Infinitief van het Duitse werkwoord anstürzen

De infinitiefvormen van anstürzen (aanstormen, overvallen) zijn: anstürzen, anzustürzen. De uitgang -en wordt toegevoegd aan de stam van het werkwoord stürz. Bij het vormen van het infinitief met zu wordt zu na het scheidbare eerste deel an- (voorvoegsel) ingevoegd. De vorming van de vormen komt overeen met de grammaticaregels voor de vervoeging van werkwoorden in de infinitief. Opmerkingen

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse anstürzen


Duits anstürzen
Engels dash, hurry, rush
Russisch бросаться, броситься, подлетать, подлететь, стремительно подбегать, стремительно подбежать, атаковать, набрасываться
Spaans precipitarse, avanzar rápidamente
Frans se précipiter, se ruer
Turks saldırmak, üstüne gelmek
Portugees atacar, precipitar
Italiaans precipitarsi, affrettarsi
Roemeens se arunca, se năpusti
Hongaars rohanás, sietés
Pools rzucić się, napierać
Grieks επιτίθεμαι, ορμητικά
Nederlands aanstormen, overvallen
Tsjechisch nahrnout se, vrhnout se
Zweeds anfalla, rusha
Deens brase, storme
Japans 急いで近づく, 突進する
Catalaans enfilar-se, precipitar-se
Fins rynnätä, syöksyä
Noors angripe, storme
Baskisch azkar hurbildu
Servisch nahrnuti se, navaliti
Macedonisch напад, приближување
Sloveens napasti, prihiteti
Slowaaks prihnať sa, vrhnúť sa
Bosnisch nahrnuti, navaliti
Kroatisch nahrnuti, navaliti
Oekraïens накидатися, наскакувати
Bulgaars втурвам се, нападам
Wit-Russisch накінуцца, нападаць
Hebreeuwsלהתנפל، לזנק
Arabischاندفاع، هجوم
Perzischهجوم آوردن، حمله کردن
Urduحملہ کرنا، جھپٹنا

anstürzen in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Werkwoordsvormen in Infinitief van anstürzen

Het werkwoord anstürzen is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Infinitief Tegenwoordige tijd Perfectum


Infinitief Tegenwoordige tijd Perfectumbasisvorm

  • ich stürze an (1e persoonEnkelvoud)
  • du stürzt an (2e persoonEnkelvoud)
  • er stürzt an (3e persoonEnkelvoud)
  • wir stürzen an (1e persoonMeervoud)
  • ihr stürzt an (2e persoonMeervoud)
  • sie stürzen an (3e persoonMeervoud)

Opmerkingen



Inloggen