Konjunktiv II van het Duitse werkwoord knarren
De vormen van de vervoeging van knarren (knarsen, kraken) in de aanvoegende wijs II zijn: ich knarrte, du knarrtest, er knarrte, wir knarrten, ihr knarrtet, sie knarrten
.
Als regelmatig werkwoord wordt de ongewijzigde stam knarr
 gebruikt.
Aan deze stam worden de zwakke conjunctiefuitgangen -te,
-test,
-te,
-ten,
-tet,
-ten
 toegevoegd.
De vorming van deze verbuigingen komt overeen met de grammaticaregels voor de vervoeging van werkwoorden in de aanvoegende wijs II.
C2 · regelmatig · haben
Werkwoordschema Verbuigingsregels
- Vorming van Tegenwoordige tijd van knarren
 - Vorming van Onvoltooid verleden tijd van knarren
 - Vorming van Imperatief van knarren
 - Vorming van Konjunktiv I van knarren
 - Vorming van Konjunktiv II van knarren
 - Vorming van Infinitief van knarren
 - Vorming van Deelwoord van knarren
 - Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
 
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Verdere regels voor de vervoeging van knarren
- Hoe vervoeg je knarren in Tegenwoordige tijd?
 - Hoe vervoeg je knarren in Onvoltooid verleden tijd?
 - Hoe vervoeg je knarren in Imperatief?
 - Hoe vervoeg je knarren in Konjunktiv I?
 - Hoe vervoeg je knarren in Konjunktiv II?
 - Hoe vervoeg je knarren in Infinitief?
 - Hoe vervoeg je knarren in Deelwoord?
 - Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
 
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse knarren
- 
knarren
 
creak, groan, crackle, crepitate, jar, screak, squeak
скрипеть, поскрипывать, скрипнуть, трещать
crujir, chirriar, gruñir, rechinar
craquer, grincer, craquement, grincement, gémir
gıcırdamak, gıcırdayan ses
crepitar, chiar, ranger, rangido
scricchiolare, cigolare, crepitare, scrocchiare
scârțâi, scârțâit
nyikorog, csikorog, kerepel
skrzypieć, trzeszczeć, skrzypnąć, zatrzeszczeć
τρίζω, τρίξιμο
knarsen, kraken
vrzat, skřípění, skřípět, vrzatznout, vrzání, zavrzat
knaka, knarra, knarrande ljud, knarrar
knage, knirke, skratte
きしむ, きしむ音
cruixir, queixar-se
narista, naksua, narahtaa, narina
knake, knirke, knirker
karranka
škripanje
скрипи, шкрипење
škripanje
skriapať, skripec, vrzgať
škripanje
škripa, škripanje, škripati
скрип, скрипіти
скърцане
скрып, скрыпіць
berderit
cọt-kẹt, kêu cót két, kêu cọt kẹt
gʻijirlamoq
किरकिराना, चरमरना, चरमराना
吱呀作响, 嘎吱作响
ส่งเสียงเอี๊ยดอ๊าด
삐걱거리다, 삐걱대다
cırıldamaq
ჭრიალება
কড়মড় করা, কিঁকিঁ করা
kërcit
चरचर करणे
चरमरिनु
కీచుమని శబ్దం చేయు
čīkstēt
கிறுகிறென்று ஒலி எழுதல்
krigisema
ճռճռալ
חריקה
خشخش، صر، صوت خشخشة
جرجره کردن، صدای خش خش
چرچراہٹ، چٹکنا، کڑکنا
 knarren in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
| 
 | 
Inloggen | 
Werkwoordsvormen in Konjunktiv II van knarren
Het werkwoord knarren is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Conjunctief Onvoltooid verleden tijd
Conjunctief Onvoltooid verleden tijdMogelijkheidsvorm
- ich knarrte (1e persoonEnkelvoud)
 - du knarrtest (2e persoonEnkelvoud)
 - er knarrte (3e persoonEnkelvoud)
 - wir knarrten (1e persoonMeervoud)
 - ihr knarrtet (2e persoonMeervoud)
 - sie knarrten (3e persoonMeervoud)