Konjunktiv I van het Duitse werkwoord quatschen
De vormen van de vervoeging van quatschen (kletsen, babbelen) in de aanvoegende wijs I zijn: ich quatsche, du quatschest, er quatsche, wir quatschen, ihr quatschet, sie quatschen
.
De uitgangen -e,
-est,
-e,
-en,
-et,
-en
worden toegevoegd aan de stam of de basis van het werkwoord quatsch
.
De vorming van deze vormen volgt de grammaticaregels voor de vervoeging van werkwoorden in de aanvoegende wijs I.
B1 · regelmatig · haben
Werkwoordschema Verbuigingsregels
- Vorming van Tegenwoordige tijd van quatschen
- Vorming van Onvoltooid verleden tijd van quatschen
- Vorming van Imperatief van quatschen
- Vorming van Konjunktiv I van quatschen
- Vorming van Konjunktiv II van quatschen
- Vorming van Infinitief van quatschen
- Vorming van Deelwoord van quatschen
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Verdere regels voor de vervoeging van quatschen
- Hoe vervoeg je quatschen in Tegenwoordige tijd?
- Hoe vervoeg je quatschen in Onvoltooid verleden tijd?
- Hoe vervoeg je quatschen in Imperatief?
- Hoe vervoeg je quatschen in Konjunktiv I?
- Hoe vervoeg je quatschen in Konjunktiv II?
- Hoe vervoeg je quatschen in Infinitief?
- Hoe vervoeg je quatschen in Deelwoord?
- Hoe vervoeg je werkwoorden in het Duits?
Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord
Vertalingen
Vertalingen van het Duitse quatschen
-
quatschen
babble, blab, blather, blither, chew the rag, crack, gab, gabble
болтать, трепаться, нести чушь, поболтать с
charlar, contar, cotillear, darle al pico, decir, desparpajar, parlotear, conversar
bavarder, papoter, bavarder avec, bavasser, cafarder, clapoter, radoter, sortir
gevezelik yapmak, saçmalamak, cene calmak, sohbet etmek, zırvalamak, çene çalmak
conversar, dar à língua, dizer disparates, falar bobagem, falar demais, revelar, papo, tagarelar
chiacchierare, ciarlare, dire, spettegolare, spifferare tutto, conversare, parlare
vorbi, bârfi, discuta, povesti
dumál, fecseg, locsog, beszélgetni, beszélni, csevegni, locsogni
plotkować, poplotkować, wypaplać, gadać, paplać, rozmawiać
κουβεντιάζω, φλυαρώ, κουβέντα, μπλα μπλα, συζήτηση
kletsen, babbelen, zwetsen, praten
žvanit, tlachat, klábosit, pokecat
snacka, babbla, pladdra, prata, tjata
snakke, vrøvle, plapre, prate
おしゃべり, 無駄話, 雑談
parlar, xerrar
puhua, jutella, lörpötellä
prate, snakke
berbatu, solasaldi, txikitu
brbljati, pričati, pričati gluposti, razgovarati
бла-бла, благи разговор, празнословие, разговарање
klepetati, pogovarjati se, povedati neumnosti
kecať, klábosiť, pokecať, tárať
brbljati, pričati, pričati gluposti, razgovarati
brbljati, pričati, pričati gluposti, razgovarati
базікати, балакати, балаканина, говорити
беседа, бъбря, дърдоря, разговор
размаўляць, балакаць, балбатаць
לקשקש، לשוחח، פטפט
ثرثر، هذر، ثرثرة، حديث غير رسمي، حديث فارغ، دردشة
گپ زدن، حرف زدن، صحبت کردن، چرت و پرت گفتن
گپ شپ کرنا، بات چیت، بکواس کرنا، گپ شپ
quatschen in dict.cc
Vertalingen
Doe mee
Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.
|
Inloggen |
Werkwoordsvormen in Konjunktiv I van quatschen
Het werkwoord quatschen is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Conjunctief Tegenwoordige tijd
Conjunctief Tegenwoordige tijdMogelijkheidsvorm
- ich quatsche (1e persoonEnkelvoud)
- du quatschest (2e persoonEnkelvoud)
- er quatsche (3e persoonEnkelvoud)
- wir quatschen (1e persoonMeervoud)
- ihr quatschet (2e persoonMeervoud)
- sie quatschen (3e persoonMeervoud)