Konjunktiv II van het Duitse werkwoord wehen (ist) 〈Bijzin〉
De vervoeging van wehen in Conjunctief Onvoltooid verleden tijd Mogelijkheidsvorm Actief is: ... ich wehte, ... du wehtest, ... er wehte, ... wir wehten, ... ihr wehtet, ... sie wehten.De vorming van deze vormen volgt bepaalde grammaticale regels. Dit geldt ook voor de vereisten voor de vervoeging van de eenvoudige werkwoordsvormen van wehen in Konjunktiv II. Opmerkingen ☆
C2 · regelmatig · sein
Werkwoordschema Verbuigingsregels
- Vorming van Tegenwoordige tijd van wehen
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van wehen
- Vorming van Imperatief van wehen
- Vorming van Konjunktiv I van wehen
- Vorming van Konjunktiv II van wehen
- Vorming van Infinitief van wehen
- Vorming van Deelwoord van wehen
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Verdere regels voor de vervoeging van wehen
- Hoe vervoeg je wehen in Tegenwoordige tijd?
- Hoe vervoeg je wehen in Onvoltooid verleden tijd?
- Hoe vervoeg je wehen in Imperatief?
- Hoe vervoeg je wehen in Konjunktiv I?
- Hoe vervoeg je wehen in Konjunktiv II?
- Hoe vervoeg je wehen in Infinitief?
- Hoe vervoeg je wehen in Deelwoord?
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse wehen (ist)
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
|
Inloggen |
Werkwoordsvormen in Konjunktiv II van wehen (ist)
Het werkwoord wehen (ist) is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Conjunctief Onvoltooid verleden tijd
Conjunctief Onvoltooid verleden tijdMogelijkheidsvorm
- ... ich wehte (1e persoonEnkelvoud)
- ... du wehtest (2e persoonEnkelvoud)
- ... er wehte (3e persoonEnkelvoud)
- ... wir wehten (1e persoonMeervoud)
- ... ihr wehtet (2e persoonMeervoud)
- ... sie wehten (3e persoonMeervoud)