Voorbeeldzinnen met het werkwoord wollen

Voorbeelden van het gebruik van de vervoeging van het werkwoord wollen. Dit zijn echte zinnen en zinnen uit het project Tatoeba. Voor elke vervoegde vorm wordt zo'n voorbeeldzin getoond. De werkwoordsvorm wordt gemarkeerd. Als er meer dan één zin is, wordt er willekeurig een voorbeeld met het Duitse werkwoord wollen gekozen. Om de vervoeging niet alleen aan de hand van voorbeelden te begrijpen, maar ook te oefenen, zijn er werkbladen voor het werkwoord wollen beschikbaar.

werkwoord

wollen

bijvoeglijk naamwoord

wollen

Tegenwoordige tijd

Ich will Bares.
I want cash.
Er will rote Brillen.
He wants red glasses.
Du willst zum Meer.
You want to go to the sea.
Wer will eine warme Schokolade?
Who wants a hot chocolate?
Ich will möglichst früh nach Hause.
I want to go home as early as possible.
Ich will im Winter in den Süden.
I want to go south for the winter.
Tom will Veränderung.
Tom wants change.
Was wollt ihr?
What do you guys want?
Ich will ein Bonbon.
I want a piece of candy.
Sie will eine größere Küche.
She wants a bigger kitchen.

Onvoltooid verleden tijd

Ich wollte mehr.
I wanted more.
Sie wollten Schutz.
They wanted protection.
Tom wollte wieder die Scheidung.
Tom wanted the divorce again.
Ich wollte ein wenig frischere Temperaturen.
I wanted a little fresher temperatures.
Meine Rechtsanwälte wollten nicht, dass ich aussage.
My lawyers didn't want me to testify.
Ich wollte Sympathie.
I wanted sympathy.
Er wollte die Menschen lieber meiden.
He'd rather avoid people.
Ich wollte Mitgefühl.
I wanted sympathy.
Sie wollte frei und ungebunden sein.
She wanted to be free and unbound.
Früher wollte ich Friseur oder Modeschöpfer werden.
I used to want to be a hairdresser, or a fashion designer.

Konjunktief I

Sie sagte, sie wolle einen Anwalt.
She said she wanted a lawyer.

Konjunktief II

Imperatief

Infinitief

Deelwoord

Das habe ich nicht gewollt .
I didn't want that.

Werkwoordschema Regels

Tegenwoordige tijd Onvoltooid verleden tijd Imperatief Conjunctief I Conjunctief II Infinitief Deelwoord

Definities

Werbung ausblenden

indicatief

Voorbeeldzinnen in de aantonende wijs Actief voor het werkwoord wollen

Ich will Bares.
I want cash.
Er will rote Brillen.
He wants red glasses.
Du willst zum Meer.
You want to go to the sea.
Wer will eine warme Schokolade?
Who wants a hot chocolate?
Ich will möglichst früh nach Hause.
I want to go home as early as possible.
Ich will im Winter in den Süden.
I want to go south for the winter.
Tom will Veränderung.
Tom wants change.
Was wollt ihr?
What do you guys want?
Ich will ein Bonbon.
I want a piece of candy.
Sie will eine größere Küche.
She wants a bigger kitchen.
Niemand auf der Welt will Krieg.
Nobody in the world wants war.
Willst du etwas Pfeffer in deinen Hamburger?
Do you want some pepper in your hamburger?
Willst du die lange oder die kurze Version?
Do you want the long version or the short version?
Ich wollte mehr.
I wanted more.
Sie wollten Schutz.
They wanted protection.

Werkwoordschema

Conjunctief

Gebruik van de conjunctief Actief voor het werkwoord wollen

Sie sagte, sie wolle einen Anwalt.
She said she wanted a lawyer.

Werkwoordschema

Voorwaardelijke wijs II (würde)

Vervangende vormen met "würde"

Werkwoordschema

Imperatief

Zinnen in de gebiedende wijs Actief voor het werkwoord wollen

Werkwoordschema

Vertalingen

Vertalingen van het Duitse wollen

wollen

want, intend, wish, come on (to), desire, feel for, plan, shall

желать, хотеть, пожелать, хотеться, захотеть, захотеться, мечтать, хочет

querer, desear, decir, pretender, requerir, intención

vouloir, désirer, souhaiter

istemek, arzu etmek, dilemek, niyet etmek, talep etmek

querer, pretender, desejar, intenção

volere, desiderare, avere bisogno di, richiedere, voler andare, intendere

vrea, dori

akar, akarni, szándékozni

chcieć, pragnąć, zechcieć, zamierzać, żądać

θέλω, επιθυμώ, μπορώ, πρέπει, σκοπεύω

willen, beweren, gelieven, moeten, nodig hebben, zullen

chtít, přát si, vlněný, mít v úmyslu, toužit

vilja, önska, avsikt, längta, skola, tänka, ämna

ønske, ville, skulle, ville gerne

欲しい, 欲する, 望む, 意志

voler, desitjar, intenció

haluta, aikoa, tahtoa, villainen

ville, ønske, begjære, ha til hensikt, lengte

nahi, desio, egon, izan, izan nahi

желети, хтети, hteti, namera, želeti

сака, желба, имам намера

hotéti, hleti, hoteti, nameravati, želeti

chcieť, mať v úmysle, túžiť

htjeti, željeti, namjeravati

htjeti, namjeravati, željeti

хотіти, бажати, мати намір, воліти, жадати, прагнути, хтіти

желая, искам

хацець, жадаць, намервацца

רצון، כוונה، ש longing

أراد، يريد، إبتغى، بغى، رغبة، شاء، ود، ينوي

خواستن، تصمیم داشتن، خواستاربودن، آرزو کردن، نیت داشتن

چاہنا، ارادہ، خواہش کرنا

wollen in dict.cc

Vertalingen

Doe mee

Help ons en word een held door nieuwe inzendingen toe te voegen en bestaande te beoordelen. Als dank kun je deze website zonder advertenties gebruiken zodra je een bepaald aantal punten hebt behaald.