Konjunktiv II van het Duitse werkwoord dahinstehen
De vormen van de vervoeging van dahinstehen (onbeslist zijn, onzeker) in de aanvoegende wijs II zijn: ich stünde/stände dahin, du stündest/ständest dahin, er stünde/stände dahin, wir stünden/ständen dahin, ihr stündet/ständet dahin, sie stünden/ständen dahin
.
Als onregelmatig, sterk werkwoord met ablaut ü/ä
wordt in de conjunctief de stam stünd/ständ
gebruikt.
Aan deze stam worden de sterke conjunctiefuitgangen -e,
-est,
-e,
-en,
-et,
-en
toegevoegd.
Het voorvoegsel dahin-
van dahinstehen
wordt gescheiden.
De vorming van deze verbuigingen komt overeen met de grammaticaregels voor de vervoeging van werkwoorden in de aanvoegende wijs II.
onregelmatig · haben · scheidbaar
Konjunktiv II
ich | stünde/stände | dahin |
du | stündest/ständest | dahin |
er | stünde/stände | dahin |
wir | stünden/ständen | dahin |
ihr | stündet/ständet | dahin |
sie | stünden/ständen | dahin |
Werkwoordschema Verbuigingsregels
- Vorming van Tegenwoordige tijd van dahinstehen
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van dahinstehen
- Vorming van Imperatief van dahinstehen
- Vorming van Konjunktiv I van dahinstehen
- Vorming van Konjunktiv II van dahinstehen
- Vorming van Infinitief van dahinstehen
- Vorming van Deelwoord van dahinstehen
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Verdere regels voor de vervoeging van dahinstehen
- Hoe vervoeg je dahinstehen in Tegenwoordige tijd?
- Hoe vervoeg je dahinstehen in Onvoltooid verleden tijd?
- Hoe vervoeg je dahinstehen in Imperatief?
- Hoe vervoeg je dahinstehen in Konjunktiv I?
- Hoe vervoeg je dahinstehen in Konjunktiv II?
- Hoe vervoeg je dahinstehen in Infinitief?
- Hoe vervoeg je dahinstehen in Deelwoord?
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse dahinstehen
-
dahinstehen
be open, be uncertain, be unclear, remain undecided, stand undecided
быть неопределённым, неопределённость, неясность, неясный, оставаться неясным, открытый
estar en duda, indeciso, no decidido, ser incierto
en suspens, incertain, indécis, ouvert, être incertain
açık, belirsiz, belirsiz olmak, kararsız olmak
em aberto, incerto, indeciso, indefinido, não decidido
essere aperto, essere incerto, indeciso, non deciso
fi incert, fi deschis, nu fi decis
bizonytalan, határozatlan, kérdéses, nyitott
być wątpliwym, być niepewnym, niezdecydowany, stać w niepewności
αβέβαιο, ανοιχτό, είμαι αβέβαιος, μη αποφασισμένος
onbeslist zijn, onzeker, onzeker zijn, open
nejasný, být nejasný, být nejistý, nevyřešený, otázka
stå oklart, vara oklart, vara osäker, vara öppen
stå ubesluttet, være uafklaret, være usikker, være åben
不確か, 未定, 未決定, 決まっていない
estar obert, no decidit, ser dubtós, ser incert
avoin, epäselvä, epävarma, kysymyksessä
stå usikker, være ubesluttet, være usikker, være åpen
ez erabakita, irekia, zalantzazkoa, ziur ez egon
biti neizvestan, neizvestan, neodlučan, otvoren
бити несигурен, неизвесен, неодлучен, отворен
biti negotov, dvomen, nejasen, neodločen
byť neistý, byť nejasný, nejasný, neurobený, nevyjasnený, otvorený
biti neizvjestan, neizvjestan, neodlučan, otvoren
biti neizvjestan, neizvjestan, neodlučan, otvoren
бути невизначеним, відкритий, не вирішений, питання
неопределен, неясен, отворен
адкрыты, быць невядомым, невырашаны, недакладны, непэўны
לא החלטי، להיות לא בטוח، פתוח، שנוי במחלוקת
غير مؤكد، غير متأكد، غير محدد، مشكوك، مفتوح
باز، مبهم بودن، مشکوک، نامشخص بودن، نامعلوم بودن
غیر فیصلہ کن، غیر یقینی، غیر یقینی ہونا، کھلا
dahinstehen in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Werkwoordsvormen in Konjunktiv II van dahinstehen
Het werkwoord dahinstehen is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Conjunctief Onvoltooid verleden tijd
Conjunctief Onvoltooid verleden tijdMogelijkheidsvorm
- ich stünde/stände dahin (1e persoonEnkelvoud)
- du stündest/ständest dahin (2e persoonEnkelvoud)
- er stünde/stände dahin (3e persoonEnkelvoud)
- wir stünden/ständen dahin (1e persoonMeervoud)
- ihr stündet/ständet dahin (2e persoonMeervoud)
- sie stünden/ständen dahin (3e persoonMeervoud)