Konjunktiv II van het Duitse werkwoord überkreuzen

De vormen van de vervoeging van überkreuzen (kruisen) in de aanvoegende wijs II zijn: ich überkreuzte, du überkreuztest, er überkreuzte, wir überkreuzten, ihr überkreuztet, sie überkreuzten. Als regelmatig werkwoord wordt de ongewijzigde stam kreuz gebruikt. Aan deze stam worden de zwakke conjunctiefuitgangen -te, -test, -te, -ten, -tet, -ten toegevoegd. De vorming van deze verbuigingen komt overeen met de grammaticaregels voor de vervoeging van werkwoorden in de aanvoegende wijs II.

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse überkreuzen


Duits überkreuzen
Engels cross, intersect, cross over
Russisch пересекать, пересечь, скрестить, скрещивать, пересекаться
Spaans cruzarse, cruzar, intersecar
Frans croiser, se croiser
Turks kesişmek
Portugees cruzar, entrecruzar-se, interseccionar
Italiaans incrociare, attraversare, incrociarsi, intersecare
Roemeens intersecta
Hongaars keresztez
Pools krzyżować się, przecinać się, przeciąć się, skrzyżować się, przecinać
Grieks διασταυρώνομαι, διασχίζω, σταυρώνω, διασταύρωση
Nederlands kruisen
Tsjechisch křížení
Zweeds korsa
Deens krydse
Japans 交わる, 交差する
Catalaans intersecció
Fins risti
Noors krysse
Baskisch gurutze
Servisch preklapanje
Macedonisch пресек
Sloveens preseči
Slowaaks krížiť
Bosnisch ukrštati
Kroatisch presijecati
Oekraïens перетин
Bulgaars пресичам
Wit-Russisch перасякацца
Hebreeuwsחיתוך
Arabischتقاطع
Perzischتقاطع
Urduتقاطع

überkreuzen in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Werkwoordsvormen in Konjunktiv II van überkreuzen

Het werkwoord überkreuzen is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Conjunctief Onvoltooid verleden tijd


Conjunctief Onvoltooid verleden tijdMogelijkheidsvorm

  • ich überkreuzte (1e persoonEnkelvoud)
  • du überkreuztest (2e persoonEnkelvoud)
  • er überkreuzte (3e persoonEnkelvoud)
  • wir überkreuzten (1e persoonMeervoud)
  • ihr überkreuztet (2e persoonMeervoud)
  • sie überkreuzten (3e persoonMeervoud)

Opmerkingen



Inloggen