Vervoeging van het Duitse werkwoord vertiefen
De vervoeging van het werkwoord vertiefen (verdiepen, dieper ingaan op) is regelmatig. De basisvormen zijn vertieft, vertiefte en hat vertieft. Het hulpwerkwoord van vertiefen is "haben". Het werkwoord vertiefen kan reflexief gebruikt worden. Het voorvoegsel ver- van vertiefen is onscheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord vertiefen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor vertiefen. Je kunt niet alleen vertiefen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Het werkwoord behoort tot de woordenschat van het Zertifikat Deutsch of niveau B2. Opmerkingen ☆
B2 · regelmatig · haben · onlosmakelijk
vertieft · vertiefte · hat vertieft
deepen, intensify, amplify, consolidate, delve into, depress, dish, engross, engross the mind, enlarge (upon), flatten, grow deeper, hollow, immerse oneself in, lower the pitch (of), recess, enrich, immerse, lower
[Fachsprache, Kultur] bei etwas, das nach unten, in die Tiefe geht, noch mehr Substanz entfernen, wodurch es noch tiefer als zuvor wird; mit mehr Details anreichern, intensiver und umfangreicher machen/werden; ausbaggern, ausarbeiten, konzentrieren, stärker werden
(sich+A, acc., in+D, in+A)
» Wir vertieften
die Löcher. We deepened the holes.
De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van vertiefen
Tegenwoordige tijd
ich | vertief(e)⁵ |
du | vertiefst |
er | vertieft |
wir | vertiefen |
ihr | vertieft |
sie | vertiefen |
Onvoltooid verleden tijd
ich | vertiefte |
du | vertieftest |
er | vertiefte |
wir | vertieften |
ihr | vertieftet |
sie | vertieften |
Konjunktief II
ich | vertiefte |
du | vertieftest |
er | vertiefte |
wir | vertieften |
ihr | vertieftet |
sie | vertieften |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
indicatief
Het werkwoord vertiefen vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd
Tegenwoordige tijd
ich | vertief(e)⁵ |
du | vertiefst |
er | vertieft |
wir | vertiefen |
ihr | vertieft |
sie | vertiefen |
Onvoltooid verleden tijd
ich | vertiefte |
du | vertieftest |
er | vertiefte |
wir | vertieften |
ihr | vertieftet |
sie | vertieften |
Perfectum
ich | habe | vertieft |
du | hast | vertieft |
er | hat | vertieft |
wir | haben | vertieft |
ihr | habt | vertieft |
sie | haben | vertieft |
Volt. verl. tijd
ich | hatte | vertieft |
du | hattest | vertieft |
er | hatte | vertieft |
wir | hatten | vertieft |
ihr | hattet | vertieft |
sie | hatten | vertieft |
Toekomende tijd I
ich | werde | vertiefen |
du | wirst | vertiefen |
er | wird | vertiefen |
wir | werden | vertiefen |
ihr | werdet | vertiefen |
sie | werden | vertiefen |
voltooid tegenwoordige toekomende tijd
ich | werde | vertieft | haben |
du | wirst | vertieft | haben |
er | wird | vertieft | haben |
wir | werden | vertieft | haben |
ihr | werdet | vertieft | haben |
sie | werden | vertieft | haben |
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Conjunctief
De vervoeging van het werkwoord vertiefen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.
Konjunktief II
ich | vertiefte |
du | vertieftest |
er | vertiefte |
wir | vertieften |
ihr | vertieftet |
sie | vertieften |
Voltooid Konj.
ich | habe | vertieft |
du | habest | vertieft |
er | habe | vertieft |
wir | haben | vertieft |
ihr | habet | vertieft |
sie | haben | vertieft |
Konj. volt. verl. t.
ich | hätte | vertieft |
du | hättest | vertieft |
er | hätte | vertieft |
wir | hätten | vertieft |
ihr | hättet | vertieft |
sie | hätten | vertieft |
Toekomende aanvoegende wijs I
ich | werde | vertiefen |
du | werdest | vertiefen |
er | werde | vertiefen |
wir | werden | vertiefen |
ihr | werdet | vertiefen |
sie | werden | vertiefen |
Voorwaardelijke wijs II (würde)
Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.
Imperatief
De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord vertiefen
⁵ Alleen in informeel taalgebruik
Infinitief/Deelwoord
De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor vertiefen
Voorbeelden
Voorbeeldzinnen voor vertiefen
-
Wir
vertieften
die Löcher.
We deepened the holes.
-
Ich
vertiefte
die Löcher nicht.
I did not deepen the holes.
-
Du hast die Löcher
vertieft
.
You have deepened the holes.
-
Der Schriftsteller ist in Gedanken
vertieft
.
The writer is deep in thought.
-
Er ist immer in eine Lektüre
vertieft
.
He is always engrossed in a reading.
-
Er scheint in seine Arbeit
vertieft
zu sein.
He seems absorbed in his work.
-
Die gegenseitige Zuneigung
vertiefte
sich im Laufe der Zeit.
The mutual affection deepened over time.
Voorbeelden
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse vertiefen
-
vertiefen
deepen, intensify, amplify, consolidate, delve into, depress, dish, engross
углублять, углубляться, окунаться, окунуться, погружаться, погрузиться, сосредоточивать, сосредоточиваться
profundizar, ahondar, abundar, ahondar en, ahondarse, embeberse en, ensimismarse, estrechar
approfondir, s'absorber dans, étoffer, abaisser, intensifier, profond, se concentrer
derinleştirmek, derinleşmek, konsantre olmak, yoğunlaştırmak, aşağı kaydırmak
aprofundar, aprofundar-se em, profundar, refundar, intensificar, concentrar-se
approfondire, affossarsi, diventare più profondo, immergersi, perfezionare, sprofondarsi, intensificare, abbassare
adânci, aprofundare, concentrare, îmbogățire
elmélyít, mélyít, mélyíteni, elmélyülni
pogłębiać, pogłębić, wgłębiać, wgłębić, obniżać, wzbogacać, zagłębiać się
εμβαθύνω, απορροφούμαι, βαθαίνω, βυθίζομαι, βαθύνω, εμβάθυνση, σε βάθος
verdiepen, dieper ingaan op, dieper maken, dieper worden, uitdiepen, vergroten, verlagen, zich verdiepen
prohloubit, prohlubovat, prohlubovathloubit, hlouběji se zaměřit, rozšířit
fördjupa, bli djupare, fördjupa sig
fordybe sig, uddybe, fordybe
深める, 強化する, 深化, 深化する, 集中する
aprofundir, intensificar, concentrar-se
syventää, syvetä, syventyä, täydentää
utdype, fordype, utvide, forsterke
sakondu, sakontze, sakontzea, intentsifikatzea, mendatu, sustatu
produbiti, intenzivirati, usredsrediti se
длабочина, дополнување, интензивирање
poglobiti, izpopolniti, poglabljati
prehlbiť, prehlbovať, prehlbovanie
produbiti, intenzivirati, usredsrediti se
produbiti, intenzivirati, usredotočiti se
поглиблювати, поглибити, вичерпувати, заглиблювати, заглиблюватися, углибити, углиблювати, углубити
задълбочавам, дълбочина, задълбочаване, разширявам, углубявам
углубіць, заглыбляцца, заглыбіць, паглыбіць, углубляцца, узбагаціць
להעמיק، להתעמק
عمق، تعمق، تعميق
عمیق شدن، عمیق کردن، باجزئیات انجام دادن، تمرکز کامل، دقیق تر کردن، عمق پیمودن، عمقی تر شدن، عمیق تر شدن
گہرا کرنا، گہرائی دینا، گہرائی، گہرائی بڑھانا، گہرائی سے مطالعہ کرنا، گہرائی میں اضافہ کرنا، گہرائی میں جانا، گہرائی کرنا
vertiefen in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Definities
Betekenissen en synoniemen van vertiefen- [Fachsprache, Kultur] bei etwas, das nach unten, in die Tiefe geht, noch mehr Substanz entfernen, wodurch es noch tiefer als zuvor wird, mit mehr Details anreichern, intensiver und umfangreicher machen/werden, ausbaggern, ausarbeiten, konzentrieren, stärker werden
- [Fachsprache, Kultur] bei etwas, das nach unten, in die Tiefe geht, noch mehr Substanz entfernen, wodurch es noch tiefer als zuvor wird, mit mehr Details anreichern, intensiver und umfangreicher machen/werden, ausbaggern, ausarbeiten, konzentrieren, stärker werden
- [Fachsprache, Kultur] bei etwas, das nach unten, in die Tiefe geht, noch mehr Substanz entfernen, wodurch es noch tiefer als zuvor wird, mit mehr Details anreichern, intensiver und umfangreicher machen/werden, ausbaggern, ausarbeiten, konzentrieren, stärker werden
- [Fachsprache, Kultur] bei etwas, das nach unten, in die Tiefe geht, noch mehr Substanz entfernen, wodurch es noch tiefer als zuvor wird, mit mehr Details anreichern, intensiver und umfangreicher machen/werden, ausbaggern, ausarbeiten, konzentrieren, stärker werden
- [Fachsprache, Kultur] bei etwas, das nach unten, in die Tiefe geht, noch mehr Substanz entfernen, wodurch es noch tiefer als zuvor wird, mit mehr Details anreichern, intensiver und umfangreicher machen/werden, ausbaggern, ausarbeiten, konzentrieren, stärker werden ...
Betekenissen Synoniemen
Voorzetsels
Voorzetsels voor vertiefen
Verbuigingsregels
Gedetailleerde regels voor vervoeging
- Vorming van Tegenwoordige tijd van vertiefen
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van vertiefen
- Vorming van Imperatief van vertiefen
- Vorming van Konjunktiv I van vertiefen
- Vorming van Konjunktiv II van vertiefen
- Vorming van Infinitief van vertiefen
- Vorming van Deelwoord van vertiefen
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Afleidingen
Afgeleide vormen van vertiefen
≡ verärgern
≡ verachten
≡ verantworten
≡ veräußern
≡ verarmen
≡ verarbeiten
≡ verargen
≡ veralten
≡ veräppeln
≡ verankern
≡ verängstigen
≡ veratmen
≡ verätzen
≡ eintiefen
≡ veralbern
≡ verästeln
Woordenboeken
Alle vertaalwoordenboeken
Duitse werkwoord vertiefen vervoegen
Overzicht van alle tijden van het werkwoord vertiefen
De vervoeging van het werkwoord vertiefen wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord vertiefen is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (vertieft - vertiefte - hat vertieft) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary vertiefen en op vertiefen in de Duden.
vertiefen vervoeging
Tegenwoordige tijd | Onvoltooid verleden tijd | Conjunctief I | Conjunctief II | Imperatief | |
---|---|---|---|---|---|
ich | vertief(e) | vertiefte | vertiefe | vertiefte | - |
du | vertiefst | vertieftest | vertiefest | vertieftest | vertief(e) |
er | vertieft | vertiefte | vertiefe | vertiefte | - |
wir | vertiefen | vertieften | vertiefen | vertieften | vertiefen |
ihr | vertieft | vertieftet | vertiefet | vertieftet | vertieft |
sie | vertiefen | vertieften | vertiefen | vertieften | vertiefen |
indicatief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich vertief(e), du vertiefst, er vertieft, wir vertiefen, ihr vertieft, sie vertiefen
- Onvoltooid verleden tijd: ich vertiefte, du vertieftest, er vertiefte, wir vertieften, ihr vertieftet, sie vertieften
- Perfectum: ich habe vertieft, du hast vertieft, er hat vertieft, wir haben vertieft, ihr habt vertieft, sie haben vertieft
- Voltooid verleden tijd: ich hatte vertieft, du hattest vertieft, er hatte vertieft, wir hatten vertieft, ihr hattet vertieft, sie hatten vertieft
- Toekomende tijd I: ich werde vertiefen, du wirst vertiefen, er wird vertiefen, wir werden vertiefen, ihr werdet vertiefen, sie werden vertiefen
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde vertieft haben, du wirst vertieft haben, er wird vertieft haben, wir werden vertieft haben, ihr werdet vertieft haben, sie werden vertieft haben
Conjunctief Actief
- Tegenwoordige tijd: ich vertiefe, du vertiefest, er vertiefe, wir vertiefen, ihr vertiefet, sie vertiefen
- Onvoltooid verleden tijd: ich vertiefte, du vertieftest, er vertiefte, wir vertieften, ihr vertieftet, sie vertieften
- Perfectum: ich habe vertieft, du habest vertieft, er habe vertieft, wir haben vertieft, ihr habet vertieft, sie haben vertieft
- Voltooid verleden tijd: ich hätte vertieft, du hättest vertieft, er hätte vertieft, wir hätten vertieft, ihr hättet vertieft, sie hätten vertieft
- Toekomende tijd I: ich werde vertiefen, du werdest vertiefen, er werde vertiefen, wir werden vertiefen, ihr werdet vertiefen, sie werden vertiefen
- voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde vertieft haben, du werdest vertieft haben, er werde vertieft haben, wir werden vertieft haben, ihr werdet vertieft haben, sie werden vertieft haben
Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief
- Onvoltooid verleden tijd: ich würde vertiefen, du würdest vertiefen, er würde vertiefen, wir würden vertiefen, ihr würdet vertiefen, sie würden vertiefen
- Voltooid verleden tijd: ich würde vertieft haben, du würdest vertieft haben, er würde vertieft haben, wir würden vertieft haben, ihr würdet vertieft haben, sie würden vertieft haben
Imperatief Actief
- Tegenwoordige tijd: vertief(e) (du), vertiefen wir, vertieft (ihr), vertiefen Sie
Infinitief/Deelwoord Actief
- Infinitief I: vertiefen, zu vertiefen
- Infinitief II: vertieft haben, vertieft zu haben
- Tegenwoordig deelwoord: vertiefend
- Participle II: vertieft