Infinitief van het Duitse werkwoord aneinandervorbeireden ⟨Bijzin⟩

De vervoeging van aneinandervorbeireden in Infinitief Tegenwoordige tijd Perfectum basisvorm Actief is: aneinander vorbeireden, aneinander vorbeizureden.De vorming van deze vormen volgt bepaalde grammaticale regels. Dit geldt ook voor de vereisten voor de vervoeging van de eenvoudige werkwoordsvormen van aneinandervorbeireden in Infinitief. Opmerkingen

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse aneinandervorbeireden


Duits aneinandervorbeireden
Engels miscommunicate, talk past each other
Russisch говорить мимо
Spaans sin entendimiento
Frans parler sans compréhension
Turks anlayışsızca konuşmak
Portugees aneinander vorbeireden
Italiaans aneinander vorbeireden
Roemeens vorbi fără înțelegere
Hongaars félrebeszélés
Pools nieporozumienie
Grieks παρερμηνεία
Nederlands langs elkaar heen praten
Tsjechisch mluvit bez porozumění
Zweeds missförstå
Deens forbi tale
Japans すれ違う
Catalaans parlar sense entendre's
Fins puhe ilman ymmärrystä
Noors misforståelse
Baskisch elkarrekin hitz egin gabe
Servisch ne razumeti, prolaziti jedni pored drugih
Macedonisch неразбирање
Sloveens ne razumeti
Slowaaks nepochopenie, neporozumenie
Bosnisch ne razumjeti, ne shvatiti
Kroatisch ne razumjeti, ne shvaćati
Oekraïens непорозуміння
Bulgaars неразбиране
Wit-Russisch размаўляць без разумення
Hebreeuwsלדבר ללא הבנה
Arabischتحدث بدون فهم
Perzischبدفهمی
Urduبغیر سمجھ کے بات کرنا

aneinandervorbeireden in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Werkwoordsvormen in Infinitief van aneinandervorbeireden

Het werkwoord aneinandervorbeireden is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Infinitief Tegenwoordige tijd Perfectum


Infinitief Tegenwoordige tijd Perfectumbasisvorm

  • ... ich aneinander vorbeirede (1e persoonEnkelvoud)
  • ... du aneinander vorbeiredest (2e persoonEnkelvoud)
  • ... er aneinander vorbeiredet (3e persoonEnkelvoud)
  • ... wir aneinander vorbeiredeen (1e persoonMeervoud)
  • ... ihr aneinander vorbeiredet (2e persoonMeervoud)
  • ... sie aneinander vorbeiredeen (3e persoonMeervoud)

Opmerkingen



Inloggen