Konjunktiv I van het Duitse werkwoord überblicken
De vormen van de vervoeging van überblicken (overzien, overzicht hebben) in de aanvoegende wijs I zijn: ich überblicke, du überblickest, er überblicke, wir überblicken, ihr überblicket, sie überblicken
.
De uitgangen -e,
-est,
-e,
-en,
-et,
-en
worden toegevoegd aan de stam of de basis van het werkwoord blick
.
De vorming van deze vormen volgt de grammaticaregels voor de vervoeging van werkwoorden in de aanvoegende wijs I.
C2 · regelmatig · haben · onlosmakelijk
überblicken 
Konjunktiv I
| ich | überblicke |
| du | überblickest |
| er | überblicke |
| wir | überblicken |
| ihr | überblicket |
| sie | überblicken |
Werkwoordschema Verbuigingsregels
- Vorming van Tegenwoordige tijd van überblicken
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van überblicken
- Vorming van Imperatief van überblicken
- Vorming van Konjunktiv I van überblicken
- Vorming van Konjunktiv II van überblicken
- Vorming van Infinitief van überblicken
- Vorming van Deelwoord van überblicken
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Verdere regels voor de vervoeging van überblicken
- Hoe vervoeg je überblicken in Tegenwoordige tijd?
- Hoe vervoeg je überblicken in Onvoltooid verleden tijd?
- Hoe vervoeg je überblicken in Imperatief?
- Hoe vervoeg je überblicken in Konjunktiv I?
- Hoe vervoeg je überblicken in Konjunktiv II?
- Hoe vervoeg je überblicken in Infinitief?
- Hoe vervoeg je überblicken in Deelwoord?
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse überblicken
-
überblicken
overview, comprehend, survey, grasp, have an overview, overlook, overpeer, oversee
обозревать, осматривать, осмысливать
tener una visión general, vislumbrar, captar, comprender, controlar, dominar
avoir une vue d'ensemble, apercevoir, embrasser du regard, estimer l'ampleur de, saisir
kapsamak, bir bakışta görmek, bir bakışta kavramak, genel bakış, genel olarak görmek, kapsamıyla görmek
compreender, abranger, avaliar, ver, visão geral
avere una visione d'insieme, comprendere, sovrintendere, valutare
înțelege, observa, percepe
áttekint, átfogóan lát
ogarnąć, zrozumieć, ogarniać, widzieć
επισκόπηση, αντιλαμβάνομαι, κατανόηση, ξέρω, συνολική αντίληψη
overzien, overzicht hebben, zicht hebben op
odhadovat, odhadovatdnout, posuzovat, posuzovatsoudit, přehled, přehlednout, přehlížet, přehlížethlédnout
överblicka, överblick
overskue, gennemse, have overblik over
把握する, 見渡す
comprendre, comprendre completament, tenir una visió general, veure
hallita, katsella, nähdä kokonaisuus, ymmärrys
ha oversikt over, overskue, ha overblikk over
ikuspegi
pregledati, shvatiti
преглед
imeti pregled, obvladati
mať prehľad, prehliadnuť, prehľadávať, získať prehľad
pregledati, shvatiti, vidjeti
pregledati, shvatiti, vidjeti
оглядати, погляд
преглед
аглядваць, разумець
melihat secara keseluruhan, meninjau
khái quát, nhìn tổng quan
ko'rib chiqish
अवलोकन करना
总览, 概览
มองภาพรวม
개관하다
ümumi baxış almaq, ümumi baxış aparmaq
გაანალიზება, სრული ხედვა
অবলোকন করা, পর্যালোচনা করা
përmbledh, shikoj në tërësi
अवलोकन करणे, आढावा घेणे
समग्र अवलोकन गर्नु
ఒట్టమొత్తం చూడటం, సారాంశం చూడటం
apskatīt, apskatīt visu
ஒட்டுமொத்தமாக பார்க்க, ஒட்டுமொத்தமாகப் பார்க்க
ülevaadet nägema, ülevaate võtma
ընդհանուր դիտարկել, ընդհանուր դիտել
berçavkirin, hemûyan dîtin
לראות، להבין، לסקור
رؤية شاملة، إدراك شامل
درک کردن، درک کلی، نظارت کردن، نظارت کلی
جائزہ لینا، نظریہ
überblicken in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
 |
Inloggen |
Werkwoordsvormen in Konjunktiv I van überblicken
Het werkwoord überblicken is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Conjunctief Tegenwoordige tijd
Conjunctief Tegenwoordige tijdMogelijkheidsvorm
- ich überblicke (1e persoonEnkelvoud)
- du überblickest (2e persoonEnkelvoud)
- er überblicke (3e persoonEnkelvoud)
- wir überblicken (1e persoonMeervoud)
- ihr überblicket (2e persoonMeervoud)
- sie überblicken (3e persoonMeervoud)