Onvoltooid verleden tijd van het Duitse werkwoord reinschieben

De vormen van de vervoeging van reinschieben (inschuiven, invoegen) in de verleden tijd zijn: ich schob rein, du schobst rein, er schob rein, wir schoben rein, ihr schobt rein, sie schoben rein. Als onregelmatig, sterk werkwoord met ablaut o wordt de preteritumstam schob gebruikt. Aan deze stam worden de sterke verleden tijd-uitgangen -st, -en, -t, -en toegevoegd. De 1e en 3e persoon enkelvoud hebben geen uitgang.Het voorvoegsel rein- van reinschieben wordt gescheiden.De vorming van deze vormen volgt de grammaticaregels voor de vervoeging van werkwoorden in de verleden tijd. Opmerkingen

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse reinschieben


Duits reinschieben
Engels insert, push in
Russisch вставить, засунуть
Spaans introducir, meter
Frans rentrer, glisser, insérer
Turks itmek, sıkıştırmak
Portugees enfiar, introduzir
Italiaans inserire, spingere dentro
Roemeens introduce, împinge
Hongaars betol
Pools wsunąć, wsuwać
Grieks εισάγω, σπρώχνω
Nederlands inschuiven, invoegen
Tsjechisch vstrčit
Zweeds skjuta in
Deens skubbe ind
Japans 差し込む, 押し込む
Catalaans empènyer, introduir
Fins työntää sisään
Noors skyve inn
Baskisch sartu
Servisch gurnuti, ubaciti
Macedonisch вметнување
Sloveens potisniti
Slowaaks vložiť, zasunúť
Bosnisch gurnuti, ubaciti
Kroatisch gurnuti, ubaciti
Oekraïens засунути, всовувати, вставити, всунути, засовувати
Bulgaars вмъквам, плъзгам
Wit-Russisch засунуць
Hebreeuwsלדחוף
Arabischإدخال
Perzischفشردن
Urduداخل کرنا، ڈالنا

reinschieben in dict.cc


Vertalingen 

Doe mee


Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.



Inloggen

Alle helden 

Werkwoordsvormen in Onvoltooid verleden tijd van reinschieben

Het werkwoord reinschieben is volledig vervoegd in alle personen en getallen in de Onvoltooid verleden tijd indicatief


Onvoltooid verleden tijd indicatiefVerleden tijd

  • ich schob rein (1e persoonEnkelvoud)
  • du schobst rein (2e persoonEnkelvoud)
  • er schob rein (3e persoonEnkelvoud)
  • wir schoben rein (1e persoonMeervoud)
  • ihr schobt rein (2e persoonMeervoud)
  • sie schoben rein (3e persoonMeervoud)

Opmerkingen



Inloggen