Konjunktiv II van het Duitse werkwoord austreiben

De vormen van de vervoeging van austreiben (uitdrijven, afleren) in de aanvoegende wijs II zijn: ich triebe aus, du triebest aus, er triebe aus, wir trieben aus, ihr triebet aus, sie trieben aus. Als onregelmatig, sterk werkwoord met ablaut ie wordt in de conjunctief de stam trieb gebruikt. Aan deze stam worden de sterke conjunctiefuitgangen -e, -est, -e, -en, -et, -en toegevoegd. Het voorvoegsel aus- van austreiben wordt gescheiden. De vorming van deze verbuigingen komt overeen met de grammaticaregels voor de vervoeging van werkwoorden in de aanvoegende wijs II.

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse austreiben


Duits austreiben
Engels drive out, expel, exorcise, sprout, bud, cast out, come into leaf, exorcize
Russisch изгонять, выгонять, зеленеть, отучать, взойти, всходить, выбивать, выбить
Spaans expulsar, brotar, botonear, echar, echar brotes, echar hojas, exorcizar, llevar a pastar
Frans bourgeonner, chasser, exorciser, débarrasser de, faire passer à, faire ravaler à, éconduire, devenir vert
Turks kovmak, defetmek, alışkanlıktan vazgeçirmek, filizlenmek, gazları çıkarmak, götürmek, kurtulmak, sürmek
Portugees brotar, desabituar de, desabrochar, desacostumar de, exorcismar, exorcizar, expulsar, levar ao pasto
Italiaans esorcizzare, espellere, cacciar fuori, far passare, rigettare, sbucare da, scapricciare, spuntare
Roemeens alunga, izgoni, deveni verde, dezvăța, eliminare, exorciza, produce noi lăstari, pășunat
Hongaars kiűz, eltávolít, eltávolítani, kibújik, kibővít, kihajtani, kiterít, kiűzni
Pools wypędzać, wypędzić, wypuszczać pędy, wypuścić pędy, wysiedlać, wysiedlić, odgazować, oduczać
Grieks βλαστάνω, οδηγώ στη βοσκή, απομάκρυνση, ανοίγω, απομάκρυνση αερίων, βόσκηση, εκδίωξη, εκδιώκω
Nederlands uitdrijven, afleren, uitbotten, uitjagen, uitlopen, uitschieten, uitspruiten, verdrijven
Tsjechisch vyhánět, vyháněthnat, vypuzovat, vypuzovatpudit, vyhnat, vytlačit, odnaučit, odstranit plyny
Zweeds fördriva, driva ut, slå ut, utdriva, avlägsna gaser, avvänja, driva, driva bort
Deens uddrive, fordrive, afvænne, drive, fortrænge, forvise, frembringe, grønne
Japans 追い出す, 追放する, やめさせる, 伸ばす, 取り除く, 放牧する, 新芽を出す, 気体を取り除く
Catalaans expulsar, brotar, desallotjar, deshabituar, eliminar, emergir, estirar, exorcitzar
Fins ajaa ulos, poistaa, karkoittaa, karkottaa, ajaa, kaulita, poistaa kaasuja, uudet versot
Noors avvenne, drifte, fjerne gasser, fordrive, frembringe, grønnere, kjevle, utdrivelse
Baskisch berde egin, bota, desagertu, gasak kentu, kanpora bota, kanporatu, larreko abereak bultzatu, sustrai berriak sortu
Servisch proterati, izbaciti, izgnati, odviknuti, otjerati, ozeleneti, razviti, terati
Macedonisch изгонување, зеленее, извлекување, истерување, отвикнување, отстранување, потерување, развлекување
Sloveens izgnati, gnati, novi poganjki, odgnati, odstraniti plin, odvaditi, pasti, razvaljati
Slowaaks vyhnať, odnaučiť, odstrániť, odstrániť plyny, pásť, rozvaľkať, vyrážať, vytvárať
Bosnisch izbaciti, progoniti, odviknuti, otjerati, proizvesti, razviti, tjerati, zelenjeti
Kroatisch izbaciti, progoniti, istjerati, izgoniti, odviknuti, ozeleniti, proizvesti, razvaljati
Oekraïens вигнати, вибити, виводити, випаровувати, випасати, вирощувати, відучити, зеленіти
Bulgaars изгонвам, прогонвам, извличам газове, нови издънки, озеленяване, отучвам, прогоням, разточване
Wit-Russisch выганяць, адвыкнуць, выгнаць, выдаліць газ, выкарыстоўваць, зелянець, разгладжваць
Hebreeuwsלגרש، לְהַפְרִיחַ، לְהוֹצִיא، להדוף، להוציא، להניע، להסיר، להסיר גזים
Arabischطرد، برعم، إزالة الغازات، إقلاع، إنتاج، تنمية، رعي، فرد العجين
Perzischاخراج کردن، راندن، تولید کردن، دور کردن، رشد دادن، سبز شدن، پهن کردن، گازهای حل شده
Urduنکالنا، باہر کرنا، دور کرنا، سبز ہونا، نئی شاخیں، پھیلانا، چرانا، چھڑانا

austreiben in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Werkwoordsvormen in Konjunktiv II van austreiben

Het werkwoord austreiben is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Conjunctief Onvoltooid verleden tijd


Conjunctief Onvoltooid verleden tijdMogelijkheidsvorm

  • ich triebe aus (1e persoonEnkelvoud)
  • du triebest aus (2e persoonEnkelvoud)
  • er triebe aus (3e persoonEnkelvoud)
  • wir trieben aus (1e persoonMeervoud)
  • ihr triebet aus (2e persoonMeervoud)
  • sie trieben aus (3e persoonMeervoud)

Opmerkingen



Inloggen