Konjunktiv II van het Duitse werkwoord knacken

De vormen van de vervoeging van knacken (kraken, breken) in de aanvoegende wijs II zijn: ich knackte, du knacktest, er knackte, wir knackten, ihr knacktet, sie knackten. Als regelmatig werkwoord wordt de ongewijzigde stam knack gebruikt. Aan deze stam worden de zwakke conjunctiefuitgangen -te, -test, -te, -ten, -tet, -ten toegevoegd. De vorming van deze verbuigingen komt overeen met de grammaticaregels voor de vervoeging van werkwoorden in de aanvoegende wijs II.

haben

knacken

sein

knacken

C1 · regelmatig · haben

knacken

Konjunktiv II

ich	knackte
du	knacktest
er	knackte
wir	knackten
ihr	knacktet
sie	knackten

Werkwoordschema Verbuigingsregels

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord

Werbung ausblenden

Verdere regels voor de vervoeging van knacken

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse knacken

knacken

crack, break, break open, click, crackle, creak, kip, nap

взламывать, взломать, трещать, хрустеть, хрустнуть, щёлкать, грызть, колоть

chascar, resolver, solucionar, cascar, chasquear, crujir, descifrar, dormir

craquer, casser, forcer, crachoter, croquer, dormir, déchiffrer, déplomber

kırmak, kırılmak, sevişmek, çatlatmak, çatırdamak, çözmek, üstesinden gelmek

quebrar, estalar, resolver, arrombar, decifrar, dormir, estralar, estroncar

rompere, scricchiolare, crocchiare, decifrare, decodificare, decriptare, decrittare, dormire

pocni, crăci, depăși, deschide prin violență, rezolva, rupere, se culca cu cineva

feltör, roppant, kibont, megoldani, repedés, szexelni, törés

trzeszczeć, kimać, rozłupać, rozłupywać, zatrzeszczeć, łamać, otwierać, pokonać

λύνω, σπάζω, σπάσιμο, άνοιγμα, καταπολέμηση, κρότος, λύση, συνουσία

kraken, breken, knappen, openbreken, oplossen, overwinnen, slapen met iemand

louskat, luštit, páčit, rozlousknout, rozluštit, vypáčit, prasknout, rozbít

knäcka, bryta upp, knaka, bryta sig in, knäppa

knække, bryde op, stjæle, brække

パキッ, 克服する, 割る, 割れる音, 壊す, 寝る, 解決する

trencar, esclatar, llit, obrir, resoldre, superar

avata väkivallalla, katketa, murtua, nukkua yhdessä, ratkaista, rikkoutua

knekke, bryte opp, knake, knuse, løse, overvinne, sprekke

apurtu, hauts, hautsitu, konplexua irabazi, konpondu, lotu, puskatu

krckanje, otvoriti, pucanje, rešiti, savladati, spavati sa nekim

крекање, отворање со сила, пукање, решавање, спиење со некого

krčenje, odpreti, pokanje, rešiti, spati z nekom

otvoriť násilím, praskanie, prekonať, preraziť, spávať s niekým, vyriešiť, zlomenie

krckanje, otvoriti, pucanje, riješiti, savladati, spavati sa nekim

krckanje, otvoriti, pucanje, riješiti, savladati, spavati s nekim

вирішити, зламати, ламання, переспати, подолати, розламати, тріск, тріщить

чупя, отварям с насилие, преодолявам, пукот, разрешавам, със някого

адчыніць, вырашыць, займацца сэксам, зламаць, ламанне, разгадаць, скрып

לפרוץ، לפתור، לשבור، לשכב، קְרִיסָה، שבירה

كسر، تجاوز، تحطيم، حل، فتح، ممارسة الجنس

شکستن، باز کردن، ترکیدن، حل کردن، خوابیدن با کسی، فائق آمدن

توڑنا، چٹخنا، کھولنا، حل کرنا، سونا، مسئلہ حل کرنا

knacken in dict.cc

Vertalingen

Doe mee

Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.

Inloggen

Alle helden

Werkwoordsvormen in Konjunktiv II van knacken

Het werkwoord knacken is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Conjunctief Onvoltooid verleden tijd

Conjunctief Onvoltooid verleden tijdMogelijkheidsvorm

ich knackte (1e persoonEnkelvoud)
du knacktest (2e persoonEnkelvoud)
er knackte (3e persoonEnkelvoud)
wir knackten (1e persoonMeervoud)
ihr knacktet (2e persoonMeervoud)
sie knackten (3e persoonMeervoud)