Vervoeging van het Duitse werkwoord reingehen

De vervoeging van het werkwoord reingehen (naar binnen gaan, binnenkomen) is onregelmatig. De basisvormen zijn geht rein, ging rein en ist reingegangen. De ablaut vindt plaats met de stamklinkers e - i - a. Het hulpwerkwoord van reingehen is "sein". De eerste lettergreep rein- van reingehen is scheidbaar. De verbuiging vindt plaats in het Actief en wordt gebruikt als Hoofdzin. Voor een beter begrip zijn talloze voorbeelden van het werkwoord reingehen beschikbaar. Voor oefenen en consolidatie zijn er ook gratis werkbladen voor reingehen. Je kunt niet alleen reingehen vervoegen, maar ook alle Duitse werkwoorden. Opmerkingen

onregelmatig · sein · scheidbaar

rein·gehen

geht rein · ging rein · ist reingegangen

 Verlies van -e na een klinker   Verandering van de stamklinker  e - i - a   Medeklinkerverandering  ng - ng - ng 

Engels go in, enter

in einen Raum oder Ort eintreten; eintreten, hineinpassen, betreten, hineingehen, reinpassen

(in+A)

» Wir gehen rein . Engels We're going in.

De eenvoudig vervoegde werkwoordsvormen in de tegenwoordige, verleden, gebiedende en aanvoegende wijs van reingehen

Tegenwoordige tijd

ich geh(e)⁵ rein
du gehst rein
er geht rein
wir geh(e)⁵n rein
ihr geht rein
sie geh(e)⁵n rein

Onvoltooid verleden tijd

ich ging rein
du gingst rein
er ging rein
wir gingen rein
ihr gingt rein
sie gingen rein

Imperatief

-
geh(e)⁵ (du) rein
-
geh(e)⁵n wir rein
geht (ihr) rein
geh(e)⁵n Sie rein

Konjunktief I

ich gehe rein
du gehest rein
er gehe rein
wir geh(e)⁵n rein
ihr gehet rein
sie geh(e)⁵n rein

Konjunktief II

ich ginge rein
du gingest rein
er ginge rein
wir gingen rein
ihr ginget rein
sie gingen rein

Infinitief

reingeh(e)⁵n
reinzugeh(e)⁵n

Deelwoord

reingehend
reingegangen

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


indicatief

Het werkwoord reingehen vervoegd in de aantonende wijs Actief in de tijden tegenwoordige, verleden en toekomende tijd


Tegenwoordige tijd

ich geh(e)⁵ rein
du gehst rein
er geht rein
wir geh(e)⁵n rein
ihr geht rein
sie geh(e)⁵n rein

Onvoltooid verleden tijd

ich ging rein
du gingst rein
er ging rein
wir gingen rein
ihr gingt rein
sie gingen rein

Perfectum

ich bin reingegangen
du bist reingegangen
er ist reingegangen
wir sind reingegangen
ihr seid reingegangen
sie sind reingegangen

Volt. verl. tijd

ich war reingegangen
du warst reingegangen
er war reingegangen
wir waren reingegangen
ihr wart reingegangen
sie waren reingegangen

Toekomende tijd I

ich werde reingeh(e)⁵n
du wirst reingeh(e)⁵n
er wird reingeh(e)⁵n
wir werden reingeh(e)⁵n
ihr werdet reingeh(e)⁵n
sie werden reingeh(e)⁵n

voltooid tegenwoordige toekomende tijd

ich werde reingegangen sein
du wirst reingegangen sein
er wird reingegangen sein
wir werden reingegangen sein
ihr werdet reingegangen sein
sie werden reingegangen sein

⁵ Alleen in informeel taalgebruik


  • Wir gehen rein . 
  • Ich gehe zuerst rein . 
  • Warum gehen wir nicht rein ? 

Conjunctief

De vervoeging van het werkwoord reingehen in de conjunctief I en II en in de tijden tegenwoordige tijd, verleden tijd, perfectum, plusquamperfectum en toekomende tijd.


Konjunktief I

ich gehe rein
du gehest rein
er gehe rein
wir geh(e)⁵n rein
ihr gehet rein
sie geh(e)⁵n rein

Konjunktief II

ich ginge rein
du gingest rein
er ginge rein
wir gingen rein
ihr ginget rein
sie gingen rein

Voltooid Konj.

ich sei reingegangen
du seiest reingegangen
er sei reingegangen
wir seien reingegangen
ihr seiet reingegangen
sie seien reingegangen

Konj. volt. verl. t.

ich wäre reingegangen
du wärest reingegangen
er wäre reingegangen
wir wären reingegangen
ihr wäret reingegangen
sie wären reingegangen

Toekomende aanvoegende wijs I

ich werde reingeh(e)⁵n
du werdest reingeh(e)⁵n
er werde reingeh(e)⁵n
wir werden reingeh(e)⁵n
ihr werdet reingeh(e)⁵n
sie werden reingeh(e)⁵n

Toek. volt. aanw.

ich werde reingegangen sein
du werdest reingegangen sein
er werde reingegangen sein
wir werden reingegangen sein
ihr werdet reingegangen sein
sie werden reingegangen sein

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen van de Konjunktiv II worden vervoegd met "würde" als persoonsvorm.


Conjunctief II

ich würde reingeh(e)⁵n
du würdest reingeh(e)⁵n
er würde reingeh(e)⁵n
wir würden reingeh(e)⁵n
ihr würdet reingeh(e)⁵n
sie würden reingeh(e)⁵n

Verleden cond.

ich würde reingegangen sein
du würdest reingegangen sein
er würde reingegangen sein
wir würden reingegangen sein
ihr würdet reingegangen sein
sie würden reingegangen sein

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Imperatief

De vervoegingsvormen in de gebiedende wijs Actief tegenwoordige tijd voor het werkwoord reingehen


Tegenwoordige tijd

geh(e)⁵ (du) rein
geh(e)⁵n wir rein
geht (ihr) rein
geh(e)⁵n Sie rein

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Infinitief/Deelwoord

De infinitieve vormen deelwoord en infinitief (met 'zu') in Actief voor reingehen


Infinitief I


reingeh(e)⁵n
reinzugeh(e)⁵n

Infinitief II


reingegangen sein
reingegangen zu sein

Tegenwoordig deelwoord


reingehend

Participle II


reingegangen

⁵ Alleen in informeel taalgebruik

Voorbeelden

Voorbeeldzinnen voor reingehen


  • Wir gehen rein . 
    Engels We're going in.
  • Ich gehe zuerst rein . 
    Engels I'm going in first.
  • Warum gehen wir nicht rein ? 
    Engels Why don't we go in?

Voorbeelden 

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse reingehen


Duits reingehen
Engels go in, enter
Russisch входить, влезать, влезть, вместиться, вмещаться, войти, зайти, заходить
Spaans entrar
Frans entrer
Turks içeriye girmek, girmek
Portugees caber, entrar em, entrar
Italiaans andare dentro in, entrare in, entrare
Roemeens intra
Hongaars belépni
Pools wejść, wchodzić, wchodzić do środka
Grieks μπαίνω
Nederlands naar binnen gaan, binnenkomen
Tsjechisch vstoupit, vejít
Zweeds entré, gå in
Deens gå ind
Japans 入っていく, 入る
Catalaans entrar
Fins astua sisään, mennä sisään
Noors gå inn
Baskisch sartu
Servisch ući
Macedonisch влегување
Sloveens vstopiti
Slowaaks vstúpiť
Bosnisch ući
Kroatisch ući
Oekraïens входити, заходити
Bulgaars влизам
Wit-Russisch уваходзіць
Hebreeuwsלהיכנס
Arabischدخول
Perzischوارد شدن
Urduداخل ہونا

reingehen in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Definities

Betekenissen en synoniemen van reingehen

  • in einen Raum oder Ort eintreten, eintreten, hineinpassen, betreten, hineingehen, reinpassen
  • in einen Raum oder Ort eintreten, eintreten, hineinpassen, betreten, hineingehen, reinpassen

reingehen in openthesaurus.de

Betekenissen  Synoniemen 

Voorzetsels

Voorzetsels voor reingehen


  • jemand/etwas geht in etwas rein

Toepassingen  Voorzetsels 

Verbuigingsregels

Gedetailleerde regels voor vervoeging

Woordenboeken

Alle vertaalwoordenboeken

Duitse werkwoord reingehen vervoegen

Overzicht van alle tijden van het werkwoord reingehen


De vervoeging van het werkwoord rein·gehen wordt online overzichtelijk weergegeven in een werkwoordschema met alle vormen in enkelvoud en meervoud, en in alle personen (1e, 2e, 3e persoon). De verbuiging van het werkwoord rein·gehen is dus een hulpmiddel voor huiswerk, toetsen, examens, Duitse les op school, Duits leren, studie en volwasseneneducatie. Vooral voor mensen die Duits leren is het belangrijk om de juiste vervoeging en de correcte vormen (geht rein - ging rein - ist reingegangen) te kennen. Meer informatie vind je op Wiktionary reingehen en op reingehen in de Duden.

reingehen vervoeging

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Conjunctief I Conjunctief II Imperatief
ich geh(e) reinging reingehe reinginge rein-
du gehst reingingst reingehest reingingest reingeh(e) rein
er geht reinging reingehe reinginge rein-
wir geh(e)n reingingen reingeh(e)n reingingen reingeh(e)n rein
ihr geht reingingt reingehet reinginget reingeht rein
sie geh(e)n reingingen reingeh(e)n reingingen reingeh(e)n rein

indicatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich geh(e) rein, du gehst rein, er geht rein, wir geh(e)n rein, ihr geht rein, sie geh(e)n rein
  • Onvoltooid verleden tijd: ich ging rein, du gingst rein, er ging rein, wir gingen rein, ihr gingt rein, sie gingen rein
  • Perfectum: ich bin reingegangen, du bist reingegangen, er ist reingegangen, wir sind reingegangen, ihr seid reingegangen, sie sind reingegangen
  • Voltooid verleden tijd: ich war reingegangen, du warst reingegangen, er war reingegangen, wir waren reingegangen, ihr wart reingegangen, sie waren reingegangen
  • Toekomende tijd I: ich werde reingeh(e)n, du wirst reingeh(e)n, er wird reingeh(e)n, wir werden reingeh(e)n, ihr werdet reingeh(e)n, sie werden reingeh(e)n
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde reingegangen sein, du wirst reingegangen sein, er wird reingegangen sein, wir werden reingegangen sein, ihr werdet reingegangen sein, sie werden reingegangen sein

Conjunctief Actief

  • Tegenwoordige tijd: ich gehe rein, du gehest rein, er gehe rein, wir geh(e)n rein, ihr gehet rein, sie geh(e)n rein
  • Onvoltooid verleden tijd: ich ginge rein, du gingest rein, er ginge rein, wir gingen rein, ihr ginget rein, sie gingen rein
  • Perfectum: ich sei reingegangen, du seiest reingegangen, er sei reingegangen, wir seien reingegangen, ihr seiet reingegangen, sie seien reingegangen
  • Voltooid verleden tijd: ich wäre reingegangen, du wärest reingegangen, er wäre reingegangen, wir wären reingegangen, ihr wäret reingegangen, sie wären reingegangen
  • Toekomende tijd I: ich werde reingeh(e)n, du werdest reingeh(e)n, er werde reingeh(e)n, wir werden reingeh(e)n, ihr werdet reingeh(e)n, sie werden reingeh(e)n
  • voltooid tegenwoordige toekomende tijd: ich werde reingegangen sein, du werdest reingegangen sein, er werde reingegangen sein, wir werden reingegangen sein, ihr werdet reingegangen sein, sie werden reingegangen sein

Voorwaardelijke wijs II (würde) Actief

  • Onvoltooid verleden tijd: ich würde reingeh(e)n, du würdest reingeh(e)n, er würde reingeh(e)n, wir würden reingeh(e)n, ihr würdet reingeh(e)n, sie würden reingeh(e)n
  • Voltooid verleden tijd: ich würde reingegangen sein, du würdest reingegangen sein, er würde reingegangen sein, wir würden reingegangen sein, ihr würdet reingegangen sein, sie würden reingegangen sein

Imperatief Actief

  • Tegenwoordige tijd: geh(e) (du) rein, geh(e)n wir rein, geht (ihr) rein, geh(e)n Sie rein

Infinitief/Deelwoord Actief

  • Infinitief I: reingeh(e)n, reinzugeh(e)n
  • Infinitief II: reingegangen sein, reingegangen zu sein
  • Tegenwoordig deelwoord: reingehend
  • Participle II: reingegangen

Opmerkingen



Inloggen

* De zinnen van Tatoeba (tatoeba.org) zijn gratis beschikbaar onder de CC BY 2.0 FR (creativecommons.org/licenses/by/2.0/fr/) licentie. Sommige zijn aangepast. De auteurs van de zinnen zijn te vinden via: 10317285, 2250736, 5245227

* De synoniemen zijn deels afkomstig van OpenThesaurus (openthesaurus.de) en kunnen achteraf zijn aangepast. Ze zijn vrij beschikbaar onder de CC-BY-SA 4.0 (creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0) licentie: reingehen