesprochen werden
  • Onvoltooid verleden tijd: ... ich hingesprochen wurde, ... du hingesprochen wurdest, ... er hingesprochen wurde, ... wir hingesprochen wurden, ... ihr hingesprochen wurdet, ... sie hingesprochen wurden
  • Perfectum: ... ich hingesprochen worden bin, ... du hingesprochen worden bist, ... er hingesprochen worden ist, ... wir hingesprochen worden sind, ... ihr hingesprochen worden seid, ... sie hingesprochen worden sind
  • Voltooid verleden tijd: ... ich hingesprochen worden war, ... du hingesprochen worden warst, ... er hingesprochen worden war, ... wir hingesprochen worden waren, ... ihr hingesprochen worden wart, ... sie hingesprochen worden waren
  • Toekomende tijd I: ... ich hingesprochen werden werde, ... du hingesprochen werden wirst, ... er hingesprochen werden wird, ... wir hingesprochen werden werden, ... ihr hingesprochen werden werdet, ... sie hingesprochen werden werden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ... ich hingesprochen worden sein werde, ... du hingesprochen worden sein wirst, ... er hingesprochen worden sein wird, ... wir hingesprochen worden sein werden, ... ihr hingesprochen worden sein werdet, ... sie hingesprochen worden sein werden

Conjunctief Procespassief

  • Tegenwoordige tijd: ... ich hingesprochen werde, ... du hingesprochen werdest, ... er hingesprochen werde, ... wir hingesprochen werden, ... ihr hingesprochen werdet, ... sie hingesprochen werden
  • Onvoltooid verleden tijd: ... ich hingesprochen würde, ... du hingesprochen würdest, ... er hingesprochen würde, ... wir hingesprochen würden, ... ihr hingesprochen würdet, ... sie hingesprochen würden
  • Perfectum: ... ich hingesprochen worden sei, ... du hingesprochen worden seiest, ... er hingesprochen worden sei, ... wir hingesprochen worden seien, ... ihr hingesprochen worden seiet, ... sie hingesprochen worden seien
  • Voltooid verleden tijd: ... ich hingesprochen worden wäre, ... du hingesprochen worden wärest, ... er hingesprochen worden wäre, ... wir hingesprochen worden wären, ... ihr hingesprochen worden wäret, ... sie hingesprochen worden wären
  • Toekomende tijd I: ... ich hingesprochen werden werde, ... du hingesprochen werden werdest, ... er hingesprochen werden werde, ... wir hingesprochen werden werden, ... ihr hingesprochen werden werdet, ... sie hingesprochen werden werden
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ... ich hingesprochen worden sein werde, ... du hingesprochen worden sein werdest, ... er hingesprochen worden sein werde, ... wir hingesprochen worden sein werden, ... ihr hingesprochen worden sein werdet, ... sie hingesprochen worden sein werden

Voorwaardelijke wijs II (würde) Procespassief

  • Onvoltooid verleden tijd: ... ich hingesprochen werden würde, ... du hingesprochen werden würdest, ... er hingesprochen werden würde, ... wir hingesprochen werden würden, ... ihr hingesprochen werden würdet, ... sie hingesprochen werden würden
  • Voltooid verleden tijd: ... ich hingesprochen worden sein würde, ... du hingesprochen worden sein würdest, ... er hingesprochen worden sein würde, ... wir hingesprochen worden sein würden, ... ihr hingesprochen worden sein würdet, ... sie hingesprochen worden sein würden

Imperatief Procespassief

  • Tegenwoordige tijd: -, -, -, -

Infinitief/Deelwoord Procespassief

  • Infinitief I: hingesprochen werden, hingesprochen zu werden
  • Infinitief II: hingesprochen worden sein, hingesprochen worden zu sein
  • Tegenwoordig deelwoord: hingesprochen werdend
  • Participle II: hingesprochen worden

Opmerkingen



Inloggen